In het pas verschenen Bloed en Woede schetst Michael Burleigh de geschiedenis van het moderne terrorisme. Hij schuwt daarbij de controverse niet. Zo noemt hij terroristen ideologische nitwits en wijst hij met een vermanende vinger naar sympathiserende intellectuelen. Knack legde drie stellingen van Burleigh voor aan drie terrorisme-experts: Rik Coolsaet, André Vandoren en Luc Verheyden.

B loed en Woede van de Britse historicus Michael Burleigh zorgt bij heel wat academici en intellectuelen voor zure oprispingen. Tot de publicatie van zijn culturele geschiedenis van het moderne terrorisme, werd Burleigh op handen gedragen. Met Het Derde Rijk uit 2001 won hij de Samuel Johnson Prize. Het boek over nazi-Duitsland werd een bestseller en stelde Burleigh in staat om afscheid te nemen van de universiteit. Voortaan kon hij als fulltime schrijver-journalist-historicus door het leven.

In het vuistdikke Bloed en Woede schetst Burleigh de geschiedenis van het moderne terrorisme, van de 19e-eeuwse anarchisten tot de handlangers van Osama Bin Laden. Hij doet dat met schwung en met oog voor (bloederige) details. Hij laat ook niet na om commentaar te leveren, aan te klagen en te bekritiseren. Het leverde hem het verwijt op een ‘pophistoricus’ te zijn, een schrijvelaar met een vlotte pen die de polemiek opzoekt om zijn verkoopcijfers de hoogte in te jagen.

In Bloed en Woede poneert Michael Burleigh een aantal opzienbarende, prikkelende en soms boude stellingen over verleden, heden en toekomst van het terrorisme. Knack legde ze voor aan drie terrorisme-experts: Rik Coolsaet, professor internationale politiek en lid van de Europese Expert Group on Violent Radicalisation; André Vandoren, directeur van OCAD (Coördinatie Orgaan voor de Dreigingsanalyse) en Luc Verheyden, adjunct-directeur van OCAD en voormalig directeur van de antiterreurcel AGG.

1 Terroristen zijn ideologische nitwits

Volgens Michael Burleigh is het een fabeltje dat terroristen onderlegde ideologen zijn. Andreas Baader had de werken van Marx amper gelezen, en de religieuze scholing van zelfmoordterroristen van Al-Qaeda is onbestaande. Burleigh: ‘Terroristen zijn ongelooflijke minkukels. Veel van de huidige moslimterroristen hebben amper scholing gekregen. Dat verklaart hun uitzinnige woede. De Britse inlichtingendienst heeft een gedragsonderzoekunit die gearresteerde terroristen grondig ondervraagt. De onderzoekers zijn tot de conclusie gekomen dat al hun gevangenen een bedroevende kennis van hun eigen religie hebben.’ In Bloed en Woede citeert Burleigh een lid van de Baader-Meinhofgroep: ‘We lazen veel theorieën half. Die ene helft begrepen we – de andere helft niet.’

Rik Coolsaet geeft Burleigh gelijk: ‘Ideo- logie is voor terroristen een vehikel, maar ligt niet aan de basis van hun handelen. Terrorisme is het resultaat van politieke radicalisering. Wie zich onrecht aangedaan voelt, kan radicaliseren. Die radicalisering leidt soms tot dehumanisering: je gaat anderen zien als individuen die je mag en moet uitschakelen. Op dat moment ga je ook op zoek naar een ideologie als rechtvaardiging voor de dehumanisering van je tegenstander. Wat Burleigh over Andreas Baader zegt, geldt ook voor Mohammed Bouyeri, de moordenaar van Theo van Gogh. De boodschap die hij op de kleren van Van Gogh pinde, was ‘ copy and paste-islam’. Net als Baader is Bouyeri geen ideologische hoogvlieger, maar gebruikt hij een ideologie omdat die hem goed uitkomt.’

André Vandoren en Luc Verheyden van OCAD vinden dat Burleigh het belang van ideologie voor terroristen zwaar onderschat. André Vandoren: ‘Wij zitten allebei sinds de acties van de CCC in de terrorismepreventie en -bestrijding. We hebben meermaals kunnen vaststellen dat terroristen een ideologische achtergrond hebben die soms zeer ver gaat. Ze maken bijna allemaal dezelfde evolutie door: eerst zijn er hun overtuigingen. Die worden aangescherpt en verdiept in allerlei organisaties. Ze belanden in extremistisch vaarwater, en op een bepaald moment nemen ze hun toevlucht tot geweld en terrorisme. Van de mensen die wij destijds aangehouden hebben, zou ik niet direct durven te zeggen dat het nitwits waren.’

