Met het lange sterven van de paus begon ook de strijd om de toekomstige oriëntatie van de katholieke Kerk. Veel kardinalen willen een opvolger die zich minder om de publieke opinie bekommert en meer om interne hervormingen.

Met een onfeilbaar gevoel voor de macht van de beelden heeft paus Johannes Paulus II zijn Kerk in het mediatijdperk en het derde millennium binnengeleid. Zo werd hij zelf wereldwijd tot een symbool van verandering en verzoening. Maar de zelfbewuste vorst van het Vaticaan, die tot op het laatst zijn lichamelijk lijden bewust tot een instrument van confrontatie maakte, heeft kennelijk veel katholieken niet kunnen overtuigen.

Tot het lijden van de paus aan de wereld behoorde ook altijd het lijden van de Kerk aan deze paus – en dat zal over zijn dood heen de tragiek van Karol Wojtyla blijven. Nog terwijl zijn publieke sterven de wereld in spanning hield, begonnen in besloten kring al de discussies, of bij het conclaaf, dat uiterlijk 20 dagen na zijn dood moet beginnen, geen koersverandering nodig is.

Hoe zwakker zijn lichaam geworden was, des te geringer was ook de wil van de paus geworden om een nieuwe interne positionering van de Kerk aan de orde te stellen. Nu moeten 117 kardinalen met de verkiezing van de opvolger ook beslissen over de toekomst van de katholieke Kerk.

De paus, die als geen ander kerkleider de kracht van publieke symboolhandelingen apprecieerde, zag er zelfs in zijn laatste uren op toe, dat er naar buitenuit niet vooruitgelopen werd op de vraag naar zijn opvolger. Hij had al zijn vertrouwelingen en daarmee mogelijk ook de 262ste opvolger van Petrus vrijdag aan zijn sterfbed geroepen. En de bulletins van het Vaticaan hadden vorige week vertwijfeld normaliteit gesuggereerd: ‘De Heilige Vader heeft benoemd… De Heilige Vader heeft het terugtreden aanvaard… De Heilige Vader heeft ingewilligd…’

Maar het is het lot van sterke mannen dat hen niet eens op het eind enige zwakheid toegestaan wordt. Verschillende hoogwaardigheidsbekleders in het Vaticaan voelden tijdens de laatste dagen enig onbehagen bij het schouwspel van het publieke lijden. ‘Het zou jammer zijn’, zo zei een vertrouweling van kardinaal Joseph Ratzinger, ‘wanneer hij zo in de herinnering zou blijven. Het is ontluisterend voor hem.’ ‘De volgende paus mag niet opnieuw zo tot het uiterste gaan’, zei een ander. Ook de Amerikaanse kardinaal James Stafford vroeg ‘of het de kerkleider geraden is, in een dergelijke verzwakte toestand te worden opgevoerd’.

En achter de muren van het Vaticaan is het verlangen naar een kerkleider van een ander – een minder dominant – type, duidelijk te merken.

Oecumene

De meeste kardinalen willen geen nieuwe mediaster die door de wereld reist en de Kerk naar buiten toe vertegenwoordigt. Ze willen een religieuze leidersfiguur, de herders willen graag een opperherder.

Zo heeft er zich de jongste maanden geleidelijk een dwingend profiel afgetekend voor de opvolger van een paus die 26 jaar lang op een zeer starre manier over zijn schaapjes regeerde. De volgende paus, zo heet het in Rome almaar weer, moet een man zijn die werkelijk luistert naar de bisschoppen, hen ondersteunt en hen en hun gemeenschappen bijstaat.

Toch blijft het nog een volstrekt open vraag, wie de nieuwe opvolger van Petrus dan wel zal zijn. Wordt het iemand die de morele erfenis van Johannes Paulus II overneemt en de toekomst in zijn geest gestalte geeft? Of valt de keuze op iemand die de weg vrijmaakt voor diepgaande hervormingen, die de Kerk opnieuw positioneert in haar verhouding met vrouwen, met lekenpriesters, met de oecumene?

Hoe de verkiezing in de Sixtijnse Kapel zal aflopen, hangt af van de vraag welk van de diverse blokken de grootste invloed kan uitoefenen op de bekleders van het kardinaalsrood uit 54 landen. Traditionalisten of hervormers? Industriestaten of ontwikkelingslanden? Italië of de rest van Europa? Afrika of Latijns-Amerika?

De discussies worden, zo is het onverbiddelijk de wet in het Vaticaan, niet in het openbaar gevoerd. Ze worden in stilte gestuurd door twee prominente en in de Kerk gewaardeerde hoogwaardigheidsbekleders: de Duitse kardinaal Joseph Ratzinger en de Italiaan Carlo Maria Martini.

