Er komt geen oorlog tussen de Europese Commissie en Duitsland. Op de valreep vonden beide partijen een vergelijk over de subsidies voor een VW-fabriek in Saksen.

DE FRONTALE BOTSING werd op het nippertje vermeden, maar even leek het erop dat de Europese Commissie en Duitsland op een fatale klap afstevenden.

Uitgerekend Duitsland, dat zoveel belang aan zijn reputatie van goede Europese leerling hecht, verzeilde in een dispuut over illegaal uitbetaalde subsidies in de deelstaat Saksen, één van de Länder uit de vroegere DDR.

Na de Wende besliste Volkswagen om in de buurt van Zwickau een nieuwe productie-eenheid voor de Polo’s te bouwen. Dat vertegenwoordigde een investering van ruim vijftig miljard frank, maar Volkswagen kon rekenen op de gulle steun van Brussel, Bonn en de deelstaat. Saksen, waar voor 1989 drie miljoen Trabants van de band rolden, hoopt dankzij Volkswagen een deel van de verloren arbeidsplaatsen terug te winnen. Dat VW voor Zwickau en Saksen koos, had slechts weinig met patriottisme of sociale zorg voor de vroegere DDR-gebieden te maken. De Duitse autoconstructeur speelde lang met de idee om het nieuwe bedrijf in Tsjechië neer te poten. Uiteindelijk deed precies de zeer voordelige subsidieregeling het management voor Saksen kiezen.

In mei van dit jaar bleek evenwel dat de Europese Commissie en vooral de commissaris, bevoegd voor het concurrentiebeleid, Karel Van Miert het dossier had uitgevlooid. Het gerucht deed de ronde dat VW meer dan zes miljard frank subsidies zou moeten terugstorten, omdat het zich niet aan de afgesproken timing had gehouden. Om onduidelijke redenen liep de inplanting van het bedrijf aanzienlijk vertraging op, wat in strijd was met de afspraken met de commissie.

Zoals grote delen van Griekenland en Portugal, alsook Henegouwen, kan de voormalige DDR op een belangrijke Europese betoelaging rekenen. Tussen 1994 en 1999 zal de Unie meer dan vijfhonderd miljard frank in de Oost-Duitse deelstaten pompen. De commissie, die de jongste jaren herhaaldelijk werd bekritiseerd omdat het Europees geld niet altijd zorgvuldig werd besteed, volgt zo’n miljardendossiers op de voet.

Het vermoeden dat Saksen en Volkswagen zich niet aan de spelregels hielden, werd bewaarheid. Ondanks de waarschuwingen van de commissie had de deelstaat het autoconcern voor miljarden frank meer subsidies gegeven dan was toegelaten. In volle zomerperiode maakte Van Miert bekend dat VW de onrechtmatig verkregen gelden moest terugbetalen.

ANARCHIE.

De reacties lieten niet op zich wachten. Het hoofd van de juridische dienst van VW, Jens Neumann, dreigde onmiddellijk met gerechtelijke acties tegen de Europese Commissie. Hij kondigde een definitieve beslissing daarover voor half september aan. De VW-top speelde nog met een ander idee. Indien de Europese Unie bij haar verzet bleef en het concern niet al de subsidies kreeg die haar ooit waren toegezegd, werd een verhuis naar het naburige Slovakije of Tsjechië overwogen. Meer was er niet nodig om de minister-president van Saksen, Kurt Biedenkopf, een voortvarend verdediger van het Europa van de regio’s, in alle staten te brengen. Voor hem leed het geen enkele twijfel dat de commissie zich vergiste en zich vergaloppeerde. ?Het is voor mij volstrekt ondenkbaar, dat in Brussel wordt beslist hoe de wederopbouw van Oost-Duitsland moet gebeuren.? Biedenkopf liet het niet bij woorden. Hij diende klacht in bij het Europees Gerechtshof. De Saksische minister-president is er namelijk van overtuigd dat in de voormalige DDR geen beperkingen op overheidssteun kunnen worden opgelegd. Daarvoor steunt hij zich op het verdragsartikel 92, IIc. Dat stelt dat de gebieden die door de deling van Duitsland nadeel hebben ondervonden, een voorkeursbehandeling kunnen krijgen.

