Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Dit weekend wordt op Carnoustie de British Open gespeeld. En noteer voor september alvast de Ryder Cup.

Een septuple bogey! Nooit geweten dat het woord bestond. Septuple. Een bogey, ja. Dat is één boven par, en voor een professional is dat een zware misser. Een double bogey, ja. Twee boven par. Courante praktijk voor een amateur, voor een professional een catastrofe. Een triple bogey, daarvan wordt een amateur zeer prikkelbaar, een professional die het overkomt; levert zijn clubs in.

Met ,ier boven par zijn we bij quadruple. Schijnt één keer per halve eeuw voor te komen in het professionele golf, maar niemand weet waar. Bij analogie moet vijf boven par dan een quintuple bogey zijn. Nooit tegengekomen in de vakliteratuur. Zes zou sextuple kunnen zijn, al doet dat meer denken aan een goedkope gore tent in Soho. En dan zijn we er: septuple. John Daly op de US Open van dit jaar!

De achtste hole op de baan van Pinehurst No.2 in North-Carolina. Een par 4, en niet eens een moeilijke. Elf slagen had hij nodig! Elf. Septuple bogey. Waaronder twee strafstrokes omdat hij van colère op een terugrollende bal had gemept. Toen hij na zijn achtste shot eindelijk op de green lag, waar hij met zijn tweede dwars doorheen was geraasd, had hij nog eens drie putts nodig.

Lezers van Knack kennen John Daly, wij hebben u al meermaals over hem verteld. Een mepper buiten categorie, die in 1991 door de vele forfaits per ongeluk in de eindtabel van de US PGA op Crooked Stick geraakte. Daly, pas in extremis opgeroepen, kwam net op tijd in Indianapolis aan om van start te kunnen gaan in de eerste ronde, moest clubs en een caddie lenen, en won tot eenieders verbijstering het toernooi.

John, wie zonder zonde is werpe de eerste steen, raakte daarna aan de drank. Hij stelde zich gewelddadig op tegen zijn eerste, vervolgens tegen zijn tweede, en tenslotte tegen zijn derde echtgenote, volgde een ontwenningskuur in de Betty Ford-kliniek, zwoer de drank af (uitgezonderd bier), won de British Open op de heilige Old Course van Saint Andrews, raakte weer aan de drank, gaf zijn tweede vrouw een ongelukkige slag, enzovoort enzovoort. Dat alles was niets, vergeleken bij wat hem overkwam in de slotronde van de US Open, op de achtste hole van Pinehurst. Voor Daly meteen omgedoopt tot Pinehurts.

EEN UPPERCUT VOOR DE MUUR

Gelukkig ligt die achtste nogal ver van het clubhouse, of Daly had zijn clubs weggegooid en zich terstond weer in de alcohol gestort. Dat had hij twee jaar eerder al eens gedaan op de US Open, toen hij na negen holes in de slotronde het plotseling op zijn heupen kreeg, tussen de toeschouwers stapte en verdween. Zonder zijn caddie of medespeler te verwittigen.

Dit jaar was Daly het toernooi nochtans schitterend begonnen, met een eerste rondje van 68, dat hem op een gedeelde tweede plaats zette. Maar de duivel in Daly won het alweer van de engelbewaarder. De gevolgen vallen te vrezen. Daly is een van de mensen die, als hen naar hun favoriete drankje gevraagd wordt, antwoorden: “Het volgende.” De Amerikaan Fuzzy Zoeller, altijd goed voor een sterke quote, kreeg na een wanprestatie in de US PGA een microfoon onder de neus geduwd, en verwoordde het gevoel dat vele golfers kennen: “Voor spelers als ik lijkt er maar één oplossing: het oefenterrein. Maar ik heb zonet een alternatief bedacht: de bar van het clubhouse.”

Daly was niet de enige pechvogel van de afgelopen US Open. Wat gedacht van José-Maria Olazabal, die zijn hand brak toen hij in zijn hotelkamer, uit woede over een mislukte openingsronde van 75, met zijn vuist tegen de muur sloeg. Het kan eenieder te veel worden, al kennen wij er velen die een gat in de lucht zouden springen als ze erin slaagden de No.2 van Pinehurst in 75 slagen af te werken.

