Het dossier-Dutroux hangt aaneen van onwaarschijnlijke missers, fouten en nalatigheden. Een voorlopig overzicht.

Georges Demanet, procureur-generaal bij het Hof van Beroep in Bergen, vraagt in 1987 de verwijzing van de (eerste) monsterachtige zaak- Dutroux verkrachting en opsluiting van vijf minderjarigen en één meerderjarige naar de Correctionele Rechtbank, niet naar het Hof van Assisen. Dat beperkt de hoofdstraf van de beklaagde tot maximum tien jaar.

April 1994 : Marc Dutroux komt voorwaardelijk vrij ondanks een negatief advies van Demanet en van de administratieve commissie.

De opsporingen naar de verdwenen Julie en Melissa komen slechts zeer traag op gang in 1995. Vijf verschillende onderzoeksrechters buigen zich in de beginfase zonder coördinatie over het dossier.

Het parket van Brugge talmt zomer 1995 ook met het starten van de zoekacties naar de ontvoerde An en Eefje.

December 1995 : Dutroux wordt opgepakt voor diefstal met geweld. Demanet beweert hiervan later niet op de hoogte te zijn gebracht, evenmin als over Dutroux’ vrijlating op 20 maart 1996. Dat impliceert dat Thierry Marchandise, procureur in Charleroi, in gebreke gebleven zou zijn. Het doorspelen van de informatie had Dutroux’ voorwaardelijke invrijheidsstelling kunnen opschorten.

Dezelfde Marchandise krijgt in de loop van 1995 verschillende keren van de rijkswacht schriftelijke informatie (afkomstig van tipgevers) over het doen en laten van Dutroux (dossier- Othello). De procureur speelt ogenschijnlijk de gegevens niet door aan de onderzoeksrechter in Luik, Martine Doutrewé, belast met het onderzoek naar de verdwijning van Julie en Melissa.

Dutroux wordt afgezien van het diefstalintermezzo kennelijk gerust gelaten. De fiscus stelt zich geen vragen over het stijgend onroerend bezit van de werkloze delinquent. De politie merkt niks van de veelvuldige bezoeken van Oost-Europeanen aan Dutroux. De controlerende geneesheer van het ziekenfonds ziet geen graten in zijn blijvende arbeidsongeschiktheid.

Het sociaal verslag over de vrijgelaten Dutroux zit vol hiaten. Het maakt noch melding van zijn aanhouding in 1995, noch van zijn vrijlating (1996). Het oordeel van justitieminister Stefaan De Clerck (CVP), vorige week in de parlementaire commissie : ?Door het gebrek aan nieuwsgierigheid, doortastendheid en gezond scepticisme vanwege de begeleiders en hun onmiddellijke hiërarchische oversten en door een gebrek aan samenwerking tussen alle betrokken instanties is Dutroux erin geslaagd een vals beeld van zichzelf in stand te houden en iedereen in de waan te laten dat hij een rustig leventje leidde.?

Ondanks duidelijke aanwijzigen van analogie in de verschillende verdwijningsdossiers, komen de betrokken parketten en parketten-generaal niet bij elkaar en blijft een vergelijkende misdaadanalyse uit.

Herhaalde huiszoekingen in de eigendommen van Dutroux leveren niets op. In 1993 slaagde hij er overigens al in onderzoekers de verbouwingswerken in zijn kelder volgens tipgevers van de rijkswacht bedoeld als transitplaatsen voor kinderhandel als ?verbouwingen? te verkopen.

Het gehakketak tussen de politiediensten blijft na de jongste aanhouding van Dutroux voortduren. Cruciale processen-verbaal van de Gerechtelijke Politie bereiken hun collega’s van de rijkswacht slechts zeer laattijdig. Idem voor het verslag van de anatoom-patholoog die de lijkschouwingen uitvoerde op Julie en Melissa.

Twaalf dagen na het oppakken van Dutroux blijkt een band te bestaan tussen hem en George Zicot, lid van de Gerechtelijke Politie van Charleroi en al jaren verdacht van maffiose relaties.

F.D. M/J.G.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content