Of Biedenkopf daarmee het uitzonderingsregime van de VW-investeringen kan verantwoorden, wordt door velen betwist. Het fameuze artikel waarop hij zich beroept, stond al in het Verdrag van Rome en werd op uitdrukkelijke vraag van de voormalige Duitse minister van Buitenlandse Zaken Hans-Dietrich Genscher in het Verdrag van Maastricht behouden. De Europese Commissie heeft echter nooit aanvaard dat heel Oost-Duitsland op basis van dat artikel van een uitzonderingsstatuut kon genieten. In december 1992 had bondskanselier Helmut Kohl de toenmalige commissievoorzitter Jacques Delors al gevraagd om de VW-investeringen in Saksen op basis van het bewuste artikel extra-overheidsmiddelen toe te kennen. Volgens Delors kon daar geen sprake van zijn en om alle misverstanden te vermijden, werd Bonn hiervan schriftelijk in kennis gesteld. Die brief van 2 februari 1993 geeft Biedenkopf weinig of geen kans om bij het Europees Gerechtshof gelijk te krijgen. Of de minister-president van Saksen tijdig over de brief werd geïnformeerd door de kanselier, is echter twijfelachtig. Hoewel Kohl en Biedenkopf tot dezelfde partij behoren, zijn ze geen vrienden en in hun lange carrières kwamen ze al herhaaldelijk met elkaar in aanvaring.

Tussen 1991 en 1994 pompte de federale Duitse regering 1.600 miljard frank in de bedrijven van de Oost-Duitse regio. Desondanks is er nog lang geen sprake van een gezond en autonoom economisch groeiproces en alles wijst erop dat de wederopbouw beduidend trager zal verlopen dan Kohl oorspronkelijk hoopte. ?We zullen nog een hele tijd, langer dan we aanvankelijk hadden gedacht, overheidssteun nodig hebben voor de Oost-Duitse Länder,? meldde de Duitse federale minister van Economie Günter Rexrodt begin van dit jaar in een memorandum voor de Europese Commissie. Tussen de regels door werd in feite de stelling verdedigd dat Bonn de handen vrij moest hebben om zonder Europese controle ongebreideld subsidies naar de vroegere DDR door te sluizen. ?De situatie in deze regio is zo uitzonderlijk, dat ze een speciaal statuut vereist,? zei Rexrodt enkele weken geleden in Brussel. De Europese Commissie deelt die mening niet volledig. Ze wil niet dat Bonn carte blanche krijgt om naar believen de Oost-Duitse industrie te financieren. Vooral commissaris Van Miert wil niet buigen. ?Als dat gebeurt, betekent dit het einde van elke discipline en dreigt een anarchie die het einde van de gemeenschappelijke markt kan inluiden.?

RUGDEKKING.

De verbetenheid waarmee Van Miert zich in het dossier vastbeet, heeft opnieuw verbazing gewekt. De voormalige SP-voorzitter, al geruime tijd één van de zwaargewichten van de commissie, heeft zich met zijn rechtlijnigheid niet louter vrienden gemaakt. Bij herhaling kwam hij in de clinch met luchtvaartmaatschappijen, autoconstructeurs en mediabedrijven. Niet alleen met de bedrijfsleidingen, ten andere, maar ook met de vakbonden. Voor hen was de commissie, in het bijzonder Van Miert, omwille van zijn verzet tegen subsidiëring, dikwijls de hoofdverantwoordelijke voor de sluiting van een onderneming.

