De eeuwige oorlog tussen de Verenigde Staten en de arme cocaboeren in het Boliviaanse Andes- gebergte heeft een nieuw hoogtepunt bereikt.

Er gebeurt niets nieuws onder de hoogtezon van Bolivië. Met de regelmaat van de klok breken er in het straatarme land grote stakingen uit, die het hele land plat leggen en dan met geweld neergeslagen worden. Radicale leraars die loonsverhoging eisen of cocaboeren die boomstammen omleggen over provinciale wegen: het zijn vaste ingrediënten van de Boliviaanse realiteit, die misschien vanwege de hoogte alleen maar extreme eisen en antwoorden verstaat…

De vorige drie Boliviaanse presidenten zetten massaal het leger in om de sociale onlusten de kop in te drukken, en kondigden graag de noodtoestand af. Ook voor de huidige, ex-generaal Hugo Banzer, lijkt de staat van beleg de enige uitweg in de crisis, hoezeer de 71-jarige president tegenwoordig ook met zijn imago begaan is.

Dat is wel anders geweest. Hugo Banzer staat immers vooral bekend als de kleine dictator die in 1971 een coup pleegde tegen de “linkse” generaal Juan José Torres. Banzer, een militair die, in de jaren van veralgemeende interne oorlogen om de “nationale veiligheid”, onder de vleugels van de VS-militairen opgeleid werd in de communistenfobe School of the Americas, bleef zeven jaar aan de macht en voerde een schrikbewind tegen opposanten. Hij kon op het yes van VS-presidenten Richard Nixon en Gerald Ford rekenen, zeker na zijn privatisering van de petroleum en het openstellen van Bolivia voor buitenlandse investeringen.

Nadat Banzer in 1978 op zijn beurt door een coup opzij werd gezet, beloofde de man via de grote poort terug te komen. Hij hield zijn woord. Na vijf mislukte pogingen, werd Banzer vorig jaar zo democratisch als dat in Bolivië kan tot president verkozen.

SOLDATEN VERSUS COCATELERS

Het is wel begrijpelijk dat de oude generaal nu liever niet aan zijn dictatoriaal verleden wordt herinnerd. Maar de harde hand lijkt zijn enige optie, nu de onderhandelingen met de centrale vakbond afbraken. Ondanks de acht doden en tientallen gewonden die sinds de eerste april – het begin van een algemene staking – vielen in La Paz en Cochabamba, geraken de twee partijen geen millimeter dichter bij elkaar. De regering wil het mininummaandloon optrekken van 45 tot 54 dollar per maand, de vakbonden willen meer dan het dubbele.

De echte veldslagen spelen zich hoe dan ook niet af in de grote stad maar op het platteland, en meer bepaald tussen de cocatelers en het leger. De bejaarde president had bij zijn aantreden aan zijn oude vrienden en beschermers in Washington beloofd werk te zullen maken van de uitroeiing van de meer dan vijftigduizend hectares coca, die Bolivië rijk is. De coca, die voor negentig procent afkomstig is uit de tropische Chapare-regio (Cochabamba), is niet alleen Boliviës belangrijkste exportproduct, ook voor duizenden boeren is de grondstof van cocaïne hun enige bron van inkomsten. Tot nog toe kende de regeringspolitiek nog maar weinig succes: voor elk cocaveld dat ontbladerd werd, begonnen de boeren elders een nieuwe plantage. Maar de recente Operacion Tropico, waarbij duizenden soldaten en politieagenten werden ingezet, heeft de vlam in de pan doen slaan.

De boeren dreigen er nu mee de uitroeiingscentra te vernielen en Amerikaanse adviseurs aan te vallen. De Verenigde Staten oefenen al jaren druk uit op Bolivië om de cocaproductie terug te schroeven. Niet alleen zijn er honderden DEA-agenten ( Drug Enforcement Agency) in het Andesland gestationeerd, ook de buitenlandse ontwikkelingshulp wordt als lokaas gebruikt om cocavelden uit te roeien. Ironisch genoeg bemoeilijkt de Amerikaanse inmenging en militarisering van de regio de overschakeling naar andere teelten. Het zware legermaterieel dat wordt ingezet bij de vernietiging van de cocaplantages, beschadigt de zeldzame wegen, zodat het transport van bananen en citrusvruchten voor de boeren onmogelijk wordt. Coca daarentegen weegt veel lichter en kan met lastdieren vervoerd worden.

HET STAATSHOOFD BELASTERD

Het conflict tussen de cocaboeren en de president wordt nog gepolariseerd door de persoonlijke vete tussen Banzer en de volksvertegenwoordiger Evo Morales, die afkomstig is uit de rangen van de cocaboeren. Morales beschuldigt de president en zijn familie ervan, in de jaren zeventig zelf goed geld te hebben verdiend met de drugshandel.

Banzer wil niet verder onderhandelen zonder dat Morales deel uitmaakt van de vakbondsdelegatie. De partij van Banzer (ADN) wil de cocaleider trouwens uit zijn ambt ontzetten wegens laster aan het adres van het staatshoofd. De bejaarde leider die met zijn harde antidrugspolitiek vooral Washington wil behagen, heeft in de VS alvast een trouwe bondgenoot. De Amerikanen kwamen na de gewelddadige rellen terug op hun beslissing om de antidrugsubsidies aan Bolivië van 48 miljoen dollar tot 12 miljoen dollar in te krimpen.

Tom Dieusaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content