Salafisten dreigen met zelfmoordaanslagen, seculieren willen de Moslimbroeders het liefst terug in de gevangenis.

De Moslimbroederschap heeft naar aanleiding van het bloedbad bij de Republikeinse Garde, waarbij maandagochtend zeker 40 mensen om het leven kwamen, opgeroepen tot een ‘opstand van het grote Egyptische volk tegen hen die onze revolutie momenteel proberen te stelen met tanks’.

Het gebouw van de Republikeinse Garde is de plek waar de afgezette president Mohammed Morsi, een Moslimbroeder, vermoedelijk wordt vastgehouden. Zijn aanhangers betoogden er al dagen voor zijn terugkeer aan de macht.

Dat het leger het vuur heeft geopend op de pro-Morsibetogers – wie eerst heeft geschoten was niet meteen duidelijk – had onmiddellijk politieke gevolgen. Nour, de grootste partij van de salafisten, had Morsi eerst de rug toegekeerd en was meegestapt in de vorming van een nieuwe regering zonder de Moslimbroederschap. Nadat het nieuws van het bloedbad bekend werd, trok Nour zich terug.

‘Wij wilden bloedvergieten vermijden, maar nu er bloed ís vergoten, verbreken wij alle onderhandelingen met de nieuwe autoriteiten’, zei Nour-woordvoerder Nader Bakar.

De democratisch verkozen Morsi werd vorige week woensdag door het leger opzijgezet nadat enkele dagen tevoren miljoenen mensen op straat waren gekomen om zijn vertrek te eisen. Sindsdien woedt er niet alleen een straatoorlog, maar ook een woordenoorlog tussen voor- en tegenstanders van Morsi. En voor beiden is het Westen kop van Jut.

Het anti-Morsikamp voert een felle campagne in de sociale en gewone media om iedereen die het woord ‘coup’ in de mond neemt de mond te snoeren. ‘Het is geen coup, het is een revolutie’, is de slagzin. ‘Jullie in het Westen hebben altijd de mond vol over hoe wij in het Midden-Oosten allemaal terroristen zijn’ zegt Nagham Rady, een 21-jarige studente. ‘Nu worden wij op straat gedood omdat wij in opstand zijn gekomen tegen een terreurregime. En jullie verdedigen het in de naam van de democratie!’

Het pro-Morsikamp voelt zich evengoed verraden: het ging voor de democratie, maar ziet zijn overwinning na één jaar brutaal afgepakt. ‘Jullie hebben ons de democratie aangeleerd. Laat ons nu niet in de steek’, zegt de 40-jarige Ayman Eldine in de betoging op vrijdag bij de Raba’a Al-Adawiya-moskee. Op dezelfde betoging waarschuwt een leider van de Moslimbroederschap, Mohammed El-Beltagy, het Westen: ‘Als jullie stil blijven over deze coup, dan hebben de jihadisten gewonnen, en dan staat de hele regio een golf van geweld te wachten.’

Veel analisten hebben zich verkeken op wat er in Egypte aan de hand was. Het groeiende protest tegen Morsi werd al te makkelijk weggezet als het geklaag van een seculiere minderheid, of een oppositie die via de straat wilde afdwingen wat in het stemlokaal niet wilde lukken. Maar de massa die vorige woensdag feestvierde over het afzetten van Morsi was veel meer dan ‘de seculiere elite’. Bij het Qubba-paleis in Oost-Caïro waren het gewone Egyptenaren, wier eerste bezorgdheid is dat er brood op de plank komt. ‘President Morsi heeft niet naar het volk willen luisteren; het leger heeft dat wel gedaan’, zegt een vader die met zijn gezin is gekomen. Hij zegt dat hij hoopt dat er met het buitenspel zetten van Morsi nu eindelijk ‘stabiliteit’ gaat komen.

Dat is niet heel waarschijnlijk: een Moslimbroederschap die beroofd is van haar verkiezingsoverwinning zal nog voor veel problemen zorgen. Maar het is wel tekenend voor de verschuiving die zich bijna onopgemerkt heeft voorgedaan in Egypte de voorbije maanden. Het is precies de zwijgende meerderheid (in Egypte ‘de sofapartij’ genoemd) die in opstand is gekomen. Sommige mensen maakten dat duidelijk door met heuse sofa’s op straat te komen.

ElBaradei

Ja maar, zeggen veel mensen in het Westen: in een democratie wacht je tot de volgende verkiezingen om een president weg te stemmen. ‘Het is een uitstekend argument’, zegt Alfred Raouf, stichtend lid van de Dostour-partij van oppositieleider Mohammed ElBaradei. ‘Maar het houdt alleen steek binnen de context van een goed geoliede democratie waar alle instellingen goed werken en waar ieders rechten gegarandeerd zijn. Dat is in Egypte niet het geval. Morsi heeft een corrupt systeem geërfd, maar in plaats van het te veranderen, heeft hij het zich gewoon eigen gemaakt.’

In de marge van de pro-Morsibetoging zegt Mohammed Abbas, buiten gehoors-afstand van de anderen, dat Morsi het allemaal aan zichzelf te danken heeft. ‘Hij had zoveel opties om dit te vermijden. Maar Morsi heeft iedereen uitgesloten. Hij heeft gekozen voor één partij en één trend: de islamitische.’

Abbas behoort tot de generatie jonge Moslimbroeders die in 2011 al op het Tahrirplein stonden toen het leiderschap dat nog verbood. Na de revolutie weigerden ze zich bij de partij van de Moslimbroederschap te vervoegen en richtten ze een eigen partij op: Tayyar Masri (Egyptische stroming). Daarop werden ze uit de Moslimbroederschap gezet.

De coup heeft Tayyar Masri verdeeld. ‘De partij heeft de coup gesteund, waarop veel mensen zijn vertrokken.’ Zelf is hij én tegen Morsi én tegen de coup. ‘Een coup is achterlijk, iets uit de jaren zeventig’, zegt Abbas. ‘Maar al dat gepraat over martelaarschap is al even achterlijk en is aanzetten tot burgeroorlog. De leiders willen de jonge generatie nu dezelfde gettomentaliteit aanpraten die ze zo goed kennen uit hun eigen jeugd.’

Gert Van Langendonck in Caïro

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content