Tot dusver scheen Van Miert over de onvoorwaardelijke rugdekking van Duitsland te beschikken, maar sinds kort lijkt dat niet langer evident. Er was de rel rond de wijze waarop de Duitse scheepsbouwer Bremer Vulkan met Europese subsidies sjoemelde, vervolgens werden vragen geformuleerd over de manier waarop Sket, een machinebedrijf uit Maagdeburg, zevenhonderd miljoen frank Europese hulp bezigde en nu komt daar dus de VW-affaire bovenop. Duitsland, dat lange tijd de beste leerling uit de Europese klas was, neemt het steeds minder nauw met enkele van de Europese spelregels. Vooral in verband met het concurrentiebeleid groeit de irritatie voelbaar. Het is trouwens niet zonder betekenis dat Bonn en de Duitse industrie al jaren discreet campagne voeren voor de oprichting van een onafhankelijk kartelbureau, waarin de commissie geen zeg zou hebben.

Hoewel Van Miert zich ontpopt als een enthousiast verdediger van de Muntunie en een pleitbezorger van een grote Europese sprong voorwaarts, is hij zeer bezorgd dat de verworvenheden van de Unie worden aangetast. Essentieel voor hem is dat de gemeenschappelijke markt overeind blijft, bijgevolg dat er niet met het concurrentiebeleid wordt geknoeid. De voor een socialist opmerkelijke inzet om de regels van de vrije markt te doen respecteren, heeft alles te maken met de Europese overtuiging van Van Miert. Hij meent dat het hele Europese project het dreigt te begeven, als de gemeenschappelijke markt ontrafeld wordt.

Mede door de principiële opstelling van Van Miert is Bonn uiteindelijk door de knieën gegaan en aanvaardde het een compromis. Dat kwam er door toedoen van commissievoorzitter Jacques Santer, die er zijn vakantie in het Oostenrijkse Faistenau, in de buurt van Salzburg, voor onderbrak. Bonn stemde ermee in om 1,8 miljard frank federale overheidssteun voor de autofabrikant te blokkeren. In ruil blaast de commissie een kort geding bij het Europees Hof af, maar ze wenst wel een principiële uitspraak van de Europese rechters over de subsidiëring van Volkswagen. Meer bepaald hoopt ze duidelijkheid te verkrijgen over de interpretatie van het verdragsartikel 92, IIc dat Biedenkopf inschakelt om alle afspraken met de Unie naast zich neer te leggen.

MENTALITEITSVERANDERING.

Het verwonderlijke aan het compromis is dat het zo lang op zich liet wachten. Twee dagen voor het een feit was, liet Rexrodt, nochtans een liberaal, uitschijnen dat de federale regering Saksen in zijn verzet zou steunen. Dat gebeurde niet, omdat Kohl er zich uiteindelijk tegen verzette. Het kostte de kanselier echter moeite om de neuzen in dezelfde richting te krijgen. Als het incident al iets duidelijk maakte, dan wel dat er zich in Duitsland en bij de christen-democraten een mentaliteitsverandering tegenover Europa voordoet. In de eigen partij en de CSU, de zusterpartij uit Beieren, wordt Kohl met groeiende weerstand rond zijn Europese koers geconfronteerd. De Beierse minister-president Edmund Stoiber laat zelden een kans liggen om tegen de Muntunie en de Brusselse bedilzucht stemming te maken. Ook hij botste al met Van Miert, omdat hij een regionale kolenmijn onterecht enkele miljoenen frank overheidssubsidies toespeelde.

Biedenkopf, die zich volgens de Duitse pers de allures van een regionale vorst toemeet, kon voor zijn verzet tegen de Unie in heel Oost-Duitsland op veel sympathie rekenen. Volgens het weekblad Der Spiegel is hij een van de weinigen die de ?bijna kritiekloze Europa-euforie van Kohl weerwoord durft geven.? De rel over de VW-subsidies en de moeite die de kanselier had om zijn achterban weer in de pas te krijgen, bewijst opnieuw de tanende populariteit van Europa in Duitsland. Tijdens de parlementsverkiezingen van 1998 zou zich dat wel eens heel duidelijk kunnen aftekenen. Zowel Kohl als de Europese eenheidsmunt dreigen dan het slachtoffer te worden van de Duitse mentaliteitsverandering.

Paul Goossens

Karel Van Miert : verbazingwekkend verbeten.

Kurt Biedenkopf : de allures van een regionale vorst.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content