De chaos in Albanië kan leiden tot alweer een Balkanoorlog. Wapenbezit en terreur nemen toe en de roep om ?één staat voor alle Albanezen? beangstigt de buurstaten.

Vijf jaar geleden was Albanië het meest geïsoleerde land van Europa. Nu lijkt het een staat waarvan de grenzen zijn verdampt. Duizenden Albanezen vluchten dagelijks over zee naar Italië. De landgrenzen worden bewaakt door soldaten van de buurstaten : Griekenland, Macedonië en Joegoslavië. Albanese grenswachters zijn er niet meer. Sommigen vluchten naar de overkant, anderen voegden zich bij landgenoten die het regime van president Sali Berisha bekampen of ze bestrijden rivaliserende benden, die het land plunderen. De chaos verdrong recht en orde.

De oorzaken van de onrust zijn vrij duidelijk. De mensen zijn wanhopig omdat ze hun geld kwijtraakten in piramidespelen en ze zijn misnoegd over het regime-Berisha. De bedoelingen van de opstandelingen vallen veel moeilijker te omschrijven. De buren van Albanië vrezen dan ook dat de wanorde en de golf van ontevredenheid hun grenzen overspoelt. Mocht dit gebeuren dan groeit de rebellie in Albanië mogelijk uit tot een chaotische beweging die poogt de ?Albanese kwestie? op te lossen. Wat het hele zuidoosten van de Balkan grondig en langdurig kan destabiliseren. Albanië kan de lont in het Balkankruitvat zijn. En een explosie van dat kruitvat zou de vrede en de stabiliteit in heel Europa bedreigen. In de Balkan lijken politieke oplossingen immers gedoemd om te mislukken. Vandaar de angst dat er naar een militaire oplossing wordt gezocht en het gevaar dat een nieuwe oorlog in Europa uitbreekt.

DROOM VAN GROOT-ALBANIE

De onrust in Albanië is geen ?binnenlandse aangelegenheid?. In naburig Macedonië leeft een volksalbanese minderheid, in de Servische provincie Kosovo voert de volksalbanese meerderheid al lang strijd voor een zelfstandigere status van de regio (zie kaart). Sinds Albanië in 1912 ontstond, bleef de vraag naar ?één staat voor alle Albanezen? voortdurend aan de orde. Mocht die eis nu worden gehonoreerd, dan dienen de Macedonische en Servische (Joegoslavische) grenzen hertekend. Dat is niet alleen tegen de akkoorden van Helsinki (over territoriale integriteit), maar bovendien zou een Groot-Albanië onderontwikkeld, verscheurd door tribale en etnische verschillen niet bijdragen tot rust in de Balkan.

Voor de storm in Albanië losbarstte, was de aandacht van Europa en de wereld gericht op Kosovo. Onder het autoritaire regime van president Slobodan Milosevic van Servië werd de autonomie van de provincie Kosovo afgeschaft (1989). De volksalbanezen bouwden er van de weeromstuit een eigen, parallelle autoriteit uit. Na de ondertekening, eind 1995, van het vredesverdrag voor Bosnië en het oude Joegoslavië in het Amerikaanse Dayton, hoopte de internationale gemeenschap dat Milosevic, die zich zeer bereidwillig had getoond in verband met Bosnië, ook zou meewerken aan een oplossing voor Kosovo. Milosevic hield het onderwerp echter anderhalf jaar van de agenda. Nu meent hij dat de gezagsdragers in het parallelle, volksalbanese circuit van Kosovo erg verzwakt zijn door de onrust in Albanië.

