Hubert van Humbeeck

Hoe kijkt Europa naar de Belgische crisis? ‘Het is niet vanzelfsprekend dat een onafhankelijk Vlaanderen zomaar lid wordt van de Europese Unie’, zegt Philippe de Schoutheete.

De voormalige Belgische topdiplomaat Philippe de Schoutheete de Tervarent komt wel eens in het buitenland. ‘Ik was de voorbije maanden veel in landen zoals Frankrijk, Spanje, Italië, het Verenigd Koninkrijk. Overal worden vragen gesteld over wat er in België gebeurt, maar het gevoel dat overheerst, is toch onbegrip.’ De Schoutheete is nu directeur van het programma voor Europese Zaken van het Egmont Instituut, het voormalige Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen.

Hij heeft ook begrip voor dat onbegrip. ‘In Madrid, Berlijn en Londen kennen ze Brussel beter dan België. Ze weten dat de stad in de voorbije vijftig jaar van haar culturele tweezijdigheid een succesverhaal heeft gemaakt. De Europese instellingen zijn precies in steden zoals Brussel, Luxemburg en Straatsburg gevestigd omdat ze op de grens van de Germaanse en de Latijnse culturen liggen. Brussel draagt die twee culturen het meest van allemaal uit. Voor wie vanuit Madrid, Berlijn of Londen naar België kijkt, zijn Zaventem, Overijse en Vilvoorde ook gewoon voorsteden van Brussel. Van op enige afstand bekeken, geldt dat zelfs voor Liedekerke. Ze begrijpen niet waarom daar zoveel over te doen is, op een plaats waar de ontmoeting van twee culturen voor zoveel groei en politieke betekenis heeft gezorgd.’

Maar maakt Europa zich ook echt zorgen over België?

PHILIPPE DE SCHOUTHEETE: De verdeling van het land was tot nog toe niet meer dan een hypothese. Nu rijzen er natuurlijk ook andere vragen. Maar maken ze zich zorgen? We hebben niet de reputatie van elkaar dood te schieten. Een land zoals Spanje is, bijvoorbeeld, wel gevoelig voor het scenario dat zich aftekent. Wat in België gebeurt, kan een gevaarlijk voorbeeld zijn voor Catalonië en het Baskenland. In Spanje schieten ze elkaar wel dood.

Komt de Europese rol van Brussel in het gedrang?

DE SCHOUTHEETE: De kans dat het gebeurt, is klein. Maar internationale instellingen houden niet van te veel onzekerheid. Als het internationale statuut van Brussel in gevaar komt, heeft iedereen een probleem.

Veel Vlamingen gaan ervan uit dat Vlaanderen na een eventuele splitsing snel lid wordt van de Europese Unie. Is dat zo vanzelfsprekend?

DE SCHOUTHEETE: Dat is helemaal niet vanzelfsprekend. Het helpt dat er nu een gemeenschappelijke munt is. Maar afgezien daarvan blijven er problemen genoeg. De verdeling van de openbare schuld, bijvoorbeeld. En de internationale erkenning. De internationale gemeenschap erkent de voormalige interne, administratieve grens niet noodzakelijk automatisch als de nieuwe internationale grens. Afgezien van Servië is iedereen het erover eens dat Kosovo onafhankelijk moet worden. Maar niet iedereen is het erover eens dat Kosovo onafhankelijk moet worden binnen de grenzen die het had, toen het een autonome provincie van Servië was. Binnen die grenzen wonen namelijk ook Serviërs, en daarover rijzen vragen. Dat wordt allemaal niet in enkele dagen geregeld.

En dan moeten de geslagen wonden nog helen?

DE SCHOUTHEETE: Dat duurt ongeveer een generatie. De universiteit van Leuven werd in 1968 gesplitst. Het duurde tot 1998 voor de twee nieuwe universiteiten een beetje samenwerkten. Kijk naar België en Nederland na 1830. Pas in 1862 konden ze weer met elkaar omgaan, nadat België de Scheldetol van Nederland had afgekocht. Er moet altijd eerst een generatie politici verdwijnen. Er moet een nieuwe generatie aantreden, die het gewicht van het verleden niet meer moet dragen. Een splitsing is dus ook het begin van veel nieuwe problemen. En ik weet niet of onze politici daar voldoende hebben over nagedacht.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content