Ook na tachtig jaar heeft niemand het doel al kunnen aanwijzen waarvoor gestreden werd in de Eerste Wereldoorlog. Wat hoopten de vechtenden te winnen op de slagvelden van Verdun en Ieper? Voor welk ideaal moesten miljoenen mensen sterven? De verbijsterende waarheid is dat voor geen enkel doel gevochten werd en dat de inzet van de strijd alleen de strijd zelf was. Stilaan wordt duidelijk dat de generaals van deze oorlog het grootste rituele mensenoffer hebben gebracht dat de geschiedenis ooit gekend heeft. Dit obscene bloedfeest moest de veelaanbeden goden van het nationalisme en de wapenindustrie behagen. Met granaten en gifgas werden jonge mensen geslachtofferd. Zij stierven als ratten in de modder van de loopgraven, uiteengereten door bommen of gestikt in hun braaksel. Hoe mild en verschoonbaar, haast zachtmoedig, lijkt dan de messteek van de Azteekse hogepriester die het nog kloppende hart uit het lichaam van zijn slachtoffer snijdt om het de zonnegod aan te bieden. Aan de IJzer werd zelfs het mensenoffer onteerd.

Indien het alleen de bedoeling was te slachten, zijn de bezetenen van de Eerste Wereldoorlog in hun opzet ruimer geslaagd dan zij voor mogelijk konden houden. Hitler is uit de loopgraven opgestaan en kon zijn gemartelde volk tot voldoende waanzin drijven om het tot een tweede slachting te bewegen. Het bloedbad dat twintig jaar later aangericht werd, overtrof het eerste nog in omvang, razernij en perversiteit.

Sindsdien werd het nooit meer vrede in Europa, al heerste even de stilte van een strategisch evenwicht. Twee grootmachten verdeelden het verscheurde continent en hielden elkaar met nucleaire wapens in bedwang. Toen een van beide tenslotte door de knieën ging, viel de wankele constructie in elkaar en flakkerden oude brandhaarden weer op. De twintigste eeuw eindigt zoals zij begonnen is, met een Balkan die in lichterlaaie staat.

Nu de vraag een antwoord moet krijgen of een verder gebruik van geweld noodzakelijk is om de zich uitbreidende branden te blussen, herleven de gedachten aan het verleden. De geschiedenis biedt genoeg empirisch materiaal om te leren wanneer en waartoe geweld gebruikt wordt. Vereenvoudigd gesteld, kan men twee redenen onderscheiden waarom mensen naar het front trekken.

De eerste reden is de noodzaak te strijden voor een heilige zaak. Naargelang van de terminologie van het ogenblik kan de intentie waarvoor de heilige oorlog wordt gestreden God, het vaderland, de democratie, of de mensenrechten heten. De tweede reden ligt in de overtuiging dat de goden, die het volk aanbidt, een bloedoffer eisen. Het kan Baäl zijn, Tezcatlipoca, het Pentagon, of Wall Street die hun volgelingen deze beproeving opleggen. De oorlog is dan het ritueel, de gesneuvelden zijn de offergaven.

De Tweede Wereldoorlog – die eigenlijk maar de tweede fase was van de grote oorlog van de twintigste eeuw – was van het type heilige oorlog, de strijd tegen de geïncarneerde Satan en zijn Derde Rijk. Ook de Franse Revolutie en de kruistochten waren ondernemingen met de overtuiging een nobel ideaal te dienen. De Eerste Wereldoorlog, het voorspel van de Tweede, was daarentegen een zuivere rituele oorlog. De naties, de bondgenootschappen, de oorlogsmachine zelf, toetsten de bereidheid van het volk om voor hen te sterven, en kregen voldoening. Ook de Vietnamoorlog behoorde, ondanks de retoriek over het communistisch gevaar, tot deze categorie. De tienduizenden Amerikanen die omkwamen, hebben zichzelf noch hun land gediend, alleen de bevelen werden gehoorzaamd.

Binnen welke categorie moet de huidige interventie van de Navo in de Balkan ondergebracht worden? De officiële verklaringen laten er geen onduidelijkheid over bestaan dat het geallieerde optreden een humanitair karakter heeft en dus een gerechtvaardigde “heilige oorlog” genoemd mag worden. De Servische tiran die etnische zuiveringen doorvoert en de mensenrechten massaal schendt, moet uitgeschakeld worden.

Er zijn echter redenen om te vrezen dat de oorlog toch van het rituele soort zou zijn. Een heilige oorlog wordt anders gevoerd. De strategie wordt afgesteld op het concrete doel waarvoor de strijd geleverd wordt, en aan dat doel is alles ondergeschikt. Middelen die het doel niet dichterbij brengen, laat staan het tegendeel bereiken, worden niet aangewend. Maar hier is het anders en wordt het doel prijsgegeven voor de middelen. Hoe kunnen luchtbombardementen respect voor de mensenrechten afdwingen? Ze zijn er zelf een schennis van. Hoe kunnen ze de deportaties stoppen? Ze veroorzaken zelf stromen vluchtelingen. Hoe kunnen ze een dictator verjagen? Ze versterken zijn aanhang bij de geteisterde bevolking. Hoe kunnen ze de vrede brengen? Ze zaaien een haat die nog generaties zal voortwoekeren. De stelselmatige contradictie tussen het middel en het doel, de regelrechte contraproductiviteit van deze strategie, is zo flagrant dat het vermoeden gewekt wordt dat het beweerde humanitaire doel helemaal niet nagestreefd wordt en het waarachtige oogmerk het gebruik zelf van de wapens is.

Het geloof dat bommenwerpers en kruisraketten respect voor de mensenrechten kunnen afdwingen, is dermate in strijd met de logica èn met de ervaring, dat achter die bewering een andere bedoeling moet schuilgaan. De ware intentie blijkt klaarder uit de militaire en politieke feiten zelf. De gretigheid waarmee de wapens worden geproduceerd, getest en ingezet, verraadt al de betekenis die aan deze tuigen en aan de effecten die ze teweegbrengen, wordt gehecht. De bereidheid van de regeringen om voor dit materiaal astronomische bedragen neer te tellen, gekoppeld aan de weigering om dat geld te besteden aan hulp die wèl zou bijdragen tot een oplossing van de problemen, bevestigt het vermoeden dat het gebruik van de strijdmiddelen het doel op zichzelf vormt. Hier wordt geen humanitair programma uitgevoerd, maar een bloedig ritueel afgewerkt.

De tijd is er weer rijp voor. Het geld is beschikbaar (een gigantisch overschot op de Amerikaanse begroting), de wapens staan op punt, een brede alliantie werd gesmeed. De slachting, waarvoor het wapentuig met zoveel zorg werd vervaardigd, kan plaatsvinden.

Gerard Bodifee

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content