Luc Verheyden: ‘De leden van de CCC waren geen idioten. Het waren gestaalde marxistisch-leninistische ideologen. Zo verweten ze hun geestesgenoten van het Franse Action Directe (AD) niet recht in de leer te zijn. Bizar genoeg had Pierre Carette, de leider van de CCC, de ‘stiel’ bij AD geleerd en samen met hen aanslagen en diefstallen gepleegd. Nadien bestempelde hij hen als “vulgaire, laag-bij-de-grondse anarchisten”. Ook de Rote Armee Fraktion (RAF) zat volgens hem op een vals spoor. Voor Carette was er naast de CCC maar één goede beweging: de Rode Brigades.’

Zitten er dan geen ‘nuttige idioten’ in terroristengroepen? Iemand moet toch het vuile werk opknappen? Vandoren: ‘Je kunt inderdaad een onderscheid maken tussen het kanonnenvoer – de nuttige idioten – en de mensen met een radicale overtuiging, de gefrustreerden die als uitlaatklep maar één ding zien: aanslagen en geweld. In elke organisatie heb je mensen die gebruikt worden voor het uitvoerende werk, maar ook de ideologische scherpslijpers. Er zijn twee soorten terroristische organisaties: zij die plaatselijk verandering willen bewerkstelligen en degenen die een blind terrorisme voorstaan. De ETA wil Baskische onafhankelijkheid, de PKK wil onafhankelijkheid voor Koerdistan. Hun doelstelling verschilt totaal van anarchisten of jihadi’s die het bestel aanvallen. Bij die laatsten kom je ongetwijfeld vaker idioten tegen.’

2 Heel wat intellectuelen dragen een verpletterende verantwoordelijkheid

Michael Burleigh is niet mals voor de rol die intellectuelen spelen in de verdediging van terroristen. ‘In rijke linkse intellectuele kringen gold de omgang met RAF-terroristen als een statussymbool. Hetzelfde verschijnsel zie je ook nu. In 2006 liepen er demonstrerende idioten uit de middenklasse door de straten van Londen met borden waarop te lezen stond: ‘Nu zijn wij allemaal Hezbollah.’ Veel van onze linkse jongens en meisjes haten Israël en Amerika zo hartsgrondig dat ze er geen graten in zien om het op te nemen voor islamterroristen. Brits klein links is zo goed als gefuseerd met de moslimfundamentalisten. De Socialist Workers Party is opgelost in Respect. Lauren Booth, Cherie Blairs halfzus, is kandidaat voor Respect.’

En ook mensenrechtenadvocaten krijgen van Burleigh de volle laag: ‘Ze gaan veel te vaak over de grens: van ideologische sympathie voor hun cliënten evolueren ze naar activist en handlanger. Veel van de advocaten van de Rode Brigades en van de RAF zijn actieve helpers geworden. De geschiedenis herhaalt zich jammer genoeg ook nu met de islamisten. Veel advocaten die in Groot-Brittannië de provo’s vertegenwoordigden, zijn nu de advocaten van de islamisten. Het zijn advocaten met een fundamentele haat tegenover de politie.’

Rik Coolsaet vindt niet dat intellectuelen ‘een verpletterende verantwoordelijkheid’ dragen. ‘Het zijn niet de intellectuelen die aanslagen plegen. Hoeveel gereputeerde westerse intellectuelen nemen het op voor Al-Qaeda? Bitter weinig.’

Al geeft hij toe dat er ten tijde van de RAF en van de CCC sympathie leefde bij intellectuelen van de linkerzijde. ‘Dat was gewoon fout. De tactiek van het terrorisme zal nooit het gepropageerde doel bereiken. Je helpt geen onrechtvaardigheid de wereld uit door mensen op te blazen. De anarchistische terroristen uit de 19e eeuw wilden de burgerlijke staat omverwerpen. Het enige resultaat dat ze behaalden, was dat de burgerlijke staat zich versterkte door de repressie die ze uitoefende op de anarchisten. Voor de jihad is dat net hetzelfde: de jihadi’s hoopten om de ongelovigen uit het Midden-Oosten te verjagen. Maar de ongelovigen zijn nog nooit zo aanwezig geweest in het Midden-Oosten als nu. Burleigh heeft gedeeltelijk gelijk met zijn stelling dat sommige individuen van uiterst links de neiging hadden om het jihadterrorisme te rechtvaardigen, omdat ze tegen een gemeenschappelijke vijand, het Westen en de VS, strijden. Maar dat is ondertussen sterk afgenomen, precies omdat het failliet van de terroristische weg nu veel duidelijker blijkt. Als je beweert op te komen voor de bevrijding van moslims, terwijl uiteindelijk vooral moslims jouw slachtoffers zijn, verlies je op termijn alle credibiliteit bij jouw doelgroep.’

