De computer wordt slimmer dan wij. De Amerikaanse visionair Ray Kurzweil over het einde van onze heerschappij: de technologie vernieuwt zichzelf.

In 2009 kunnen we in het Nederlands telefoneren met een Japanner doordat computersoftware het gesprek simultaan vertaalt. Computers werken ondertussen immers volledig op basis van spraakherkenning. Intelligente autowegen zorgen ervoor dat we onze wagen niet meer zelf hoeven te besturen. Tien jaar later, in 2019, zullen computers van amper 40.000 frank dezelfde capaciteit hebben als het menselijke brein. In 2029 kunnen we neurale sondes laten inbrengen om onze hersenen beter te doen functioneren. En niet te vergeten, telefoonseks wordt veel populairder, omdat we méér krijgen dan alleen maar een gesprek.

Het zijn slechts enkele van de opmerkelijke voorspellingen in “The Age of Spiritual Machines” van de Amerikaanse wetenschapper/schrijver Ray Kurzweil. De voorbije twintig jaar heeft de man uit Boston zich ontpopt als een erkend visionair, en daarnaast heeft hij baanbrekend werk verricht op het gebied van spraakherkenningstechnologie.

Omdat hij zelf ook wel inziet dat zijn uitspraken aanleiding geven tot gefronste wenkbrauwen, countert Kurzweil de non-believers met een reeks markante historische uitspraken. De wereldmarkt voor computers bestaat uit vijf mensen, zei IBM-topman Thomas Watson in 1943. Computers zouden in de toekomst niet meer dan anderhalve ton mogen wegen ( Popular Mechanics, ’49). Er is geen enkele reden waarom mensen een computer in huis zouden moeten hebben ( Ken Olson, ’77). Met 640.000 bytes aan geheugen heeft iedereen wel genoeg ( BillGates, 1981). Ja ja, leuk.

Vervolgens somt Kurzweil trends op die hij twaalf jaar geleden reeds heeft voorspeld in zijn boek “The Age of Intelligent Machines”. De computer zal in 1998 de wereldkampioen schaken verslaan, zo schreef Kurzweil. Hij zat er één jaar naast. Hij beschreef een wereldwijd informatienetwerk met tientallen miljoenen gebruikers. Vandaag hebben we het internet. Sloten en sleutels zullen worden vervangen door identificatietechnologieën gebaseerd op spraak- en gelaatsherkenning, schreef hij. Zulke systemen worden momenteel al gebruikt.

Over enkele decennia zullen mensen niet meer de intelligentste wezens op aarde zijn, schrijft u. Waarop baseert u die theorie?

Ray Kurzweil: Tegen 2030 zal de computer de capaciteit van het menselijke brein ruimschoots overtreffen. We zullen immers de geheimen van de menselijke intelligentie grotendeels hebben ontleed en verwerkt. En wanneer we de werking van de hersenen hebben ontcijferd, kunnen we beginnen te reproduceren. Menselijke intelligentie kopiëren: het wordtrealiteit. En vanaf dan is het maar een kleine stap naar wezens die intelligenter zijn dan wij. Het lijkt allemaal nog veraf, maar de technologie ontwikkelt zich in een almaar hoger tempo.

Welke vorm zullen die intelligente machines aannemen? Een menselijke vorm?

Kurzweil: Mogelijk. Ik weet niet of computers exacte kopieën zullen worden van de mens, maar ze zullen wel degelijk menselijke gedragingen vertonen. Ze zullen eigen ideeën ontwikkelen, gevoelens hebben. Want tenslotte worden die gevoelens gestuurd vanuit de hersenen, en die hersenwerking kan gewoon worden gekopieerd. De grens tussen mens en computer zal vervagen. Het komt er dan op aan een zekere samenwerking op te bouwen. Elkaars sterke punten te gebruiken. De mens is sterk in het herkennen van visuele en subtiele patronen, maar ondermaats als het gaat om cijferwerk. De computer heeft het grootste deel van ons rekenwerk reeds overgenomen. De helft van de financiële transacties op de beurs worden vandaag uitgevoerd op basis van computeranalyses. Computers zijn ook in staat om hun volledige kennis met elkaar te delen, via simpele kopieën van hun bestanden. Nogal een verschil met de mens, die data slechts heel traag verwerkt. Het zou jaren en jaren duren vooraleer ik mijn volledige kennis aan jou heb overgedragen. Kennis bestaat uit bijzonder gesofistikeerde patronen van zenuwprikkeloverdrachten. We kunnen die patronen niet zomaar downloaden.

U gelooft niet dat bepaalde hersenfuncties onmogelijk door computers kunnen worden overgenomen?

Kurzweil: Een groot stuk van de menselijke intelligentie is nog niet doorgrond, omdat we niet weten hoé te zoeken. Maar als we de sleutel vinden, gaat het snel. Het zou nog tienduizend jaar duren vooraleer we de gehele menselijke genetische code konden scannen, riepen sceptici in de jaren tachtig, maar intussen zijn we bijna zover. Je moet je niet baseren op de snelheid waarmee kennis in het verleden werd verzameld, maar op de snelheid waarmee dat vandaag en morgen gebeurt. Het menselijk genoom, het geheel van onze genen, beslaat slechts een miljard bytes. Die genetische code zit dan nog eens vol overbodigheden. Als je al dat afval uit het genoom wegneemt, kom je tot een pakket dat niet groter is dan Microsoft Word. Je kan je hele familie op een harde schijf zetten, gemakkelijk. Intelligente en emotioneel intelligente computers zijn dus zeker geen utopie.

