‘Een gok’ noemen partijgenoten de SP.A-lijsttrekker in West-Vlaanderen. Oud-cabinetard John Crombez probeert zijn kieskring straat na straat te veroveren. Mét argumenten.

‘Dit is voor u. Een plannetje van de werken aan de voetpaden hier in de wijk.’ John Crombez houdt een broze man tegen die bedachtzaam de straat oversteekt. ‘En op de achterkant sta ik zelf’, zegt Crombez. ‘Ik doe straks mee aan de verkiezingen.’ De man neemt zijn pet af. ‘Ik ben al 94 jaar’, zegt hij traag. ‘Jullie betalen allemaal al bijna veertig jaar voor mijn pensioen.’ Hij kijkt de socialist met fonkelende ogen aan. ‘En zo hoort het ook’, lacht die. ‘Maar veertig jaar is wel érg lang, hè.’

Crombez stapt naar de volgende brievenbus en propt er een flyer in. Dat hij van voetbal houdt, staat daarop. Dat hij doctor in de economie is ook. Niemand die het nu leest. Er zijn amper mensen op straat. Het is zaterdagmiddag. Etenstijd. Een vrouw laat haar keeshond uit, en her en der maait een goede huisvader voor het eerst dit jaar het gras in de voortuin. Crombez kennen ze niet. Nochtans stapt hij vandaag met een handvol plaatselijke socialisten door de straten rond zijn eigen huis in het Oostendse Mariakerke. ‘Kwestie van me een beetje voor te stellen in de buurt’, zegt hij. Af en toe belt hij bij SP.A-sympathisanten aan, want straks zal hij alle steun nodig hebben die hij kan krijgen. ‘De sfeer zit nog niet goed’, zucht plaatselijk SP.A-voorzitter Jan Vanroose. ‘Dat voel ik gewoon. Als we willen scoren, zullen we een duidelijke boodschap moeten brengen: wie zijn pensioen en de sociale zekerheid belangrijk vindt, moet voor ons kiezen. Ik kan alleen maar hopen dat de socialisten die straks op tv komen daar ook op zullen hameren.’

In de plaatselijke lijsttrekker heeft de voorzitter wel vertrouwen. Het is ondertussen tien maanden geleden dat West-Vlaming John Crombez van Deinze naar Oostende verhuisde. Op verzoek van Johan Vande Lanotte, wordt beweerd, want die wil het koste wat het kost een Oostendse opvolger in Brussel. ‘Omdat ík aan politiek wou doen in West-Vlaanderen’, zegt Crombez zelf. Zijn komst werd in elk geval breed uitgesmeerd in de plaatselijke media, en ook in de Wetstraat werd er druk over gespeculeerd. Want daar zitten ze al een paar jaar te wachten tot de voormalige kabinetschef van Johan Vande Lanotte en Freya Van den Bossche in de politiek zou worden ge-lanceerd. Een man met visie, werd hij genoemd. Zeker op economisch vlak. Zelfs Yves Leterme liet zich af en toe ontvallen dat hij nieuwsgierig was naar de plannen van de socialist. Minister zou Crombez worden, misschien zelfs partijvoorzitter.

Grote verwachtingen dus, maar daarmee win je nog geen verkiezingen. Door meer dan honderd ledenbezoeken af te leggen en zijn gezicht te laten zien op evenementen als het Oostendse filmfestival of bij matchen van de basketbal- en voetbalploeg is hij in sommige Oostendse kringen al behoorlijk bekend. Maar twee maanden voor de Vlaamse verkiezingen herkennen de gewone Oostendenaars hem zelfs niet in zijn eigen wijk. Daar wordt dan ook intensief aan gewerkt. ‘Ik loop graag op straat’, zegt Crombez. ‘Ik wil niet aan politiek doen in slogans. En in de media is er weinig ruimte voor inhoudelijke discussie. Op straat of op café kun je wél in debat gaan met de mensen.’ In Oostende hebben veel kiezers wel oren naar de argumenten van een socialist, zeker als hij op de steun van wilde weldoener Vande Lanotte kan rekenen. Maar de rest van de provincie wordt wellicht moeilijker te veroveren. Vooral omdat de lijsttrekker op straat vooralsnog beter aanslaat dan op televisie.

‘Slimme joengen’, zegt een buurman wanneer Crombez de straat uitrijdt. ‘Een professor, hè. Zjuust gelik Vande Lanotte. Maar zou hij ook zo goed kunnen vechten als Johan? En zou hij zijn handen wel vuil willen maken? Want dat moet je doen in de politiek, hè. Zeker in Oostende.’

DOOR ANN PEUTEMAN / FOTO LIEVEN VAN ASSCHE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content