Rond de Duitse curiekardinaal scharen zich al degenen die vasthouden aan de huidige koers. Het zijn de geloofsbewakers die hun Kerk niet willen onderwerpen aan de tijdsgeest. Tot deze groep behoren 30 tot 40 kardinalen, van de Colombiaan Alfonso Lopez Trujillo tot de Keulse aartsbisschop, kardinaal Joachim Meisner. Ratzinger heeft het kennelijk klaargespeeld om hardliners en meer gematigden achter zich te krijgen.

De veeleer liberale vleugel verzamelt zich rond de Milanees Martini. Daartoe worden naast Brazilianen als Claudio Hummes en de Belg Godfried Danneels ook vele Italianen als Camillo Ruini of Dionigi Tettamanzi, tot en met de voorzitter van de Pontificale Raad voor Inter-religieuze Dialoog, de Nigeriaanse kerkleider Francis Arinze, gerekend. Zij gelden als de ‘bruggenbouwers’.

Ratzinger en Martini, de symboolfiguren van de beide grote fracties, zijn met hun 78 jaar eigenlijk al te oud om zelf het ambt nog te kunnen overnemen. Evenwel: na het lange pontificaat is de neiging gegroeid om ditmaal niet zo’n jonge kardinaal te kiezen als in 1978 Karol Wojtyla, die toen 58 jaar oud was.

Maar in elk geval wordt het een harde confrontatie. ‘Wanneer de Rijn in de Tiber stroomt,’ zo heet het in het Vaticaan bij wijze van toespeling op de strenge Duitsers en de lossere Italianen, ‘zal het er in de Sixtina hartig toegaan.’

Opus Dei

Daarbij hebben de Italianen, die op dit ogenblik door de meeste kardinalen getipt worden, een interne handicap: ze zijn verdeeld in een Noord- en in een Zuid-Italiaanse vleugel. Het noorden zou de uit Brescia afkomstige Giovanni Battista Re graag als nieuwe leider zien, het zuiden de eergierige cheforganisator van het Heilig Jaar, Cresenzio Sepe. Zo zouden die twee elkaar kunnen neutraliseren.

Bovendien heeft Johannes Paulus II altijd weer zelf duidelijke bakens voor zijn opvolging uitgezet, toen hij in sterkere mate traditionalisten tot kardinalen benoemde en bij de samenstelling van het beslissingsorgaan van de wereldkerk rekening hield met het groeiende aandeel van de katholieken in de derdewereldlanden. Zo werd de kring van de kiesmannen almaar internationaler – maar ook conservatiever.

Als lobbyisten zijn vooral die missioneringsbeluste groepen en verenigingen actief, die Johannes Paulus II systematisch versterkt heeft. Vooreerst is daar de personele prelatuur Opus Dei. Die beschikt over geld, macht en goede politieke betrekkingen in Italië, Spanje en Latijns-Amerika. De protagonist van Opus Dei in het conclaaf is de aartsbisschop van Lima, Juan Luis Cipriani Thorne.

Dan is er de Focolare-beweging (‘Het Werk van Maria’), een spirituele gemeenschap met meer dan vier miljoen sympathisanten. Zij bouwt bij de verkiezing op de Praagse aartsbisschop, kardinaal Miloslav Vlk.

Er is de wereldwijd verspreide Schönstatt-beweging, waarvan de aanhangers leven en geloof willen modelleren naar streng katholieke idealen. Zij vertrouwt op de aartsbisschop van Santiago de Chili, Francisco Javier Errazuriz Ossa. En ten slotte zijn er de ordes, met voorop de jezuiëten en hun favoriet uit Buenos Aires, Jorge Mario Bergoglio. Ook zij zullen proberen hun belangen te behartigen.

Hoe de stemming uiteindelijk afloopt, is dit keer nog moeilijker te voorspellen, omdat er alleszins door middel van een stembiljet – dat ‘zo mogelijk in verdraaid maar duidelijk handschrift’ moet worden ingevuld – zal moeten worden gestemd. De tot nu toe geldende kiesmogelijkheid door spontane bijval, ook wel verheerlijkt als de ‘Verkiezing door de Heilige Geest’, werd door Johannes Paulus II afgeschaft.

Maar zoals vanouds zullen de kardinalen, in weerwil van alle voorafgaande afspraken, bij het afgeven van het stembiljet de oude eed moeten afleggen: ‘Ik roep Christus, die mijn rechter zal zijn, tot getuige, dat ik voor diegene gekozen heb van wie ik geloof dat hij naar Gods wil verkozen behoort te worden.’

© Der Spiegel

Copyright Der Spiegel

De kring van de kiesmannen wordt almaar internationaler – maar ook conservatiever.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content