Frustratie is inherent aan golf, een sport waarvan het de bedoeling is om de speler met zijn nietigheid te confronteren. In het handboek van Peter Gammond staat het zo: “Golfers spelen golf om te bewijzen dat ze de mentale druk die golf op hen legt de baas kunnen. Dat ze dat niet zouden moeten bewijzen als ze geen golf speelden, komt niet in hen op.” Het is algemeen geweten dat echte golfers gaan werken om wat ontspanning te vinden. En de befaamde auteur P.G. Wodehouse schreef ooit: “Hij genoot van een volmaakte rust, zoals die alleen voorkomt bij mensen die net het golf hebben opgegeven.”

In dat stadium was Olazabal dus niet. Een lucide Britse verslaggever beweerde dat de Spanjaard het slachtoffer was geworden van zijn eigen rijkdom: “Want had hij, zoals ik, in een van de goedkope motels rond Pinehurst moeten logeren, dan had de muur omver gelegen en had zijn hand hooguit een schrammetje vertoond.” Spaanse reporters schreven opgelucht dat Olazabal nu eindelijk eens over een ander lidmaat kon klagen dan over zijn voet, waarmee hij jaren op de sukkel was.

Olazabal heeft trouwens minder redenen tot klagen dan de meesten van ons, want hij won in de lente van dit jaar de Masters op Augusta. Wat John Daly, op dat moment onbewust van het bestaan van het woord “septuple”, deed opmerken: “Mocht ik de Masters gewonnen hebben, ik sloeg de rest van het jaar op geen enkele muur. Het slaan op muren zou moeten worden voorbehouden aan mensen die de Masters nog niet gewonnen hebben.” Daly wist waarover hij sprak, want hij vernielde in buien van dronken woede al twee keer zijn eigen huis, een keer dat van een buur, en tussendoor ook een auto of vijf.

STA OP EN WANDEL

De Masters van dit jaar betekenden voor Olazabal de definitieve terugkeer aan de top. De Spanjaard, ook al winnaar van het befaamde “groene jasje” in 1994, heeft jaren van gesukkel achter de rug. Oorzaak van dat alles: zijn tenen. Men kan het vanuit twee gezichtspunten bekijken: een van de tenen van zijn rechtervoet was te lang, of vier van de tenen van zijn rechtervoet waren te kort. Dit lijkt hetzelfde, maar is het niet. In de eerste optiek opereert men één teen door er een stuk af te zagen. In de tweede optiek opereert men vier tenen door er een stuk bij te kleven. Als het kan voor het ding (zie Jambers), dan ook voor tenen.

Olazabal koos voor de eerste methode, en dacht dit in het tussenseizoen gauw even te laten fiksen. Weekje of drie inactiviteit, had de chirurg hem verteld. Het optimisme van de chirurg wordt veeleer bepaald door de stand van zijn bankrekening dan door wetenschappelijk verantwoorde verwachtingen. Twee jaar lang kon Olazabal nauwelijks stappen. En dat is in golf een fatale handicap, aangezien één rondje van achttien holes makkelijk zeven kilometer bedraagt, en een toernooi vier rondjes van achttien holes. Tenzij je zoals Nick Faldo de cut niet meer overleeft.

Olazabal kreeg van de Royal and Ancient, de hoogste golfautoriteit die huist in het Schotse Saint-Andrews, geen toestemming om zich met een karretje door de toernooien van de Europese proftour te verplaatsen. Wat hij wel kreeg, was een aanval van artritis, een aanzet tot Creuzfeld-Jacob, een depressie, en een plaatsje in de grauwe middenmoot.

