‘Maak een klassieke driepartijenregering die de rit uitdoet tot 2011.’ Dat is het advies van zelfbenoemd koninklijk reparateur en gewezen PSC-voorzitter Gérard Deprez.

Tussen 1981 en 1996 was Gérard Deprez als partijvoorzitter van de Franstalige christendemocraten bij alle belangrijke beslissingen in dit land betrokken. Sinds zijn overstap met zijn Mouvement des Citoyens pour le Changement (MCC) naar de Franstalige liberalen van de MR, zit Deprez op een zijspoor, maar hij blijft een scherp waarnemer van het politieke bedrijf. Toen in volle formatiecrisis een aantal politieke wijzen door koning Albert naar het paleis werden gevorderd om hun licht over de situatie te laten schijnen, deelde de minister van staat bij het binnenrijden, tot jolijt van de wachtende journalisten aan de poort, A4’tjes met daarop ‘S.O.S. Dépannage, Maison Deprez’ uit. Maar vandaag, na de zoveelste politieke dip, wil het lachen hem weleens vergaan.

Welk gevoel hebt u bij de aanvaring tussen de rechterlijke macht en de regering, die uiteindelijk de val van de regering-Leterme heeft veroorzaakt?

GéRARD DEPREZ: De belangrijkste disfunctie in dit dossier mag niet op het conto van de politiek worden geschreven. Het is allemaal begonnen met de loslippigheid van een rechter, niet met een persoonlijk initiatief van een kabinetsmedewerker die geprobeerd zou hebben een lopende rechtszaak te beïnvloeden. Het is alsof deze regering het collaterale slachtoffer is geworden van een misstap bij justitie, waarop ze, toegegeven, barslecht heeft gerea-geerd. De regering had de procureur des Konings moeten inlichten. Maar wie in het vuur van de strijd met dit soort informatie wordt geconfronteerd, heeft misschien niet spontaan die reflex.

Meer nog. De regering heeft volgens eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain Londers geprobeerd het arrest over de verkoop van Fortis te beïnvloeden.

DEPREZ: De eerste voorzitter van het Hof van Cassatie geeft zelf aan dat hij geen harde juridische bewijzen kan voorleggen die zijn vermoeden van beïnvloeding kunnen staven. Er zijn alleen ernstige aanwijzingen. Dat betekent dat we ons nog maar in de onderzoeksfase bevinden. Voor een eindoordeel is het te vroeg. Daarom lijkt het me goed dat een parlementaire onderzoekscommissie zich kan buigen over wat er echt is gebeurd. Want een telefoontje is op zich niet laakbaar, de inhoud ervan mogelijk wél.

Vindt u dat Ghislain Londers buiten zijn boekje is gegaan?

DEPREZ: Ik geloof wel dat Londers de politieke verantwoordelijken op de hoogte moest brengen van de ernst van de situatie. Maar het had misschien allemaal wat minder theatraal gekund.

Moest de regering na de beschuldigingen van Londers over ontoelaatbare druk op de rechterlijke macht ontslag nemen?

DEPREZ: Daar ben ik niet van overtuigd. Het ontslag van de regering is trouwens het gevolg geweest van een gebrek aan vertrouwen tussen de partijen. Als het vertrouwen weg is, kun je geen kant meer op.

De timing van deze politieke crisis oogt bijzonder ongelukkig.

DEPREZ: Zonder meer. De economische toestand is zorgwekkend, de financiële crisis nog lang niet voorbij. Je moet al een grote optimist zijn om te geloven dat er geen nieuwe financiële schandalen zullen opduiken. Sommigen vrezen ook voor een monetaire crisis, nu de dollar blijft dalen, het Britse pond ineenzakt en de euro in waarde stijgt. Daardoor zou de economische teruggang in de eurozone nog sterker worden. Deze politieke crisis komt met andere woorden op het slechtst denkbare moment.

Een andere zorgelijke ontwikkeling is de extreem moeilijke positie waarin CD&V, een van de pijlers van de ontslagnemende coalitie, zich bevindt. Die partij was al getraumatiseerd door de breuk van het kartel en verliest met Yves Leterme en Jo Vandeurzen nu twee van haar kopstukken – of die zijn in elk geval onherstelbaar beschadigd. CD&V is een gewond dier vandaag en dat is een gevaarlijke situatie.

Bij het ter perse gaan van Knack werken de huidige coalitiepartners aan een doorstart met dezelfde partijen. Welke formule geniet uw voorkeur?

DEPREZ: Het minimalistische scenario, waarbij de koning het ontslag van de regering zou weigeren en slechts één ministerwissel, namelijk voor Justitie, zou doorvoeren, lijkt me het minst wenselijke en ook het minst waarschijnlijke scenario. Een ander, haast even beroerd scenario, zou erin bestaan dat de coalitiepartners een noodregering voor zes maanden maken en besluiten in juni ook federale verkiezingen te houden.

Waarom zou dat zo slecht zijn?

