Dat in onze scholen een pak intolerantie bestaat, kan elke leraar je vertellen. Maar hoe vecht je daartegen?

Even een open deur intrappen: intolerantie en racisme berusten op angst voor het onbekende. Die angst wordt gevoed door vooroordelen. Nog zo’n open deur: vooroordelen bestaan bij de gratie van onwetendheid. Dat kan je dus aanpakken door geduldig les te geven of – veel actiever – door mensen met elkaar en met elkaars vooroordelen te confronteren.

Vier scholen – drie Brusselse en één Vlaamse – hielden bij hun scholieren een enquête naar hun vooroordelen tegenover elkaar. De enquête was bedoeld als voorbereiding op een debat tussen Vlamingen, Franstaligen en tussen allochtonen en autochtonen. Het debat ging door in Leuven, overigens wél in het Frans: slechts enkele Brusselse jongeren spraken Nederlands.

De grootste vier vooroordelen op een rij. “Franstaligen kennen geen Nederlands, kijken er zelfs op neer. Vlamingen zijn extremisten. Belgen zijn racisten. Migranten zijn agressief en geneigd tot criminaliteit.”

De jonge mensen vormen, zeggen ze zelf, hun mening op basis van wat ze horen en lezen in de media en op hun eigen ervaringen. Al werden die wel geïnterpreteerd: een Franstalige jongen was ervan overtuigd dat de VL die hij in Leuven op sommige huizen gekalkt zag, aangaf dat daar Franstaligen woonden die moesten “uitgedreven” worden. Niemand bij de Franstaligen sprak hem tegen.

Al even verwonderlijk was het resultaat van de controlevragen: terwijl bij één op acht Franstaligen sympathie bestond voor extremistische partijen, werd het Vlaams Blok door àlle deelnemende Vlamingen afgewezen.

Voor het debat werden de jongeren – zo’n zestigtal in totaal – opgedeeld in groepjes van vijf. De groepjes kregen telkens tien minuten om argumenten te bedenken, die hun vooroordeel staafden. Nadien bracht één woordvoerder per groep de mening naar voren.

ONBEKEND EN ONBEMIND

De groepen veranderden dus voortdurend van samenstelling. Franstaligen (migranten inbegrepen) tegenover Nederlandstaligen (migranten inbegrepen). Migranten tegen Belgen, waarbij Nederlands- en Franstaligen bij elkaar zaten. Enzovoort.

“Belgen zijn racisten”, hadden de migranten gesteld. Maar uit het debat bleek dan wel dat neerkijken op technische of beroepsscholen òòk een vorm van racisme kon genoemd worden. Hoed af trouwens voor de vijftien migranten die aan het debat deelnamen. Welbespraakt, goed geïnformeerd. Uiteraard moet je al stevig in je schoenen staan om de confrontatie met een veertigtal Belgen aan te gaan.

Ook bleek dat jongeren die elkaar kénnen, gemakkelijk over alle vooroordelen heen glijden.

Geldt dat dan ook voor Vlamingen en Franstaligen? Wel, die bleken elkaar amper te kennen. “Omdat jullie geen Nederlands willen leren”, zeiden de Vlamingen. “Wat helpt het dat we Nederlands leren?” wierpen de Franstaligen op. “Jullie zijn geïsoleerd in een klein taalgebied. Wij spreken een wereldtaal.”

Dat was er te veel aan. Een van de Vlaamse meisjes vroeg hen of ze voldoende Engels spraken om het debat dan maar in die wereldtaal voort te zetten? Nee, dus. Duits misschien? Ook niet. “Wie is hier nu eigenlijk geïsoleerd?” vroeg het Vlaamse meisje daarop. “Wij die vier talen leren en spreken? Of jullie die één taal kennen?” Waarop van Franstalige kant het eerlijke antwoord volgde dat ze er nooit op die manier aan hadden gedacht.

Het meest verbijsterde de zeer grote onwetendheid van jongeren. De Leuvense school speelde (ironisch?) de Brabançonne bij het begin. Onbekend. “We zijn in Vlaanderen, dit moet de Vlaamse Leeuw zijn”, zei iemand. De IJzerbedevaart werd door Franstaligen aangehaald als voorbeeld van imperialisme. De Vlamingen repliceerden dat het folklore was. Faciliteitengemeenten? Niemand die écht wist hoe ze ontstaan waren. Heel wat Franstaligen hadden de indruk dat de facilités het leven voor Franstaligen moeten “vergemakkelijken”.

Interesse was er wel. Er werd vier uur lang gediscussieerd in plaats van de voorziene twee uur. Waarna de scholieren afspraken om elkaar de week daarop opnieuw te ontmoeten. Om verder te praten.

Met dank aan het Lycée Mater Dei, Institut Saint-Luc, Institut Don Bosco en Paridaens-instituut.

M.V.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content