De begrafenis van Julie en Mélissa blijft nazinderen als één grote les in echtheid.

WEKENLANG NA DE rechtstreekse uitzending van de begrafenisplechtigheden van de ontvoerde en vermoorde meisjes blijft vooral de indrukwekkende ceremonie in de Luikse Basilique St.-Martin nog altijd reacties uitlokken. Gretig worden tot op vandaag de teksten van de toespraken, de bezinningen, van de liedjes zelfs die daar te beluisteren waren, opgevraagd, besproken en gepubliceerd. De sfeer die daar heerste op die late augustusdag, heeft het publiek blijkbaar diep geraakt. De charismatische figuur van de voorganger in die afscheidsritus, priester-arbeider Gaston Schoonbroodt, haalde niet alleen de voorpagina’s van zowat alle kranten, hij kan ook het aantal aanvragen voor lezingen en ontmoetingen niet meer de baas.

Wat was er dan zo aansprekend in die begrafenisdienst van de meisjes met de nu al mythisch klinkende namen Julie en Mélissa ?

In en rond de St.-Martin hing nog sterker dan de vanzelfsprekende rouwsfeer, een klimaat van contestatie, van verzet zonder slogans, maar toch met een doordringende vastberadenheid die niemand onberoerd liet. Hier gebeurde iets ; dat heeft het publiek duidelijk aangevoeld, sommigen doen opschrikken, anderen zelfs geestdriftig gestemd. Een buitenlands tv-commentator, vergrijsd in het vak, vatte het zo samen : ?Na deze begrafenis wordt het in België nooit meer als vroeger.?

Er was het feit dat het staatshoofd beleefd duidelijk werd gemaakt niet welkom te zijn. Dat de aanwezige ministers en politici beheerst maar ondubbelzinning uitgejouwd werden bij de ingang van de kerk. Er waren de andere vips die, gewoon aan voorbehouden ereplaatsen, licht ontredderd op zoek moesten naar een kerkstoel in de groezelige Martinusbasiliek. Alle vooraanstaanden werden door ?Het Steuncomité? trouwens aangespoord hun condoleances aan de familie bondig te formuleren om niet te lang in beeld te komen.

Was er geen plaats voor emotioneel voyeurisme of enig protocollair vertoon, des te meer viel dadelijk op wat dergelijke bijeenkomsten meestal missen : echtheid. Ongecompliceerd werd iedereen getutoyeerd, het elkaar omhelzen, het wenen het was allemaal zo warm en rauw tegelijk en even verrassend als het applaus in zuiderse landen voor de stoffelijke resten. Die vele mensen, kriskras door elkaar, vormden een geheel, een volk (als het ware : het volk Gods, aangezien het zich in een kerk bevond).

En toen werd er gesproken. Zonder krullen, de voor iedereen verstaanbare taal van overtuigde mensen die geen blad voor de mond namen. Abbé Schoonbroodt met de beginwoorden die nu al geschiedenis maken : ?Is de goede God doof ?? Zelfs de bijbelfragmenten klonken, ontdaan van wolligheid en wierook, weer levensecht, alsof ze voor de eerste keer werden uitgesproken. ?De sabbat is er voor de mens en niet omgekeerd.? En : ?Wie ergernis geeft aan kleinen, moet met een molensteen om de hals…? Enzovoorts.

Ook de homilie bleef wars van alle goedkope sentimentaliteit of indoctrinatie. Gabriël Ringlet, vice-rector van Louvain-la-Neuve, zei : ?Om de twee seconden sterven ergens in de wereld Julies en Mélissas door ontvoering, aids, ondervoeding, volkerenmoord.? De clerus, zonder bisschoppelijk purper, maakte graag plaats voor de spraakvaardige mensen van het ?Comité de Soutien?.

MARTELAARS.

Dagen later, rondtoerend tussen Grâce-Hollogne en Jemeppe-sur-Meuse begrijpt een mens dit alles nog veel beter. De negentiende-eeuws aandoende eentonige huizenrijen, de troosteloze rook in het bassin van Seraing, de werklozen met hun laatste partijtje pétanque van de zomer, de gastarbeiders die hier al lang gewoon Gino of Ahmed heten. En de priester-arbeider met een huis zo groot als een voorschoot maar met een deur die altijd openstaat ; ook letterlijk. De ontgoocheling om een zeer machtige, alomaanwezige PS die echter machteloos lijkt tegenover de armoede, werkloosheid, de bedrijven die hun deuren sluiten.