‘Tijdens de extreemlinkse terreur was er een collectief van linkse advocaten over het hele West-Europese ‘front’ actief’, zegt Luc Verheyden. ‘Ze stamden uit mei 68 en verdedigden de ideologie van de RAF. Ze hadden aanhangers over heel West-Europa. In organisaties zoals het Comité International de Défense des Prisonniers Politiques en Europe Occidental (CIDPPEO) zaten intellectuelen en advocaten die later in de politiek gegaan zijn, denk maar aan Daniel Cohn-Bendit. België heeft een zeer vrije democratische wetgeving. Er zijn niet veel West-Europese grondwetten die zoveel vrijheden geven als de onze: vrijheid van mening, vereniging, pers, religie… We hebben niet zoveel mogelijkheden om rechtstreeks te interveniëren. De landen rondom ons hebben bijna allemaal een bijzondere wetgeving ingevoerd, waardoor het strafbaar is om zich als sympathisant van een terroristische organisatie op te stellen. In België is nooit een lijst met verboden groeperingen ingevoerd.’

Is dat dan een lacune? André Vandoren: ‘Nee, integendeel. Onze vrijheden zijn een sterkte. Een terrorist heeft niets liever dan dat er een repressieapparaat geïnstalleerd wordt als reactie op zijn aanslagen. Wij zijn erin geslaagd om nooit in een situatie terecht te komen waarin de burger in zijn rechten en vrijheden beknot werd. In Duitsland wel, denk maar aan het Berufsverbot.’

3We zijn te tolerant

Michael Burleigh is van oordeel dat het Westen veel te tolerant is tegenover de radicale islam: door hen te tolereren, spelen we met onze eigen veiligheid. ‘De islamisten brengen een soort van collectieve afkeuring voor onze westerse manier van leven in de maatschappij. Je ziet steeds meer vrouwen met hoofddoeken rondlopen. Een vrouw die in sommige wijken van onze steden in een minirok buitenkomt, riskeert haar leven. Islamisten leven hier in samenlevingen waarvan ze de spelregels totaal verachten. In plaats van via politieke, legitieme weg veranderingen na te streven, vermoorden ze mensen. We moeten af van die verwerpelijke cultuur van mededogen met islamisten, die je terugvindt in onze universiteiten, scholen en lokale besturen. We moeten duidelijk stellen: “Kijk, zo leven we, dit zijn onze waarden. Als het je niet aanstaat, trap het dan af.”‘

Rik Coolsaet huivert bij het aanhoren van Burleighs stellingen. ‘Hij gooit de radicale islam en jihadterrorisme op een hoop. Ik gebruik consequent de term ‘moslimterrorisme’ niet, want zo maak je de grote groep moslims verdacht die uiteindelijk het grootste slachtoffer van Al-Qaeda en consorten is. Burleigh zet Hamas, Hezbollah en Al-Qaeda op één lijn. Dat is waanzin. De oorsprong van Hamas en de oorsprong van Hezbollah zijn compleet verschillend van die van Al-Qaeda. Versta me niet verkeerd: ze gebruiken alle drie terrorisme als tactiek. Maar hun beweegredenen zijn totaal anders. Hezbollah is een sjiitische verzetsorganisatie tegen het optreden van Israël in het zuiden van Libanon. Hamas is de Palestijnse soennietentak van de Moslimbroederschap. Hamas en Hezbollah moeten van Al-Qaeda niets hebben. Die drie groepen staan met getrokken messen tegenover elkaar. Door ze allemaal samen te voegen onder de noemer ‘moslimterrorisme’ en geen oog te hebben voor de lokale oorzaken, creëren we een vijand die er niet is.’

Blijft de kritiek van Burleigh dat we te tolerant zijn voor de radicale islam in onze eigen gemeenschap. Rik Coolsaet: ‘Je moet een onderscheid maken tussen religieuze radicalisering en politieke radicalisering. Er is een grijze zone tussen de twee. Maar religieuze radicalisering wil zeggen: mannen met baarden en driekwart salafibroeken, of meisjes die helemaal in het zwart gesluierd zijn. Religieuze radicalisering is misschien akelig voor de samenhang in een samenleving, maar is een gevolg van het zoeken naar identiteit. In die zoektocht zijn er een aantal mensen die radicaliseren, en zich letterlijk omhullen met kleren om zichzelf af te schermen van de boze samenleving. Maar er is geen oorzakelijk verband tussen mensen die religieus radicaliseren en het terrorisme. Het is niet omdat je religieus radicaliseert dat je dat ook politiek zult doen.’

‘Radicalisering is geen misdaad’, vult Luc Verheyden aan. ‘Zolang je als radicaal binnen onze tolerante wetgeving blijft, is er geen probleem. Religieuze radicale islam is een uiting van intense beleving van je eigen cultuur. Omdat wij vrijheid hoog in het vaandel voeren, is het niet mogelijk en niet wenselijk om tegen religieuze radicale meningen op te treden, zolang die meningen niet uitmonden in daden die onze democratische rechtsstaat in gevaar brengen. Als je als staatsbestel in de democratische rechten van mensen wilt ingrijpen, ben je zelf ondemocratisch bezig.’

BLOED EN WOEDE, EEN CULTURELE GESCHIEDENIS VAN HET TERRORISME, MICHAEL BURLEIGH, DE BEZIGE BIJ, 652 BLZ., 39,90 EURO.

DOOR JAN STEVENS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content