In 2008 zijn 3400 regelingen getroffen om aan werknemers een loonbonus toe te kennen. Maar dit nieuwe systeem van ‘resultaatsgebonden voordelen’ vertoont nog een rist ernstige kinderziektes.

Het salaris van veel werknemers is vorig jaar voor het eerst aangevuld met een fiscaal aantrekkelijke loonbonus. Eind 2007 sloten de werkgeversorganisaties en vakbonden in de Nationale Arbeidsraad een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) over de invoering van die ‘niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen’. Hoewel er nog geen nieuwe regering was, zette het parlement het akkoord toen ook meteen om in een wet.

Tot 2200 euro is de bonus fiscaal bijzonder interessant. Werknemers zijn dan vrijgesteld van sociale bijdragen en personenbelasting. Het gaat voor hen dus om een nettobedrag. Werkgevers betalen wel sociale bijdragen (33 procent) op de bonus, maar ze kunnen die aftrekken van de vennootschapsbelasting. In een bedrijf met een vakbondsafvaardiging wordt de toekenning van een loonbonus geregeld met een cao. Is er geen syndicale vertegenwoordiging van de werknemers, dan dient de werkgever een ’toetredingsakte’ in bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Werk.

Met de loonbonus kan een werkgever alle werknemers van zijn bedrijf belonen, maar ook een team of het personeel van een bepaalde dienst. Er kunnen verscheidene redenen zijn. De omzet is gestegen, er is meer winst geboekt, de klantentevredenheid is toegenomen of de onderneming presteert beter voor het milieu. De bonus dient niet om een individuele werknemer te motiveren. Het voordeel mag evenmin gekoppeld zijn aan een hogere beurswaarde van de aandelen van een bedrijf.

Veel fouten

Na de totstandkoming van de nationale cao over de loonbonus spraken de werkgeversorganisaties over ‘een doorbraak’ en een kans om ‘het strakke keurslijf’ van de bestaande bezoldigingsregels open te breken. Ze zullen toen allicht niet gedacht hebben dat een stakingsgolf, die begin 2008 startte in enkele toeleveringsbedrijven van Ford Genk en zich snel over vele sectoren verspreidde, zou uitmonden in een ‘bonussengolf’ om de sociale vrede te herstellen. In andere ondernemingen werd dan weer gewacht met een bonusregeling om tijdens de campagne voor de sociale verkiezingen vorig jaar niet in een sfeer van opbod terecht te komen.

Uiteindelijk zijn in 2008 over de loonbonus 3 sectorale cao’s en 1090 bedrijfscao’s gesloten. De toetredingsakte werd gebruikt door 2307 werkgevers. Vergeleken met de toepassing van een wet van 2001 over werknemers- en kapitaalsparticipatie en ook met de introductie destijds van de maaltijdcheques, is dat volgens regiomanager Luc Vanophalvens van het consultancybureau Berenschot Belgium in zo’n korte tijd ‘een groot succes’.

Maar zonder slag of stoot is dat resultaat niet geboekt, ook al omdat de opgelegde procedures zeker voor de toetredingsakten ingewikkeld en tijdrovend zijn. De FOD Werk doet een eerste controle van de naleving van de voorschriften. Daarna heeft het betrokken paritair comité, met daarin vertegenwoordigers van werkgevers en vakbonden voor een bedrijfssector of een specifieke werknemersgroep, twee maanden de tijd om na te gaan of de akte formeel in orde is en geen werknemers in een bedrijf discrimineert. Overschrijdt het paritair comité zijn termijn, dan beslist de FOD Werk.

Voor loonbonus-cao’s daarentegen wordt enkel nagekeken of de cao-wetgeving gerespecteerd is. Hun goedkeuring is veel eenvoudiger en neemt minstens vijf maanden minder in beslag. Die ongelijke behandeling zou overigens wijzen op een bewuste strategie van de vakbonden, die voor de loonbonus de voorkeur geven aan sector- of bedrijfs-cao’s en minder warmlopen voor eenzijdige toetredingsakten van ondernemers.

Volgens directeur-generaal Guy Cox van de Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werk is dat verschil ook maar een van de knelpunten. De ingewikkelde wetgeving leidt tot veel fouten, een trage afhandeling en frustraties bij werkgevers die hun dossier opnieuw moeten maken. In een eerste periode was 80 procent van de ingediende toetredingsakten niet in orde en niet ontvankelijk (dat aantal is intussen wel verminderd tot 20 procent). Bovendien beslissen de paritaire comités in slechts een vijfde van de gevallen binnen de twee maanden over een bonusplan, zodat de FOD Werk de knoop dan maar moet doorhakken. Dat daarbij niet geoordeeld mag worden over de opportuniteit, zorgt voor extra wrevel bij de paritaire comités. En hoewel ruim 80 procent van de beslissingen van deze comités en van de FOD Werk positief is, zijn daarmee lang niet alle problemen van de baan.

Vereenvoudiging

‘Omdat het juiste aantal betrokken werknemers nooit wordt meegedeeld, is het niet mogelijk om een goede analyse te maken van de effecten in de praktijk en om op tijd de budgettaire impact in te schatten. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de belastingdiensten kunnen bijvoorbeeld gemakkelijk om de tuin worden geleid door de fiscaal vrijgestelde bonus aan veel meer werknemers toe te kennen dan in een toetredingsakte wordt aangekondigd. Bovendien controleert niemand achteraf of de doelstelling van een loonbonus-cao of een toetredingsakte gehaald wordt. Nochtans mag een loonbonus enkel dan betaald worden’, aldus Cox, die er ook op wijst dat het werk voor de loonbonussen alleen al aan zijn dienst meer dan 150.000 euro per jaar kost en zoveel inzet van griffiers en juristen van de FOD Werk vergt dat hun kerntaken (onder meer zorgen dat andere cao’s tijdig in het Belgisch Staatsblad verschijnen) in de verdrukking raken.

Guy Cox hoopt samen met minister van Werk Joëlle Milquet (CDH) dat de sociale partners niet te lang meer wachten met een aanpassing en vereenvoudiging van de hele regeling. Ook minister van Economie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) riep de werkgeversorganisaties en vakbonden al eens op om de hele aanpak van de loonbonus drastisch te vereenvoudigen, maar hij kreeg nul op het rekest. De sociale partners hebben afgesproken om het systeem pas na drie jaar te evalueren. Ze vinden het te vroeg om dat nu al te doen en eventueel bij te sturen.

Luc Vanophalvens blijft, ondanks de vele kinderziektes, de bezoldigings- en belastingvoordelen voor werkgevers en werknemers in de verf zetten. ‘Wel vraag ik me af hoeveel loonbonussen in 2008 sinds het uitbreken van de financiële en economische crisis effectief zijn uitgekeerd. En zal het succes van het systeem in 2009 en in de komende jaren door die crisis een verlengstuk krijgen?’

De FOD Werk heeft weet van (nog maar) goed 300 nieuwe cao’s en toetredingakten over een loonbonus in de eerste twee maanden van dit jaar. Dat er in dit tempo opnieuw meer dan 3000 resultaatsgebonden bonusregelingen tot stand zullen komen, lijkt dan ook weinig waarschijnlijk. Maar de beperkte nettoloonmarge in het centraal loonakkoord voor 2009-2010 (125 euro dit jaar en 250 euro volgend jaar) en de economische crisis zouden volgens insiders toch bijkomende stimulansen kunnen vormen om in sectoren en bedrijven meer bonusakkoorden te sluiten.

DOOR PATRICK MARTENS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content