“De grens van de leefbaarheid mag niet worden overschreden”, schreef Jean-Luc Dehaene in zijn Sleutelplan van 1995 over milieu en volksgezondheid. Toch gebeurde het, en opnieuw niet onaangekondigd.

Het heet, enigszins abstract, al een tijdje dat de Wetstraat zich meer moet openstellen voor “nieuwe maatschappelijke thema’s”. En dat ze daarmee altijd talmt tot er erge dingen gebeuren. Tot er slachtoffers vallen door een politie-operatie die verknoeid wordt door de concurrentie tussen de korpsen. Tot er een Mellery-zaak in het kwadraat losbarst. Tot we allemaal zullen stilstaan op de autostrade. Tot er in een ziekenhuis eens een verpleger zonder de minste plichtplegingen een beademingsmachine stillegt.

Individuele politici, die antennes hebben op “het veld”, vangen nu en dan verontrustende berichten op. Lang voor Julie en Mélissa wisten ze dat het eens grondig zou ontsporen met die politie-oorlog. Ook vandaag weer zijn velen, zowel in de sector als in de Wetstraat, minder verrast door het dioxineschandaal dan het crisismanagement laat vermoeden.

Al in 1996 vroegen CVP, SP, VU en Agalev in een parlementaire resolutie “de samenvoeging van het IVK, de farmaceutische inspectie en de inspectiediensten eet- en vleeswaren van het departement Volksgezondheid en de inspecties diergeneeskunde en grondstoffen van het departement Landbouw tot één inspectiedienst binnen het ministerie van Volksgezondheid”.

Dat was in april. Maar enkele maanden later moest er met man en macht op een ander “nieuw maatschappelijk” domein worden gedweild en geblust. En bovendien raakten CVP en SP het niet eens over een blauwdruk voor een meer sluitende, geïntegreerde overheidscontrole op de hele voedselketen. Terwijl tot diep in 1997 alle ogen gericht waren op de onderzoekscommissie van Marc Verwilghen en de politiecommissie in de Senaat, mat CVP’er Hubert Brouns als voorzitter van de vleesfraude- ofte IVK-commissie een andersoortige schade op. Een schade die evenmin sociaal-economisch of monetair van aard was. Het is in die dagen dat premier Dehaene al eens het boetekleed aantrok en erkende dat zijn regering zich “tot nu toe” te exclusief met cijfers had beziggehouden.

Op 26 juni 1998 besprak de ministerraad een Oriëntatienota van Landbouw. Daarin werd gemeld dat het gebrek aan uniformiteit van de verschillende inspectiediensten leidt “tot een gebrekkige coördinatie tussen deze diensten en dus tot een minder efficiënte controle”. En ook: “De ketenbenadering, waarin de verschillende schakels tot één continu geheel worden omgevormd, vereist een grondige bijsturing van de betrokken controlediensten in de agro-alimentaire sector”. Er werd verzocht om “dwingende richtlijnen”.

Eind 1998 levert PriceWaterhouseCoopers in opdracht van de regering een externe audit af van alle controlediensten. Ook die audit wijst in de richting van wat de resolutie van 1996 al aanduidde. En van conclusies die vandaag niet meer alleen door backbenchers zoals Brouns, de Groenen of een parlementair VU-medewerker zoals Bart Staes worden verwoord, maar door alle politieke tenoren.

DE MOORD OP KAREL VAN NOPPEN

Nog tot in februari jongstleden dook de discussie tussen SP en CVP met de regelmaat van een klok op. “Al onder de vorige minister van Landbouw, André Bourgeois, waren er plannen om het IVK te fusioneren met de keuringsdiensten van Landbouw”, vertelt een ingewijde van het kabinet Landbouw. “Maar klassieke partijpolitieke gevoeligheden beletten enige vooruitgang. Om het platjes te zeggen: het IVK werd beschouwd als een bastion van SP en VLD, Landbouw van de CVP en de Boerenbond. De samenwerking tussen Landbouw en IVK is pas verbeterd toen er een ongeluk gebeurde: de moord op Karel Van Noppen.”

