Christelijke ondernemers over Brussel: Brigitte Grouwels heeft nog veel werk om de hoofdstad in Vlaanderen geliefd te maken.
De minister die de middenberm van de E19 omvormde tot een wit bos, mogen ze gerust tegen de muur zetten.” Aan het woord is Jan Pellens, directeur van het Antwerpse transportbedrijf Hessenatie. In de Scheldestad formuleren ook bedrijfsleiders de dingen graag wat extremer. Niet alle vertegenwoordigers van het Verbond van Christelijke Werkgevers en Kaderleden (VKW) eisen dan ook even strenge sancties als Jan Pellens. Maar over de grond van de zaak zijn de meesten het eens. Als de bedrijfswereld zou mogen beslissen, kwamen er liever vandaag dan morgen nieuwe autowegen en veel bijkomende industrieterreinen. Maatregelen als die van voormalig minister van Vervoer en Openbare Werken Eddy Baldewijns (SP) – hij legde de uitbreiding van de autoweg tussen Antwerpen en Brussel aan banden – vinden in hun ogen geen genade.
De Antwerpse Gemeenschap voor de Haven (Agha) berekende dat 66 procent van alle containervervoer over de weg gebeurt. Zelfs als het aandeel van het wegtransport fors zou zakken tot 45 procent in 2005, donderen er door het groeiende belang van het containervervoer over zeven jaar 400.000 bijkomende vrachten over onze wegen. Antwerpse ondernemers vinden dat vooral federaal België (douane, transportbeleid, export…) geen interesse aan de dag legt voor de wereldhaven.
Wanneer Vlaamse ondernemers aan Brussel denken, denken ze in de eerste plaats aan wat de bestuurders in de hoofdstad voor hen en hun regio doen, of niet doen. Antwerpen herhaalt de eis voor een tweede goederenspoorlijn naar de haven en wil twee delen van de Grote Ring realiseren (tussen Merksem en Wommelgem enerzijds, verbinding Liefkenshoektunnel en E17 in het Waasland anderzijds).
Kempense bedrijfsleiders willen de expressweg Geel-Kasterlee door een natuurgebied trekken – het groengebied moet maar worden ondertunneld, vindt Robert Lenaers van het Geelse bouwbedrijf Vanhout. Volgens Lenaers is er in de Kempen “geen morzel industriegrond” meer voorhanden. West-Vlaanderen constateert dan weer dat de verbindingen met het hinterland in het oosten dichtslibben, wil nog extra verbindingen tussen de eigen steden en, uiteraard, meer industrieterreinen.
DAN NOG LIEVER NAAR LUIK
Het verlanglijstje voor infrastructuurwerken kwam als vanzelfsprekend ter sprake tijdens de ronde van Vlaanderen van Brigitte Grouwels (CVP). De Vlaamse minister voor Brusselse Aangelegenheden maakte het voorbije najaar een rondgang door Vlaanderen. Bedoeling was de hoofdstad bekender en dus beminder te maken bij de Vlamingen. Tijdens de tournee verzorgde het VKW de contacten tussen de minister en zeventig (christelijke) werkgevers uit alle hoeken van Vlaanderen.
“Ook de Vlaamse ondernemers lijden aan Brusselofobie.” Guido Kestens (algemeen directeur C&A en voorzitter VKW Brussel-Halle-Vilvoorde) had er in september, bij de start van de rondgang, voor gewaarschuwd. Net zoals de meeste Vlamingen kijken de bedrijfsleiders met gemengde gevoelens naar hun hoofdstad. “Veel Vlamingen bekijken Brussel, ten onrechte, als een eentalig Franstalige stad. Tegelijk is Brussel de stad waar vele duizenden Vlamingen werken, winkelen of school lopen.”
Na afloop van de rondgang heeft Guido Kestens gelijk gekregen. De Vlaamse ondernemers kijken met een mengeling van angst, onwennigheid en aversie naar Brussel. Grote liefde is er zelden. Maar dat is wederzijds: de overheid in Brussel (gewest en gemeente, maar ook federaal) weigert dikwijls in het Nederlands te communiceren. “In het Museum voor Schone Kunsten voel ik me als een aboriginal“, vertelde een Limburgs ondernemer. Hij neemt zijn klanten liever mee naar de klantvriendelijker opera van Luik. Veel Franstalige Brusselse ondernemers beginnen intussen wél te beseffen dat de kennis van het Nederlands belangrijk is.
GEEN ENKELE POLITIEKE INTERESSE
Gerard Spaas van de gelijknamige kaarsenfabriek sloot vorig jaar zijn fabriekje in Kuregem. Deze Anderlechtse wijk is goed gelegen, achter het Zuidstation dat wordt gemoderniseerd. Maar de straten zien er niet uit en de onveiligheid is er ongetwijfeld groter dan in het Noord-Limburgse Hamont waar de hoofdzetel van Spaas staat. Vooral kleine delicten zoals inbraken en andere diefstallen verpesten er de sfeer en doen ondernemers op de vlucht slaan.