DEPREZ: Omdat België de volgende maanden dan niet bestuurd zal worden. De verkiezingscampagne gaat van start de dag dat die regering aantreedt. Ik ben bang dat een tijdelijke noodregering, met min of meer dezelfde samenstelling, niets zal klaarspelen en zal wegzinken in oeverloos geruzie. Het zal me ook benieuwen hoe zo’n noodregering het probleem Brussel-Halle-Vilvoorde denkt te regelen. Hoe ga je na dit zware conflict tussen politiek en gerecht als politicus aan de publieke opinie uitleggen dat je een arrest van het Grondwettelijk Hof aan je laars lapt? Waarom dus niet proberen een regering in het zadel te helpen die aanblijft tot het einde van de normale regeerperiode? Nieuwe verkiezingen zullen niets oplossen. Welk palmares gaat zo’n noodregering in juni voorleggen? Ons land leidt namelijk aan een dubbele kwaal. Op economisch vlak is Wallonië nog steeds ziek, maar op politiek vlak is Vlaanderen er dan weer slecht aan toe. De combinatie van die twee ziektebeelden kan een dodelijke cocktail opleveren.

U pleit dus voor een regering die de rit uitdoet?

DEPREZ: Ja. In alle opzichten belooft 2009 een moeilijk jaar te worden. We hebben dus een volwaardige regering nodig. Ideaal bevat die drie nieuwigheden. Een sterke aanvoerder met echt gezag. Een meerderheid aan Vlaamse kant zou ook geen overbodige luxe zijn en dus moet men de SP.A zien om te praten. En als we willen voorkomen dat België de komende acht jaar verlamd wordt door communautair gepalaver moeten ook een aantal institutionele vraagstukken worden opgelost. Maar daarvoor is een minimum aan vertrouwen nodig tussen de politieke actoren. Want partijvoorzitters en ministers gedragen zich op dit moment als krijgsheren.

Wat met de politieke dreiging die kan uitgaan van een parlementaire onderzoekscommissie over Fortis?

DEPREZ: Die hoeft geen bezwaar te vormen als Jo Vandeurzen en Yves Leterme geen deel van die nieuwe regering uitmaken. Hun kabinetten vormden toch het knooppunt van de incestueuze contacten tussen politiek en gerecht.

Ontslagnemend vicepremier Didier Reynders van de MR zal in die onderzoekscommissie ook niet onbesproken blijven.

DEPREZ: Als architect van de verkoop van Fortis aan BNP Paribas, ongetwijfeld, maar ik heb geen enkele reden om Didier Reynders van ongeoorloofde politieke inmenging bij het gerecht te verdenken.

Het federale niveau moet het communautaire laken weer naar zich toe trekken, zegt u. Opdoeken dus, die communautaire dialoog?

DEPREZ: Het spijt me, maar die communautaire dialoog is zand in de ogen. Een staatshervorming in België kan niet lukken zonder een federale premier met de vaste wil om ze erdoor te drukken en de actieve deelname van de partijvoorzitters aan de zoektocht naar een oplossing. De rest is komedie.

U kunt het weten. U was zelf eind jaren 1980 een van de drijvende krachten achter de mislukte Dialoog van Gemeenschap tot Gemeenschap.

DEPREZ: Hooguit heb ik daarmee het pad wat geëffend. Maar wij zijn er nooit in geslaagd een akkoord te sluiten dat vervolgens in wetteksten is omgezet en goedgekeurd.

Sommigen maken vandaag de vergelijking met eind jaren 1970, een periode van politieke instabiliteit, communautaire conflicten en ontsporende staatsfinanciën.

DEPREZ: Die parallel zie ik ook. Ik ben destijds als kabinetschef van de vicepremier trouwens in opstand gekomen tegen de christendemocratische partijen, omdat ik de gang van zaken schandalig vond. We hebben toen de slechtst mogelijke keus gemaakt door niet kordaat in te grijpen en simpelweg Wilfried Martens door Mark Eyskens te vervangen. Het resultaat was niet alleen dat we nauwelijks aan regeren zijn toegekomen, maar ook een historische verkiezingsnederlaag voor de christendemocraten.

Met de afgang van Yves Leterme wordt het voor CD&V straks ook bibberen en beven.

DEPREZ: Het vreemde is dat het de laatste tijd eigenlijk wat beter ging met Leterme. Hij had iedereen verrast met zijn vastberaden aanpak van de bankencrisis. Daarna had hij nog een paar bescheiden successen geboekt. En plotseling, in een paniekaanval na geruchten in de krant, schakelt hij met zijn brief zelf het mechanisme in dat zal leiden tot de val van zijn regering. Een van de problemen van Leterme is dat hij steevast een blunder begaat zodra hij voor de keuze is geplaatst tussen een goede en een slechte oplossing. Dat zit kennelijk in zijn karakter.

Is het in de huidige situatie niet erg onwaarschijnlijk geworden dat de MR zijn verkiezingsstunt van juni 2007 kan overdoen?

DEPREZ: Die inschatting lijkt me correct. Ik heb trouwens altijd gezegd, en Reynders was daar niet blij mee, dat het verkiezingsresultaat van 2007 minder een overwinning van de MR was dan een nederlaag van de PS. De PS zat toen in het oog van de storm, met dagelijkse berichten over nieuwe schandalen. In de huidige omstandigheden denk ik dat Reynders zijn weddenschap om van de MR de grootste politieke formatie te maken, zal verliezen.

Zal de MR worden aangesproken op het Fortisdebacle?

DEPREZ: Dat zal zeker een rol spelen. Nogal wat mensen die traditioneel tot de liberale achterban behoren, zijn vandaag diep teleurgesteld en zullen niet meer voor de MR stemmen.

DOOR HAN RENARD

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content