Ook de Servische oppositieleider Zoran Djindjic lijkt dat aan te nemen. In een interview met de Griekse krant Elefterotipia vond hij dat ?de gebeurtenissen in Albanië in het voordeel van Servië spelen.? De democratische bewegingen in Servië protesteerden tegen die uitspraak, maar de meeste mensen gaan er akkoord met Djindjic. Want hij bedoelt eigenlijk dat volksalbanezen in Kosovo niet meer kunnen krijgen dan wat ze in ex-Joegoslavië hadden : autonomie met wat uiterlijke kenmerken van soevereiniteit. De volksalbanezen van hun kant eisen een soeverein en onafhankelijk Kosovo. Een volksalbanese factie in de provincie, geleid door Adem Demaqi (?de Mandela van Kosovo?), zou bereid zijn een losse federatie van Kosovo met de twee Joegoslavische deelstaten, Servië en Montenegro, te aanvaarden. Maar dan zou de nieuwe federatie volgens Demaqi niet Joegoslavië, maar wel Balkanië moeten gaan heten.

Het probleem vertakt zich naar Macedonië. In West-Macedonië woont een volksalbanese meerderheid rond de steden Tetovo en Gostivar. De volksalbanezen daar vinden dat ze recht hebben op eigen instellingen, banken inbegrepen. In Tetovo stichtten ze al een Albanese universiteit, wat aanleiding gaf tot een stevig conflict met de Macedonische regering. Die vreest dat ?regionalisering? kan leiden naar de afscheiding van West-Macedonië. Burgemeester Ayladin Demiri van Tetovo bewees met een van zijn verklaringen overigens dat die vrees van de Macedoniërs gegrond is. Hij zei namelijk : ?In het onderbewustzijn van elke Albanees leeft de droom van Groot-Albanië.?

KOSOVO IS DE SLEUTEL

Het ziet ernaar uit dat de Albanese kwestie hoe dan ook in Kosovo zal moeten uitgeklaard worden. Een duurzame oplossing van het vraagstuk zal immers grotendeels afhangen van het toekomstig statuut van Kosovo. Voor de opstand in Albanië was terzake al een tijdsschema afgesproken. Tussen 21 en 23 maart zouden volksalbanese en Servische intellectuelen en vooraanstaanden elkaar ontmoeten in het Kosovaarse skioord Brezovica. De volksalbanezen bliezen de afspraak evenwel af. ?Want een dergelijke bijeenkomst is zinloos terwijl een opstand woedt in Albanië,? zo stelde voorzitter Llulleta Pulla-Beqiri van de Sociaal Democratische Partij van Kosovo.

Toch is het onzeker of het gesprek zou zijn doorgegaan, mocht de opstand in Albanië zijn vermeden. Veel volksalbanese leiders hameren erop dat ze niet praten met Serviërs zonder dat daarbij vertegenwoordigers van de internationale gemeenschap aanwezig zijn. De gelegenheid om dus wel te praten, krijgen ze op 7 april, wanneer volksalbanese en Servische politici mekaar in New York ontmoeten. Een week later komen de beide partijen weer bij elkaar in Wenen. De twee gespreksronden zijn georganiseerd door de US Carnegie Endowment for International Peace, geleid door Morton Abramovitz, een nauw medewerker en adviseur van de Amerikaanse minister van Buitenlandse zaken Madeleine Albright.

Bij de huidige stand van zaken gaat Adem Demaqi in geen geval naar New York. En het is onzeker of leider Ibrahim Rugova van de volksalbanezen in Kosovo aan de gesprekken zal deelnemen. Een vooraanstaand volksalbanees politicus gelooft dat de Amerikanen eerst aandachtig naar beide partijen zullen luisteren. Dan zullen ze een plan lanceren, weer gaan praten en vervolgens een eindvoorstel voorleggen aan Rugova en Milosevic met het dringende verzoek : teken nu, lees het later. ? Uncle Sam zal dicteren wat er moet gebeuren.?