In dit kader worden Julie en Mélissa martelaars, symbolen, maar ook tekens van heropstanding, van mensen die mondig worden. Julie en Mélissa veranderen hier in de lieve, kinderlijke Mariannes van een mentale revolte die zich niet verliest in loze ?Internationales?, maar misschien mee daardoor veel efficiënter, zakelijker, meer op de man af zal zijn en zal roepen om integere leiders. Nergens hoort een mens hier een Vlaamsonvriendelijk woord. Wie wat Nederlands kent, exposeert tenvolle zijn gebrekkig ?Vlaams? en toont fier de tweetalige gedachtenisprentjes van ?les petites?. Voelt men in Vlaanderen ook dat er iets nieuws op komst is, vraagt Gaston Schoonbroodt. ?We krijgen zoveel brieven van over de taalgrens en niet alleen om bidprentjes te bestellen.?

Veertien dagen later in de Hasseltse kathedraal stelt de priester ook de vraag of God dan doof is. Maar die vraag komt bij hem niet uit de buik en hij weet er ook veel te vlot een antwoord op. Bovendien blijkt Helmut Lotti die dag ook al niet in supervorm. Alleen een eenzame vader Marchal kan nog een golf van emotie door de volle kerk jagen. Maar, zodra ze hun ?prentje? in handen hebben, verlaten al heel wat mensen Sint-Quintinus… Leven we in Vlaanderen toch in een andere wereld ?

Op zondag 29 september, Dag van de Katholieke Media, publiceert het Franstalige parochieblad Dimanche (de tegenhanger van het Vlaamse Kerk en Leven) statistieken over het kerkelijk leven in dit koninkrijk. Niets nieuws onder de zon. De kerken blijven leeglopen en zelfs pratikerende katholieken vervreemden langzaamaan van essentiële geloofspunten, maar vooral van het kerkinstituut zoals het momenteel reilt en zeilt. Iemand zegt dat de mensen de secularisatie niet verwerkt hebben. Zou het ? In Luik zagen we sterk geseculariseerde priesters en gelovigen, maar met een aanstekelijke charme die deed denken aan die van de eerste christenen en die bij sommige niet-gelovigen een oncomfortabel gevoel bezorgde.

De in omvang erg bescheiden Waalse kerk houdt alvast beter het hoofd boven water dan de Vlaamse zusterkerk : ook dat valt af te lezen uit de statistieken van Dimanche. Naar aanleiding van die enquête verklaarde kardinaal Godfried Danneels in De Standaard : ?De evangelisatie in West-Europa moet een trapje lager beginnen. We moeten de boodschap brengen dat God bestaat, dat is een stuk moeilijker.?

De dood van Julie en Mélissa, van An en Eefje en al wat er rondhangt heeft bij zeer vele mensen de fundamentele vragen opgeroepen naar het waarom ? Het waarom van zoveel onschuldig lijden, het zwijgen van God. Daar samen, ook met andersdenkenden, een antwoord op zoeken als dit al zou bestaan , of alvast een denkrichting vinden, dat is inderdaad ongemeen moeilijk. De behoefte bestaat onomstotelijk. Dat bewijzen opnieuw de kerkstatistieken : meer en meer katholieken haken af en vluchten in oosterse filosofieën, spiritisme en astrologie, geloof in reïncarnatie.

In een kerk zonder ?voorbehouden plaatsen? zal de aandacht niet zozeer gaan naar het afvoeren van een gewaagde film of het overplakken van een naaktfoto, maar wel naar een samenleving die inderdaad moreel op een hellend vlak zit. Zo’n kerk voelt vooral de nood aan mensen die de goede dingen doen in de plaats van er louter over te praten. Aan mensen die perspectief bieden.

Abbé Schoonbroodt blijft er heel kalm maar zelfverzekerd bij, ontspannen zelfs, wanneer hij dat alles vertelt. Hij heeft er geen statistieken voor nodig. Terwijl hij in een kopje poederkoffie roert, zucht hij : ?Helaas, misschien moeten er nog meer martelaars vallen.?

Staf Nimmegeers

De begrafenis van Julie en Mélissa in de Luikse Basilique Saint Martin : warm en rauw.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content