De elf vertegenwoordigers van de werkgevers en de werknemers staan in hun Groep van Tien voor een onmogelijke opdracht. Het kan hen niet goed varen. Als zij een centraal akkoord sluiten voor de komende twee jaar, is iedereen ontstemd: te veel loonsverhoging aan de ene kant, te weinig koopkrachtstijging aan de andere. Zonder akkoord komen zij er niet beter van af. De regering zal dat bovendien niet waarderen, omdat de sociale vrede dan in gevaar wordt gebracht De inzet lijkt nochtans niet indrukwekkend, enkele tienden van één procent reële loonsverhoging.
De werkgevers spelen het harder dan voorheen. Ze zijn erg zenuw-achtig. Het zit hen niet mee: de sterke euro, de concurrentie van de nieuwe Europese lidstaten uit Oost-Europa, de globale economie, het dictaat van de beurzen voor meer aandeelhouderswaarde, de dagjespolitiek van de financiële markten… Op loonkosten besparen ligt dan voor de hand.
Weinig financiële directeurs rekenen echter de verkwisting na die hun collega’s met vastgoed aanrichten. Banken en verzekeringsmaatschappijen bouwen paleizen, kantoren vestigen zich in riante parken aan de stadsranden. Het moet er groot en vooral luxueus uitzien. Bouwpro-motoren zijn zeer ontevreden over de zwakke verhouding tussen de gebruikte kantooroppervlakte en de totale investering.
Het kan beter. Het Duitse concern Siemens, de uitvinder van de nieuwe 40-urige werkweek, kon bij zijn Belgische dochter werkgelegenheid redden door de kantooroppervlakte te halveren. Door de sanering van zijn vastgoed wint Siemens Belux in twee jaar tijd zes miljoen euro.
Waarom zouden werknemers dagelijks de kantoorruimte bezetten? Human-resourcesgoeroes voorspellen dat bedrijven die niet massaal voor (tele-)thuiswerk kiezen, verliezen. Die ondernemingen vergissen zich niet alleen in de technologie. Zij zien ook niet dat de ‘nieuwe werknemer’ de creatieve zelfstandige is, onderaannemer van zijn bedrijf. Toch toont het bedrijfsleven niet veel belangstelling voor thuiswerk: moeilijk te organiseren en te controleren, luidt het – terwijl de praktijk net een stijging van de arbeidsduur én de productiviteit aantoonde. De vakbonden zijn evenmin geïnteresseerd. Ze lopen verloren tussen de regeltjes over vergoedingen voor thuiswerk – wat trouwens beter met fiscale kostenaftrek geregeld wordt. Slechts elf procent van de werknemers verricht op een of andere manier thuisarbeid.
Bij de dienst Erfenissen van Dexia Bank werkt ongeveer de helft het personeel een halve week thuis, sommigen zelfs nog met een viervijfdebaan. De rekening is positief: dertig dossiers per dag thuis, twintig op kantoor. Consultant Accenture zei het idee van een vaste werkplek al jaren geleden vaarwel, waardoor spectaculair kan worden bespaard op de dure kantoorruimte in Brussel. Er zijn nog slechts 250 werkplaatsen voor 600 personeels-leden.
Accenture sloot trouwens net een contract met de NMBS voor gratis woon-werkverkeer voor zijn werknemers. De meerkost is minimaal, maar de onderneming bezuinigt op parkeerplaatsen – en helpt tegelijk het mobiliteitsprobleem oplossen. Andere bedrijven berekenden dat de verdeling van de wekelijkse werktijd over vier dagen een vijfde van de bedrijfsruimte uitspaart – en ook alweer het fileprobleem verhelpt.
Niet overal doenbaar? Natuurlijk niet. Ford kan nooit zijn montagearbeiders thuis laten werken. Maar de Belgische economie is een diensten-economie, er zijn veel meer bedienden (en ambtenaren) dan arbeiders. Ruimte zat voor creativiteit.
info: De auteur is gewezen redacteur van Knack.
Guido Despiegelaere