Binnen- en buitenlandse politieke waarnemers menen dat de uitkomst voor Kosovo mee zal worden bepaald door de belangen van de Servische president. De Britse waarnemer Timothy Garton Ash gelooft dat Milosevic de volksalbanezen in Kosovo tot een opstand kan inspireren, om dan naar voren te treden als de Servische held die de rebellie in het bloed smoorde. Die kans neemt voortdurend toe, als gevolg van de toenemende terreuraanvallen in Kosovo. De officiële autoriteiten hebben die terreurdaden tot nu niet op een overtuigende manier onderzocht of verklaard.

DE PARABEL VAN PESHKOPI

De Servische oppositie is ook niet meteen komen aandragen met een briljante oplossing voor de probleemprovincie. Voorzitter Vuk Draskovic van de Servische Vernieuwingsbeweging noemt Kosovo het ?Servische Jeruzalem?. En voor zijn uitschuiver in de Griekse krant, verklaarde Zoran Djindjic aan de Duitse Frankfurter Rundschau dat hij geen uitweg zag voor de provincie, maar alles verwachtte van een democratisering in Servië, zodat de volksalbanezen het in Kosovo naar hun zin zouden krijgen. Vesna Pesic van de Servische Burgeralliantie zei dat niet mag verwacht worden dat de oppositie een oplossing voor de regio uitdoktert voor ze aan de macht is.

De volksalbanezen zijn verzwakt door de chaos in Albanië, maar blijven dus bij hun eis dat Kosovo een onafhankelijk en soeverein land moet worden. Demaqi lijkt voorts niet de enige die een federatie met Servië en Montenegro zou aanvaarden, maar die uitkomst behoort wellicht tot de speelruimte van de volksalbanese onderhandelaars. In het andere kamp verklaarde een van de Servische aanvoerders in Kosovo, Momcilo Trajkovic, dat de volksalbanezen op oorlog aansturen door almaar aan te dringen op onafhankelijkheid. ?Een compromis tussen Albanees separatisme en de harde Servische stelling valt te vinden binnen een democratisch Servië, niet in een of andere nieuwe staat.?

De onderhandelingen tussen Servië en Kosovo beloven lang en ingewikkeld te worden, zelfs als de toestand in Albanië verbetert. Er is de jongste tijd immers een verontrustende factor meer in het geding : de volksalbanezen geraakten zwaar bewapend. Ze smokkelen hun wapens binnen vanuit Albanië. In Kosovo kan een kalashnikov worden gekocht tegen tweehonderd frank. De prijs hangt af van de geldnood van de verkoper.

Hoe sterk de onrust in Albanië de rest van de Balkan kan raken, illustreert het verhaal van twee kleine plekken. De bewoners van het grensstadje Peshkopi (Albanië) eisten van die in Debar (Macedonië) de levering van veertig ton bloem. Gratis bezorgd, anders zouden zwaarbewapende mannen van Peshkopi de waar zelf komen ophalen. Debar gaf toe en leverde. Nu moet het stadje ook olie en suiker afstaan. Hoe die afpersing afloopt, is voorlopig niet geweten. In ieder geval groeit de angst dat wanhopige, hongerige Albanezen in Servië, Macedonië en Griekenland in gebieden met volksalbanese meerderheid met geweld nieuwe ontwikkelingen forceren in een oud vraagstuk.

Het verhaal van Peshkopi staat model voor de relaties in de Balkan. De conflicten tussen de verschillende volkeren zijn daar eeuwenoud en taai. Als mensen hun geduld kwijtraken omdat ze de armoede zat zijn, dan komt het in de burenruzies tot ultimatums en geweld. Gewoonlijk besluit de wereld dan pas te helpen. En omdat de wereld de oorzaak van het conflict niet kent, ruimt ze alleen de gevolgen op. Daardoor komen conflicten telkens weer aan de oppervlakte. En zullen de bewoners van Peshkopi telkens ze in broodnood verkeren weer bloem opeisen aan de overkant van de grens.

Branislav Milosevic

Rebellen demonstreren met buitgemaakte tanks en machinegeweren in de Albanese hoofdstad Tirana.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content