Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Het is bijna ondenkbaar dat Congo intact zal blijven na de rebellie. De belangrijke vraag is wie dan welk stuk in handen zal krijgen.

Hoe sterk zijn de rebellen die zich in West-Congo op de weg naar de hoofdstad Kinshasa bevinden? Rond deze cruciale vraag draaien de analysen van de gebeurtenissen in het verbrokkelende Congo van Laurent-Désiré Kabila. De president weert zich als een in het nauw gedreven menskrokodil. Zoals te vrezen viel, schrikt hij er niet voor terug om grote delen van Centraal-Afrika mee te slepen in zijn strijd om politieke overleving.

De strijdmacht van de rebellen wordt op vijftienduizend eenheden geraamd, maar daarvan is het grootste deel in Oost-Congo actief. Niemand weet hoeveel strijders er zich ondertussen bij de rebellen in West-Congo hebben aangesloten. En niemand kan voorspellen of die strijders ook bij de rebellen zullen blijven als ze merken dat ze toch niet zonder noemenswaardige weerstand naar Kinshasa kunnen doorstoten. De eerste geruchten over plunderingen door losgeslagen ex-soldaten van het vroegere Zaïrese leger in de havenstad Matadi zijn een veeg teken.

Het zijn buitenlandse soldaten die de rebellen in het nauw drijven. De Angolezen verbaasden vele waarnemers – en niet in het minst de organisatoren van de rebellie – door zich actief in de strijd te mengen, met pantserwagens en gevechtsvliegtuigen, en met succes, want ze sneden de rebellen alvast af van hun logistieke aanvoerwegen in Kitona en Moanda. De Angolese inbreng verrast omdat aangenomen werd dat de Angolese president José Eduardo dos Santos boos was op Kabila, die te weinig gedaan zou hebben om de Unita-rebellen van Jonas Savimbi een vrij gebruik van het Congolese territorium te ontzeggen. Er werd zelfs geopperd dat Kabila zwaar betaald werd – in diamanten – door met Savimbi gelieerde zakenmannen. Maar blijkbaar slaagde papa Kabila erin Dos Santos te overtuigen van het tegendeel: namelijk dat Unita-soldaten meevechten met de rebellen die oprukken naar Kinshasa.

PLANNEN VOOR EEN INTERVENTIE

Achter de Angolese interventie schuilt mogelijk een potentieel nog gevaarlijker logica. De Angolezen hebben nu virtueel het uiterste westen van Congo in handen. Zo maken ze de verbinding tussen hun eigen olie-enclave Cabinda, die zich boven de monding van de Congostroom bevindt, en het thuisland ten zuiden ervan. Uitgaande van de veronderstelling dat de rebellen Kinshasa aanvallen en innemen, zouden de Angolezen wel eens durven treuzelen om zich terug te trekken achter de oorspronkelijke grenzen. En zouden de rebellen op hun beurt moeten vechten om de gebieden te heroveren die ze als eerste uitvalsbasis gebruikten, en die belangrijk zijn om niet in economische ademnood te geraken.

Angolese gevechtsvliegtuigen jagen de vrachtwagens vol rebellen op de weg naar Kinshasa. Het staat vast dat de rebellen al voorbij Kisantu zijn, een dikke honderd kilometer ten zuidwesten van Kinshasa, maar het is onduidelijk hoe ver ze sindsdien gevorderd zijn. Ten zuiden van de stad zouden namelijk enkele honderden goed uitgeruste en getrainde commando’s uit het Zimbabwe van Kabila’s bondgenoot Robert Mugabe een levend obstakel gevormd hebben. Mugabe ergert zich al jaren blauw aan het succes van de Zuid-Afrikaanse president Nelson Mandela als grote inspirator van de regio. Het volstond bij wijze van spreken dat die zich begon in te spannen om een diplomatieke oplossing voor het conflict te zoeken, om Mugabe een reden te geven soldaten uit te sturen.

