Ingrid Van Daele
Ingrid Van Daele Ingrid Van Daele is redacteur bij Knack

Mede door het onverwacht sterke verkiezingsresultaat van de groenen kan de regering-Schröder dan toch aanblijven. Met een flinterdunne meerderheid in het parlement krijgt ze een tweede kans om een rist hervormingen door te voeren.

Was het de liberaal Jürgen Möllemann die de kiezers op de valreep van de FDP weghield? Zou de liberale partij meer stemmen behaald hebben, als haar vice-voorzitter geen nieuwe antisemitische campagne had opgezet? En zou Duitsland dan een zwart-gele coalitie hebben gekregen? Verscheurende vragen die vooral liberalen en christen-democraten door het hoofd flitsen. Zeker nu blijkt dat Edmund Stoiber in zijn thuisland Beieren meer dan 60 procent van de stemmen wist binnen te halen. In heel wat deelstaten deed zijn partij het bovendien beter dan de SPD.

Vier maanden geleden had de partijtop Möllemann nochtans vriendelijk – te vriendelijk – verzocht om zijn campagnes terug te schroeven. Maar hij had weer toegeslagen. In brievenbussen overal te lande liet hij pamfletten droppen – één week voor de verkiezingen. Met zijn populistische strijd tegen de regering-Sharon en zijn kritiek op de Duitse Centrale Raad voor de Joden, hoopte hij rechtse stemmen op te halen. Nu, drie dagen voor de stembusslag, floot zijn partij hem terug. Möllemann mocht niet meer aan publieke optredens deelnemen en werd geïsoleerd. Maar het mocht niet baten. De FDP stond te kijk als een intern verscheurde partij, en kreeg de rekening gepresenteerd. De ambitieuze liberalen, die nog 18 procent hadden nagestreefd, moesten inbinden. Een schamele 7,4 procent en 47 zetels in het parlement – daar moet de partij het vier jaar lang mee doen. ‘We hebben duidelijk beneden onze capaciteit gepresteerd’, gaf voorzitter Guido Westerwelle deemoedig toe. Maar zolang de verkiezingsnacht uitzicht gaf op een mogelijke coalitie met CDU/CSU, bleef Westerwelle een hoge borst opzetten. Ook al bleek uit de resultaten dat het zijn partij aan de nodige substantie ontbreekt, coalitiegesprekken zou hij niet afslaan.

Ook Stoiber zag nog steeds geen graten in een samenwerking. Met wie anders kon hij een coalitie vormen? Urenlang bleef hij van zijn zege min of meer overtuigd. En hij zou zich door niemand laten inpalmen. ‘Als we een meerderheid halen, zullen we die gebruiken. Ook al is ze nog zo klein’, orakelde hij. Een echo weerklonk bij zijn rivaal Gerhard Schröder, die precies hetzelfde plande.

DE OVERSTROMINGSKANSELIER

De christen-democraten hadden duidelijk vooruitgang geboekt. Met een stijging van 3,4 procent behaalden ze 38,5 procent van de stemmen. Voor een partij die in 1998 werd weggestemd en met de affaire-Kohl de zwaarste crisis in haar geschiedenis zou doormaken, was dat een aardige score. Niet dat ze bulkt van het zelfvertrouwen of kan bogen op een grondig uitgewerkte toekomstvisie voor de komende vier jaar. De partij richtte al haar pijlen op de misstappen van de regering. En die waren er genoeg.

Zeker, Schröder had zich op een aantal vlakken verdienstelijk gemaakt. Een eerste deel van zijn belastinghervorming had hij doorgevoerd. Hij had de nationaliteitenwet gemoderniseerd en aan de Europese normen aangepast. Samen met de groenen schreef hij een scenario voor de aanwending van nieuwe energie. Maar halfweg zijn mandaat vond hij dat het welletjes was geweest en hij schroefde zijn hervormingspolitiek terug. De al hoge werkloosheid groeide verder aan. De staatsschuld overschreed de bovengrens van 3 procent. Toch bleef Schröder zich veilig voelen. Van de verziekte CDU hoefde hij niets te vrezen. Dácht hij. Maar hij had het mis. Door de verslechterende economische omstandigheden raakte de op twee na grootste economie ter wereld in moeilijkheden. En daar stond Gerhard Schröder, in juli van dit jaar, met een achterstand in de opiniepeilingen van 6 procent voor zijn partij ten aanzien van de CDU. Was er niet de overstroming in het oosten geweest, kreeg hij de leemte misschien wel nooit gevuld.