Een belangrijk onderdeel in die evolutie is spraakherkenning. Want intelligentie groeit uit communicatie.

Kurzweil: Op dit moment bevindt de spraakherkenningstechnologie zich nog in de ontwikkelingsfase. Want als je praat tegen de computer, moet dat in duidelijk gestructureerde zinnen en met gebruik van afgesproken commando’s. Binnenkort zal de computer echter natuurlijke spraak herkennen en begrijpen, hij zal zelf het onderscheid maken tussen een commando en een stuk tekst dat je dicteert. Hij zal niet alleen woorden herkennen, maar ook wensen en suggesties. Anders gezegd: hij weet niet alleen wat je zegt, maar ook wat je bedoelt. En in een volgend stadium leert hij je karakter kennen en weet hij hoe daarmee rekening te houden. Hij registreert niet alleen je woorden, maar ook je gebaren en gelaatsuitdrukkingen.

We hebben de neiging om ontwikkelingen op korte termijn te overschatten en ontwikkelingen op lange termijn te onderschatten, schrijft u. Bill Gates verklaart precies hetzelfde in zijn nieuwe boek.

Kurzweil: De verklaring is: we houden onvoldoende rekening met de versnelling van de technologische evolutie. Veertig jaar in het verleden is slechts vijf jaar in de toekomst. Vooruitgang gebeurt niet lineair maar exponentieel. Ik probeer dat principe in te calculeren in mijn voorspellingen, al zal ik er nog wel geregeld naast zitten. Veel ontwikkelingen van morgen kunnen we ons vandaag niet eens voorstellen. Want als we in staat zijn om voorspellingen te formuleren, kunnen we al bijna beschrijven hoe die uitvindingen zullen werken en dan hébben we ze eigenlijk al uitgevonden. Waarmee ik wil zeggen: mijn voorspellingen mogen kras klinken, ze zijn veeleer aan de voorzichtige kant.

Bestaat het gevaar dat de technologie de zaken overneemt en ons ondergeschikt maakt?

Kurzweil: Wat bedoel je daarmee? Als je je afvraagt of we afhankelijk zullen worden van computers: dat zijn we nu al. Als alle computers morgen uitvallen, zitten we met een catastrofe, gigantisch. Geen elektriciteit, geen communicatie, geen transport, geen geld… Pakweg 25 jaar geleden hadden we ons nog kunnen redden zonder computers, vandaag niet meer. We denken misschien dat we alles onder controle hebben, maar we moeten ons toch afvragen of dat inderdaad zo is. Niet dat de computers ons in hun macht hebben. Ik zie het liever als een symbiose. Een interactie tussen biologische en niet-biologische intelligentie. Een traag proces, dat trouwens al een tijdje gaande is, zonder dat we het goed beseffen. We maken meer gebruik van intelligente machines dan we vermoeden. En straks wordt het mogelijk om machines ook rechtstreeks aan onze hersenen te koppelen, via implants. Dat zou nu ook al kunnen, alleen zijn er ethische overwegingen die zoiets tegenhouden.

U spiegelt ons een positief toekomstbeeld voor. Maar mensen zijn machtsbelust en voeren oorlog, dus moeten we er rekening mee houden dat intelligente machines dat ook zullen willen doen.

Kurzweil: Inderdaad, dat mogen we niet uitsluiten. Al die intelligente entiteiten zullen hun eigen ideeën ontwikkelen, ideeën die wel eens kunnen conflicteren. Moeilijk om te aanvaarden, maar ik denk dat we stilaan het begrip machine moeten herzien. We zien de machine als iets dat totaal verschillend is van de mens. Dat onderscheid zal echter vervagen. We krijgen machines met bijvoorbeeld artistieke aanleg, zonder twijfel. Net zoals er agressieve machines komen. De technologie is krachtig en kan zowel voor goede als voor minder goede doeleinden worden ingezet. Ik wil de toekomst zeker niet romantiseren, maar tegelijk weiger ik de vooruitgang te verfoeien. Biotechnologie is een zegen voor de medische wetenschap en zal grote vooruitgang opleveren in de bestrijding van kanker. Ik haal slechts één voorbeeld aan.

We kunnen er niet omheen: de lui van Star Trek hadden gelijk.

Kurzweil: Wel, je kan niet ontkennen dat sciencefiction vaak heeft geleid tot effectieve wetenschap. Of ik sciencefiction bestudeer? Niet echt, ik zie mezelf in de eerste plaats als een student van de technologie. Ik volg trends, denk daarover na en probeer de technologie te projecteren in de toekomst.

Jammer dat u in 1999 moet leven en niet vooruit kan springen naar 2019.

Kurzweil: Wel, ik doe er in ieder geval alles voor om mijn lichaam fit te houden. Als ik dat nog een paar jaar volhou, zal de biotechnologie ver genoeg geëvolueerd zijn om mijn leven te verlengen. Via toekomstige technologie zullen we het ouderdomsproces kunnen afremmen. Hopelijk kan ik daar nog mee van profiteren.

Bart Vandormael

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content