Bovendien wilde het vijftienkoppige Brusselse personeel van Spaas niet naar een vestiging in een andere wijk van het gewest verhuizen. “Het personeel was trouw, maar absoluut niet mobiel”, zegt de baas. Over de overheid heeft hij slechts ten dele te klagen. “Aan vergunningen geraken, is in Brussel geen sinecure, maar de wetgeving wordt zeer breed geïnterpreteerd. Wat hier op milieuvlak kan, kan in Vlaanderen niet meer.” Het Brusselse eenloketsysteem kennen de Vlaamse ondernemers niet.
Voor algemeen directeur Stefaan Lannoo van de Tieltse uitgeverij roept Brussel vooral negatieve connotaties op van onveiligheid en onleefbaarheid. “Wonen in Brussel is niet aantrekkelijk”, bevestigt hij een cliché dat minister Grouwels met haar ronde van Vlaanderen net de wereld wil uitwerken. “Brussel roept ook het beeld op van betutteling”, aldus de West-Vlaamse ondernemer. Hij denkt aan de milieuwetgeving en de ruimtelijke ordening. Opvallend is trouwens dat de meeste werkgevers het beleid aanporren om inzake mobiliteit een gecoördineerd en planmatig beleid te voeren. Diezelfde planmatige aanpak bestrijden ze inzake ruimtelijke ordening.
Alle ondernemers vinden dat Vlaanderen moet werken aan de bereikbaarheid van de hoofdstad. Ze juichen de Vlaamse beslissing toe om Brussel als hoofdstad te kiezen. Maar Vlaanderen moet daar wel de consequenties uit trekken. “Onze politici hebben te weinig interesse voor Brussel”, klinkt het uit één mond. Grouwels spreekt hen niet tegen.
Als de VKW’ers het echt over Brussel hebben, dan gaat het vooral over de mobliteit in en rond de hoofdstad – of het ontbreken daaraan. “Niet dat het in Amsterdam, Parijs of Londen zoveel beter is”, zegt Peter Pelgrims, directeur bij Somati, een producent van brandblussers in Aalst. “Alleen moet Brussel zich beter verkopen en meer ambitie hebben om internationale gasten op te vangen. Laten we niet te bescheiden zijn en Londen en Parijs naar de kroon steken.”
DE SNELTREIN MOET NAAR ZAVENTEM
De slechte bereikbaarheid zorgt ervoor dat bedrijven geen vergadering in de hoofdstad vastleggen voor 11 uur ’s morgens of na vier uur ’s namiddags. Kempense bouwvakkers zijn dikwijls zes uur onderweg om acht uur in de hoofdstad te werken. De hoofdzetel van Dupont de Nemours werd aan de fabriek in Mechelen gekoppeld. Omdat de luchthaven van Zaventem slecht bereikbaar is per trein of auto, wijken veel bedrijven (of hun klanten) uit naar andere luchthavens (Schiphol, Parijs, Rijsel).
Opvallend in het verslag van het VKW is trouwens de passage over het spoor: “In het algemeen verkiezen bedrijfsleiders de trein boven het vliegtuig, mits doeltreffende verbindingen.” De comfortabele hogesnelheidstreinen naar Londen en Parijs hebben de bedrijfsleiders overtuigd. De keuze van de spoorwegen (NMBS) om een bijkomend station voor de snelheidslijn in het Brusselse Schaarbeek in plaats van in het Vlaamse Zaventem te leggen, vinden de VKW’ers dan weer onbegrijpelijk.
Ze noemen die beslissing “een onredelijke omweg, alleen te verklaren vanuit het eigenbelang van de NMBS als grondeigenaar.” Hoe dan ook willen de bedrijfsleiders dat er in het spoor wordt geïnvesteerd, al was het maar om de wegen vrij te houden voor het economische verkeer. Van rekeningrijden willen ze niet weten, omdat de factuur toch op de werkgevers zou worden verhaald en omdat vooral logistieke centra als Antwerpen de gevolgen zouden dragen.
Minister Grouwels sluit een “beperkte en oordeelkundige” uitbreiding van het wegennet niet uit. Maar ze vraagt ook inspraak van de Vlaamse regering in het beleid van de NMBS om sneller de spoornoden te lenigen. Grouwels is voorstander van de snelle realisatie van de IJzeren Rijn, het voorstadsnet in Brussel en een betere spoorverbinding met Zaventem. Maar tegen het hst-station in Schaarbeek kant de politica zich niet.
De minister deelt de visie van de bedrijfsleiders en kaderleden dat Brussel zich te weinig als Vlaamse en federale hoofdstad profileert, en te veel als derde gewest. “Vlaanderen en de Franstalige gemeenschap moeten meer en op meer beleidsdomeinen in Brussel investeren”, zegt Grouwels. “Omgekeerd moet Brussel een dienstbare hoofdstad zijn voor Vlaanderen en Wallonië.”
Peter Renard