Al onze medemensen hebben dezelfde rechten. Nochtans kent elk werelddeel discriminatie, racisme en vreemdelingenhaat. België vormt hierop geen uitzondering, integendeel.

Het ontzeggen van de toegang tot dancings, de strengere controles op bus, tram, trein en metro, het niet vinden van een huurwoning: de dagelijkse realiteit toont aan dat het bezitten van een donkere huidskleur in dit land blijkbaar nog steeds negatieve reacties uitlokt.

Xenofobie, racisme en vreemdelingenhaat liggen aan de basis van dit fenomeen. Nochtans bestaat er geen enkele grond die dergelijke houding kan vergoelijken. Hoe kan men het racisme bestrijden?

Het VN-Verdrag van 4 maart 1966 inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie werd door België geratificeerd op 9 juli 1975. Hierdoor heeft ons land de verplichting op zich genomen om alle vormen van rassendiscriminatie op zijn grondgebied te bestrijden, en meer bepaald om strafbepalingen uit te vaardigen tegen de verspreiders van rassenhaat en racistische ideeën en tegen de leden van verenigingen die dergelijke propaganda bedrijven. Dit Verdrag lag aan de basis van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden.

Of deze wet inderdaad de verhoopte signaalfunctie kon vervullen, die met name de uitdrukking is van een brede maatschappelijke afkeuring van racistische houdingen en gedrag, hing volledig af van de toepassing ervan. Al snel bleken de resultaten op dit gebied verre van bemoedigend. De seponeringsgraad voor klachten over inbreuken op deze wet was uitzonderlijk hoog. De signaalfunctie van de wet werd bovendien sterk afgezwakt door het feit dat bepaalde politici het zich kunnen veroorloven om straffeloos de wet te overtreden, aan te zetten tot discriminatie of onverhuld racistische taal te spuien.

Het Koninklijk Commissariaat voor het Migrantenbeleid, opgevolgd door het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, het uitroepen van 1998 als Europees jaar tegen het racisme, de talloze betogingen en de enorme inspanningen van individuen en organisaties…; al deze initiatieven, geruggensteund door een strakke wetgeving, dienen ervoor te zorgen dat we de hoop op een racisme-arm België niet mogen verliezen.

RACISME EN DRUKPERSMISDRIJVEN

Een ware testcase voor de wet van 1981 was het proces dat de Liga voor Mensenrechten in januari 1994 aanspande tegen twee kaderleden van het Vlaams Blok, na de publicatie van het 70-puntenprogramma van deze partij. De correctionele rechtbank te Brussel verklaarde zich onbevoegd. De door de kaderleden expliciet geuite racistische taal zet wel aan tot haat jegens vreemdelingen, maar gezien deze mening werd uitgedrukt in een geschrift, heeft men te maken met een drukpersmisdrijf, waarvoor het Hof van Assisen bevoegd is. De spanning tussen vrijheid van meningsuiting en het aanzetten tot strafbaar gedrag lag daarmee op tafel.

Op 12 april 1994 werd de wet gewijzigd. Zij bevat, in tegenstelling tot de eerste versie, een duidelijke definitie van wat onder “discriminatie” moet worden verstaan. Volgens art. 1 “is discriminatie elke vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur die tot doel heeft of tot gevolg kan hebben dat de erkenning, het genot of de uitoefening op grond van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel terrein of op andere terreinen van het maatschappelijk leven, worden vernietigd of verminderd”. De straffen werden fors verhoogd.

Ondertussen werden reeds nieuwe wijzigingen op de wet van 1994 voorgesteld, met name om de beoordeling van drukpersmisdrijven, gepleegd in het kader van de antiracismewet, aan de beoordeling van het Hof van Assisen te onttrekken en de correctionele rechtbank hiervoor bevoegd te verklaren.

Zoals eerder bleek, kan het aanzetten tot haat en geweld jegens vreemdelingen al te vaak niet worden bestraft omdat de bepalingen inzake drukpersmisdrijven toepasselijk worden. En deze laatste worden in België zeer zelden vervolgd.

Jef Geboers, Liga voor Mensenrechten

Deze reeks is een gemeenschappelijk initiatief van de Liga voor Mensenrechten, Amnesty International Vlaanderen, Artsen zonder Grenzen, Oxfam-Solidariteit en de uitgever van Knack.

“Het genot van de rechten en vrijheden is verzekerd zonder enig onderscheid op welke grond ook, zoals geslacht, ras, kleur, taal, godsdienst…”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content