Niet alleen Barack Obama is het slachtoffer van het tijdperk van de snelle communicatie. Afweging van een selectieve terugkeer naar de briefwisseling.

Als zelfs de tot president van de Verenigde Staten verkozene het niet meer mag, ontstaat er dan geen probleem van peilloze diepte? Bij gebruik, bij verlies van de Blackberry, sijpelen al de gevoelige gegevens naar buiten. Daar worden ze bekeken door onbevoegde ogen. Ook met het e-mailen via de laptop in een gesloten kamer van het huis is het niet pluis. Bij elk verkeerd gecodeerd woord, bij elk foutief opgeslagen bestand, dreigt de catastrofe, voor internet-Obama als voor ons. Maar wij willen helemaal niet over-geleverd zijn aan de blik van derden.

Daarom overwegen we, voor alle uitwisseling van sensibele informatie, de terugkeer naar een vroegere vorm van tussenmenselijk verkeer, de correspondentie. Niet alleen om discretie te herstellen, maar ook om opnieuw duurzame kwaliteit in het verkeer te krijgen. Het e-tennis van razendsnel uitgewisselde oneliners (Godspeed, Jan!/ Trying the best we can, Angie!) komt zeker de intensiteit, minder de diepgang van de dialoog ten goede.

Briefwisseling, vooraleer te worden geherlanceerd, moet worden gezuiverd van de kwalen die haar verdwijning in de e-mailblizzard hebben bespoedigd. Onze voornaamste zorg gaat uit naar het oneigenlijk gebruik van de persoonlijke aanspreking. Velen hebben in de bloeitijd van de correspondentie bij de geadresseerde de indruk gewekt dat ze hem of haar vanuit een individuele band benaderden met iets belangrijks. Bleek, in de meeste gevallen, dat ze hun bestemmeling van haar noch pluimen kenden.

Ze hadden hem koud van een mailing-list geplukt alvorens hem lastig te vallen met iets stoms. Het verkrijgen van een gunst. Het verkopen van rommel. Het prediken van een partijpolitiek of levensbeschouwelijk programma. Het opzadelen met een schuldgevoel. Het voorspellen van persoonlijk ongeluk bij het verbreken van de ketting. Per brief verstuurd, voorzien van een zeldzame postzegel, maakte de bedrieglijke tijding indruk. Vandaag zou ze door de computer automatisch worden ontmaskerd als spam, waarvan wij weten dat het om onze gemoedsrust beter onbe-keken blijft.

Moge dit soort bedenkelijke correspondentie ons voorgoed bespaard blijven. Nemen we gewoon de tijd om een familielid, een intieme vriend of een ons anderszins dierbare schriftelijk op de hoogte te brengen van een markant moment in ons leven, iets dat ons dwarszit en dat we beleefd onder woorden brengen om geen ergernis te geven – de vriendelijke bede om een pak aandelen over te nemen in de wetenschap dat we die zelf wegens voorkennis bij Knack niet in eigen naam kunnen verkopen. Het verdient aanbeveling om echt mooi, met pen op houthoudend papier te schrijven, zonder in kalligrafie te vervallen. Een netjes getikte brief met een knap ontworpen brievenhoofd, kan eveneens wonderen doen.

Kort geleden stak er een verzorgde omslag met een echte brief in de bus, eerste teken van een nieuwe epistolaire cultuur. De openingszin in het Engels luidde: ‘Wel, Jan dit is erg genereus van mij omdat ik niet denk dat ik een antwoord zal krijgen, maar zekere rechten zijn de mijne en ik wilde u een brief schrijven.’ We onthielden het verhaal over een mens van wie de familie en buren door dubbelgangers waren overgenomen, niet één keer door dezelfden, maar herhaalde malen door verschillenden. Van de schrijver, die met de voornaam Joseph tekende en gevoelige dingen meedeelde, hadden we nog nooit in ons leven gehoord.

door Jan Braet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content