Der Flutkanzler, der Friedensfürst’, kanselier van de overstromingen, vorst van de vrede. Zo noemt Financial Times Deutschland haar kanselier. Midden de verkiezingscampagne nam de krant het trouwens letterlijk op voor kandidaat Edmund Stoiber en schreef dat ‘hij een betere kanselier zou zijn’. Ook een deel van de bevolking vond blijkbaar dat de aftredende kanselier moet worden afgestraft. Schröders SPD behaalde precies dezelfde score als CDU/CSU – 38,5 procent -, maar verloor 2,4 procent van de stemmen vergeleken met 1998. Omdat de sociaal-democraten drie zogenaamde Überhangmandate wisten binnen te halen, vormen ze wél een nipte meerderheid in het parlement. SPD vertegenwoordigt 251 zetels, CDU heeft er 248. De Überhangmandate won de partij omdat ze in drie kieskringen meer rechtstreeks verkozenen telt dan de stemmen voor de partijvertegenwoordiging in het parlement opleverden. Ongetwijfeld volgen debatten over de waarde van deze kieswet.

DER JOSCHKA

Schröder had het toch maar gedaan. Ook al had hij evenmin als die andere partij van het middenveld, de CDU, een nieuw politiek project voor een volgende regeerperiode. Als voorman van de Neue Mitte, het concept waarmee hij in 1998 de verkiezingen won, wilde hij alle opties openlaten. Hij richtte zich tot een zo breed mogelijk publiek. Maar dat leverde in de peilingen niet het gewenste resultaat op. Daarom keerde hij terug naar de roots van zijn partij, naar zijn traditionele aanhang. Zijn pacifistische houding in de kwestie Irak zou hem dan ook stemmen opleveren. Met die overtuiging zat hij bovendien op dezelfde lijn als zijn groene minister van Buitenlandse Zaken Joschka Fischer. Ook dat zou hem geen windeieren leggen.

De groenen zijn trouwens de grote overwinnaars van deze verkiezingen. Als kleine partij klommen ze met 1,9 procent tot 8,6 procent van de stemmen. Als Schröder zijn nog splinternieuwe Ambtssitz in Berlijn weer mag betrekken, heeft hij dat aan niemand minder dan aan Fischer te danken. Hij is een stemmenmagneet. Dankzij zijn grote populariteit, het pacifisme van de partij en de aandacht voor het milieu, dat na de overstromingen aan belang wint, konden de groenen scoren. Met hun 55 zetels in het parlement vormen ze precies die coalitiepartner die de SPD nodig had. Samen vertegenwoordigen ze 306 zetels op een totaal van 603. Weken terug al hadden ze alles op alles gezet om die coalitie te kunnen voortzetten.

Dag één na de verkiezingen gingen ze dan meteen ook rond de tafel zitten. De kanselier heeft al een vraagstuk klaar. Wat met de verzuurde relaties van rood-groen tegenover de Verenigde Staten? De vergelijking door minister van Justitie Herta Däubler-Gmelin (SPD) van president George Bush met ‘ Adolf Nazi’ net voor de verkiezingen, was doorgedrongen tot het Witte Huis. Met zijn optreden tegen Irak, zou de minister op een bijeenkomst van vakbonden gezegd hebben, wilde Bush de aandacht van binnenlandse problemen afleiden. ‘Dat is een bekende methode. Hitler heeft dat destijds ook gedaan.’ In een interview met de Financial Times noemde veiligheidsadviseur Condoleezza Rice de betrekkingen ‘vergiftigd’. Volgens de Frankfurter Allgemeine overwegen de Verenigde Staten zelfs om hun 70.000 soldaten of een deel van hen uit Duitsland terug te trekken.

Ook in eigen land zal de kanselier meteen aan de slag kunnen. Deel twee van de belastingverlaging, de arbeidsmarkt, het onderwijs: op al die terreinen zijn dringend hervormingen nodig. Niet te vergeten ook: Chefsache Ost, de belofte om de economie in de nieuwe deelstaten weer op gang te trekken – een erfenis van Schröders eerste regeerperiode. De kanselier sprokkelde er immers heel wat stemmen – belangrijke stemmen. Precies als bij de parlementsverkiezingen van 1998 was ook nu het oosten mee bepalend voor de stembusuitslag. Helmut Kohl werd erop afgerekend dat hij het oosten verwaarloosd had. Kanselier Schröder werd daarentegen beloond omdat hij zich na de overstromingen van de Elbe een daadkrachtig staatsman had getoond. Hij werd zelfs dubbel beloond. Hij snoepte stemmen af van de PDS, de ex-communisten die traditioneel zeer sterk staan in de oostelijke Bundesländer. Bovendien waren ze dit keer mee bepalend voor de meerderheid in het parlement. Als ze minstens 5 procent hadden behaald – een drempel om er vertegenwoordigd te kunnen zijn -, hadden ze de rood-groene coalitie in gevaar kunnen brengen. Nu haalden ze amper twee rechtstreeks verkozen mandaten in het parlement.

Schröder heeft het geluk weer eens aan zijn kant. Maar hoelang nog? ‘Deze regering zal niet lang aanblijven’, waarschuwde Edmund Stoiber. Na een zo krappe overwinning mag Schröder op een ‘harde’ oppositie rekenen. Gelukkig is Stoiber een minzaam man.

Ingrid Van daele

Na een zo nipte overwinning mag Schröder op een harde oppositie rekenen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content