Dat stelde een extra probleem voor zijn landgenoot Seve Ballesteros, die twee jaar geleden captain was van de Europese ploeg voor de Ryder Cup, de tweejaarlijkse ontmoeting tussen Amerika en Europa. Met voorsprong het belangrijkste toernooi in het internationale golf. Er wordt wisselend gespeeld in Europa en Amerika. In Europa is het altijd in Groot-Brittannië te doen, behalve twee jaar geleden. Toen werd voor het eerst een uitzondering gemaakt en had de Ryder Cup plaats op de baan van Valderrama in Andalusië. Bij Ballesteros in de achtertuin. Olazabal in het team of niet, dat scheelde een slok op de borrel voor de publieke belangstelling en de sponsortarieven.

Zeker omdat Ballesteros zichzelf niet met goed fatsoen kon selecteren. Het is reglementair niet verboden dat de captain mee speelt, maar Ballesteros was ondertussen zo slecht geworden, dat hij dat echt niet meer kon maken. Van Ballesteros werd vroeger, toen hij nog de absolute nummer één in de wereld was, al gezegd dat hij de enige speler was die zijn tweede shot van boven in een boom nam, zonder erbij stil te staan dat dit niet tot de gangbare praktijken van het spel behoorde.

Ballesteros bleef aan de kant, Olazabal kreeg geen wildcard, maar werd in extremis opgevist toen Miguel-Angel Martin met een polsblessure forfait moest geven. Moest geven, was in dit geval letterlijk te nemen, want Martin wou spelen, weigerde om op bevel van Ballesteros zijn fitheid te bewijzen in een extra rondje, werd vervolgens uit het team gegooid, en spande tevergeefs een proces in.

Na deze peripetieën won Europa tot ieders verrassing de Cup. Het beslissende punt in Valderrama kwam uitgerekend van de Duitser Bernard Langer, de man die in 1991 met een onwaarschijnlijke misser op de laatste hole voor Europees verlies had gezorgd. Toen Langer die avond op het afscheidsbanket door tranen overmand op een tafel klom om een woordje van dank te spreken voor de blijken van medeleven, braken drie poten doormidden en stortte Langer voor de tweede keer in enkele uren tijd tegen de grond. Een week later won hij de German Open in Stuttgart. Zoiets kan alleen een Duitser.

Na de winst in Valderrama liet Ballesteros aan iedereen weten dat hij Bernard Langer de geschikte man vond om hem op te volgen. Een lelijke streek van de Spanjaard, want daarmee zou hij Langer opzadelen met het dilemma om al dan niet zichzelf te selecteren. Langer is afgaande op zijn prestaties nochtans verzekerd van een van de twaalf plaatsen in het Europese team. De eerste tien van een Ryder-Cupranglijst worden automatisch geselecteerd, plus twee door de captain uit te delen wildcards. Als Langer captain was, kwam er alleszins een extra plaatsje vrij. Voor Olazabal, voor Ignacio Garrido, voor Miguel Angel Jimenez, of wie weet, waarom niet voor Seve Ballesteros zelf? Langer bedankte feestelijk voor de eer. Mark James is de Europese captain. Bij de Amerikanen is het Ben Crenshaw.

(G)EEN BABY OP DE US OPEN

Maar keren we terug naar Olazabal die dus van heel diep kwam, toen hij op de voorbije Masters weer op het allerhoogste podium klom. Na twee dagen leidde hij het veld met acht onder par, en een superieur tweede rondje in 66. Een superscore, die ook Bernard Langer liet optekenen. De Amerikaanse topfavorieten Tiger Woods en David Duval waren op dat moment al uitgeschakeld voor de eindzege. Wat het totaal aantal major-overwinningen van Tiger Woods op één houdt, zijnde zeventien minder dan Jack Nicklaus. Dit voor de mannen die wat al te kwistig met superlatieven zwaaien. Wij bedoelen: in het geval van Woods. Die, dat moet gezegd, wel in daverende conditie is en met drie toernooiwinsten in korte tijd weer heeft plaatsgevat op nummer één van de wereldranglijst.