Ondertussen stijgt de spanning in Kinshasa. Stroom- en watervoorziening worden met de regelmaat van een klok onderbroken. De prijzen en de wisselkoersen schieten de hoogte in. ’s Nachts is de stad het exclusieve domein van militairen. Overdag wordt er ijverig gezocht naar spionnen en indringers. Aan de overkant van de stroom, in Brazzaville, worden steeds meer plannen gemaakt voor een westerse interventie, voor als het uit de hand zou lopen. Er werden zelfs al enkele Belgische militaire verkenners vooruitgestuurd, omdat de Belgische overheid zich nu eenmaal verplicht weet om ten minste te proberen om achtergebleven landgenoten bij chaos te gaan ontzetten. Ook in Lubumbashi, de hoofdstad van Katanga in het zuidoosten van het land, waar Kabila het grootste deel van zijn tijd zou doorbrengen, stijgt de spanning en verslechtert de sfeer. De stad zou vergeven zijn van de wegversperringen.

KINSHASA ZIT IN DE TANG

Militaire waarnemers menen dat de rebellen rond Kinshasa eventjes op de rem zullen gaan staan. Ze hebben al enkele keren laten weten dat ze bereid zijn om te onderhandelen – ongetwijfeld in de overtuiging dat de regering van Kabila dit voorstel toch niet ernstig zal nemen.

Ondertussen hebben hun medestrijders aan de andere kant van het land Kisangani ingenomen, de derde stad van het land – een proces dat tot veler verbazing zonder plunderingen gepaard ging. Kisangani ligt aan de Congostroom, die door de Evenaarsprovincie naar Kinshasa loopt. Het is niet ondenkbaar dat de rebellen zullen gebruik maken van de rivier om zich naar Kinshasa te haasten, dat ze dan vanuit het noorden kunnen aanvallen om zo de druk op hun in het nauw gedreven wapenbroeders in het zuiden te verzachten. Omdat ze in de wouden van de Evenaarsprovincie op niet te veel weerstand zullen stuiten, zouden ze de hoofstad in twee weken tijd in het vizier kunnen krijgen.

In het oosten zou hun rol ondertussen overgenomen worden door Rwandese en Ugandese troepen – zo die al niet vroeger op grote schaal aanwezig waren. De Ugandese president Yoweri Museveni en Rwanda’s sterke man Paul Kagame hoeven zich niet langer geremd te voelen, nu ze zich hebben kunnen opwinden over de inmenging van Zimbabwe en Angola in wat ze zelf altijd verkochten als een “Congolese binnenlandse aangelegenheid”. Als de dubbele raid op Kinshasa zou mislukken, zullen ze in ieder geval stevig positie hebben ingenomen in het oostelijke deel van het land, dat ze dan feitelijk in hun eigen invloedssfeer kunnen opnemen. Er zal ongetwijfeld een politieke structuur bedacht worden om deze ingreep te verpakken als iets dat volstrekt geen annexatie is.

Als de raid op Kinshasa daarentegen zou lukken, zullen de fronten zich naar het zuiden verleggen. Er wordt langs vele kanten stevig getrokken aan het versleten lappendeken, dat het grote Congo geworden is. Dat Kabila zich desgevallend in de rijke mijnprovincie Katanga zal verschansen, is zo goed als zeker.

Het zou ook niet verwonderen, mochten de Angolezen een tweede front openen, in het diamantrijke zuiden van de provincie Bandundu, waarmee ze onder meer de weg voor Unita definitief zouden willen afsnijden. De witte paters en andere leden van het bijna uitgestorven ras dat de missionarissen geworden zijn, hebben al voorzichtig het Belgische federale model gelanceerd als mogelijke optie voor het Congo van morgen. Ze dreigen echter te laat te komen. Allicht zullen ze nog net lang genoeg leven om een kruis te kunnen maken over het Congo dat ze ooit mee hebben gemaakt.

Dirk Draulans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content