In januari en februari 1999 duurde de discussie voort. Zowel SP als CVP zagen de noodzaak in van een hervorming van de controlediensten. De CVP stelde de oprichting voor van een Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid en één geïntegreerde Inspectie van de Voeding die de keten van producent tot distributie zou controleren.

De SP bleef wantrouwig tegenover de macht van Landbouw en Boerenbond. De reeds aangehaalde ingewijde van Landbouw kan begrip opbrengen voor die vrees: “De administratie Landbouw is altijd al zeer defensief geweest. Ze denken in termen van wij tegen zij, vanuit het idee dat iedereen tegen de boeren is. Ik kan me inbeelden dat men in deze zaak heel wat verzwegen heeft voor de minister. De kippen zijn toch al op, laat ons maar zwijgen. De commercie moet doorgaan. En het is niet zo moeilijk om een minister om de tuin te leiden. Dit is een zeer technische materie, en in de zee van technicalities kun je heel wat verdoezelen. Ook op het kabinet hebben velen een enorm defensieve opstelling. Ze zijn expert inzake de belangen van de landbouw, maar ze hebben vaak niet het minste politieke instinct.”

De CVP verweet de SP dat ze Marcel Colla wilde sparen. Ook Colla zag wel de noodzaak van een hervorming in, maar hij wilde stap voor stap gaan en beginnen met de grote schoonmaak van het IVK. Wat hij ook deed. De CVP zag meer in een kaderwet die meteen de integrale kwaliteitszorg zou vooropstellen. Ook parlementsleden van Boerenbond-signatuur steunden overigens dat voorstel. “Het uitgangspunt zou compromisloos de volksgezondheid zijn”, vertelt Brouns.

Hoe dan ook, binnen de meerderheid bleef het dossier ook nog in februari “onrijp”. Op het moment dat het begint te gonzen in de veesector, is de politieke analyse van wat er schort in grote lijnen al gemaakt. Ook de krachtlijnen van een toekomstige hervorming zijn bekend. Het is omstreeks die tijd dat vanuit het Roeselaars bedrijf De Brabander een verontrustend telefoontje vertrekt naar de eigen verzekeraar en de bevoegde instanties bij Landbouw. De rest van het verhaal is bekend.

Net zoals het in 1996 al vrij snel duidelijk werd dat enkele noodmaatregelen niet zouden volstaan om de opengebarsten malaise van politie en justitie te genezen – om maar te zwijgen van de politiek-psychologische schade -, zal ook nu het verhaal niet af zijn na de allerlaatste ministerraad van deze week.

Die “nieuwe maatschappelijke thema’s”, dat zijn zo van die dingen die niet meer overgaan. Ook niet na 13 juni. En of de CVP het optreden van Guy Verhofstadt, die de bezwarende nota van Destickere uit liberale vakbondskringen kreeg, nu al dan niet kan smaken, is bijzaak. Het is duidelijk dat de politieke lessen die uit het dioxineschandaal moeten worden getrokken, verder gaan dan het zoeken naar de spreekwoordelijke rotte appel in de mand.

Of het nu met rood en/of groen wordt of met blauw en/of geel of groen of alle kleuren tegelijkertijd, ze zullen er aan moeten gaan staan. Op 14 juni tikt de tijd weer verder. Meldt Radio 1 opnieuw monsterfiles. Is er een dokter die opeieren loopt rond het bed van een terminale patiënt. Is er puin dat nog ligt na te smeulen van de voorbije gebeurtenissen, en rokende voortekenen van komende. En straks duikt de ozon weer op. Schreef Dehaene in 1995: “Het besef dat milieugoederen en -grondstoffen eindig zijn en zich in een steeds terugkerende cyclus ten dienste moeten kunnen blijven stellen van de komende generaties zal, zeker vandaag, het uitgangspunt moeten vormen. Het eerste gegeven daarvan is het geïntegreerde beleid.”

Mat, deze verkiezingscampagne? Ga toch weg.

Filip Rogiers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content