De US Open, waarover we boven al spraken, werd gewonnen door Payne Stewart, na een verbeten duel met Phil Mickelson, dat met een fenomenale putt van Stewart op de laatste hole werd beslecht. Woods eindigde derde. Voor Stewart, 42, was het de derde major in zijn carrière. Hij won in ’89 de US PGA en in ’91 zijn eerste van twee US Opens. Payne is een van de weinige profs die met plezier de plusfour aantrekt, en daarbij gewaagde kleurencombinaties niet schuwt. Overigens is het in golf niet belangrijk wat iemand draagt, wel hoeveel hij betaald wordt om het te dragen.

De man die het meest in de kijker liep, was deze keer nochtans niet de winnaar, maar de tweede: Phil Mickelson. En wel omdat zijn vrouw elk moment van hun eerste kind kon bevallen. Tenminste, volgens Phil. Volgens de dokters zou dat nog veertien dagen duren. Maar Phil wenste geen risico te nemen, had een speciale beeper aan zijn broeksriem gebonden en een privé-vliegtuig startklaar gezet om, zodra de weeën begonnen, het golf te laten voor wat het was en naar huis in Arizona te vliegen. Vijf uur van Pinehurst vandaan. Wat eerst een van de vele onbeduidende faits divers was, zoals er in elk groot toernooi tientallen te rapen vallen, werd plots hét onderwerp van gesprek toen Mickelson de voorlaatste dag afsloot met slechts één stroke achterstand op leider Payne Stewart.

Een steeds nerveuzer wordende Phil telefoneerde voor de tachtigste keer in drie dagen naar huis en gebood zijn vrouw hem, als het zover was, in elk geval te bellen, om het even wanneer en om het even waar hij zich op dat moment bevond, zelfs al was dat de laatste hole.

Dat iemand die op het punt staat de US Open te winnen, op de zeventiende hole plots zou weglopen omdat zijn vrouw bevalt, verdeelde de aanwezigen in Pinehurst in twee duidelijk gescheiden kampen. Aan de ene kant Phil, die stelde dat een mens meerdere keren de US Open kan winnen, maar slechts één keer voor het eerst vader wordt. Aan de andere kant alle anderen, die vonden dat Phil niet goed bij zijn hoofd was. Elke kluns kan twee keer vader worden, maar twee keer de US Open winnen, is er minder gegeven. Alleen Payne Stewart gaf, niet geheel belangeloos, Phil gelijk. En gooide net voor de slotronde, die uitgerekend op vaderdag gespeeld werd, nog wat olie op het vuur door te verklaren: “Ik persoonlijk heb twee kinderen. Voor geen geld ter wereld had ik hun geboorte willen missen.”

Engelse reporters merkten niet zonder trots op dat de oude Shakespeare het weer eens bij het rechte eind had gehad: “To beep or not to beep, that’s the question.” Om een lang verhaal kort te maken: Amanda Brynn Mickelson werd geboren precies één dag nadat haar vader tweede was geworden in de US Open. Twee weken vóór de dokters hadden voorspeld. “U begrijpt heren”, sprak de trotse vader tot de verslaggevers die hem tot in het moederhuis waren gevolgd, “dat ik in deze omstandigheden niet veel zin had om een play-off af te dwingen.” Een play-off in de US Open betekent een extra rondje van achttien holes op maandag.

ZOEKEN IN DE ROUGH

De eerste twee majors van het seizoen hebben we dus gehad. Dit weekend staat de derde van de vier op het programma: de British Open. Gespeeld op de authentieke golflinks van Carnoustie, aan de Schotse kust. Een baan waar ze geen enkele kunstmatige hindernis hebben gelegd, omdat er een natuurlijke hindernis is die al haar kunstmatige collega’s overbodig maakt: de felle zeewind. Verder maaien ze het gras één keer per jaar, en dat is zeker niet vóór de Open. Schotten zijn zo. Voor hen was de beste golfbaanarchitect Vadertje Natuur. Gary Player vatte het zo samen: “Carnoustie is het bewijs dat men zelfs een moeras nog onaangenamer kan maken.” En de grote Ben Hogan bekeek Carnoustie met een scherpe blik en sprak: “Het golft te veel.”

Toen Lee Trevino met zijn tweede shot in de rough belandde, en aan zijn caddie vroeg: “Heb ik een shot naar de green?”, antwoordde die: “Meer dan één zelfs.” Rough, dat is op Carnoustie alles wat buiten de green ligt. Naar de normen van de kortgeschoren Amerikaanse banen zijn zelfs de greens op Carnoustie te betitelen als rough. Fairways zijn er niet. Wat ons verplicht Henry Beard te citeren, die de fairway omschreef als de dunne strook kortgemaaid gras, die de scheiding vormt tussen twee groepen golfers die in the rough naar de bal aan het zoeken zijn. Beard had wel vaker een scherpe definitie in huis. Bijvoorbeeld voor een hole in one: “Bij een hole-in-one wordt de bal in één slag vanop de tee tot in de hole geslagen door een golfer die helemaal alleen op de baan staat.”

Door de wind en het hoge gras is Carnoustie een speciale baan. Normaal gezien niets voor de Amerikanen, en dus in de psychologische voorbereiding op de Ryder Cup een grote kans voor Europa. Colin Montgomerie is onze grootste hoop. Heel Schotland zal zich een beroerte drinken als Monty eindelijk zijn eerste major wint. En als hij hem niet wint ook, daarvan laat een Schot het niet afhangen. Zo ernstig nemen Schotten het golf nu ook weer niet. Getuige de definitie van John Cunningham: “Golf is een spel waarbij men een bal van vier centimeter diameter neerlegt op een andere bal van 44.000 kilometer diameter. De bedoeling is de kleine bal weg te slaan zonder de grote bal te raken.”

Voor Mark Twain was golf een verknoeide wandeling. En nog: “Dat holenmensen met een knuppel op de grond sloegen en daarbij wanhopige kreten slaakten, noemen antropologen een primitieve vorm van zelfexpressie. Als moderne mensen hetzelfde doen, noemt men dat golf.”

De Amerikaanse komiek Bob Hope was in de combinatie humor-golf de primus inter pares. Las bij het begin van zijn eigen beruchte invitatietoernooien altijd zelf de deelnemerslijst voor, en vermeldde dan bij elke speler zijn handicap. Dat ging als volgt: “Jack Lemon, zevenentwintig. Jan Mury, zestien. Gerald Ford, president van de Verenigde Staten. Sammy Davis junior, zwart en één oog.” Jack Lemon was op die celebrity-toernooien altijd een attractie op zich. Televisiecommentator Phil Harris zuchtte ooit: “Jack Lemon is in meer bunkers geweest dan Eva Braun.”

Maar ook voor dit soort losbollen zijn er twee zaken waarmee niet te spotten valt. Het eerste is de Royal and Ancient. Haar gestrengheid is spreekwoordelijk. Of wat dacht u van dit artikel uit het reglement: “Een speler die een verkeerd shot neemt omdat op het moment van de slag in de onmiddellijke nabijheid een bom ontplofte, mag vanop dezelfde plaats opnieuw slaan, maar er wordt hem wel een penaltystroke aangerekend.” Dat is iets anders dan de UCI, nietwaar?

En het tweede waarmee niet gelachen wordt, is de Ryder Cup. Amerika-Europa ter behoud of ter herovering van de legendarische beker die de Britse zakenman Samuel A. Ryder in 1927 liet ontwerpen. Als we de Amerikanen de laatste jaren op één domein de baas waren, dan was het in de Ryder Cup. De tussenstand is weliswaar 23-7 voor de Amerikanen, maar Europa is de kloof langzaam maar zeker aan het dichten. Met een beetje geluk hebben we ze in 2029 te pakken.

Op 23 september beginnen we eraan, deze keer op The Brookline Country Club in de staat Massachusetts. Gedenken we de woorden van Ben Hogan: “Ik speel soms met vrienden, maar nooit vriendschappelijk.” Dat is de enige juiste attitude. Golf is niet om te lachen.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content