Voormalig Europees commissaris Frits Bolkestein probeerde de Franse media uit te leggen waarom ze niet bang hoeven te zijn voor ‘zijn’ richtlijn.

‘Dat gemene beest, dat ben ik. Als men het aanvalt, verdedigt het zich.’ De Nederlander Frits Bolkestein (72), voormalig Europees commissaris van de Interne Markt en Belastingen, was vorige week twee dagen op bezoek in Frankrijk om zijn inmiddels beroemde richtlijn voor vrij verkeer van diensten (zie kader) te verdedigen in het hol van de leeuw. ‘Frankenstein’, ‘het monster’, ‘ salaud, on aura ta peau‘ (‘schoft, we krijgen je nog wel’): weinig beledigingen en verwensingen waren hem in Frankrijk bespaard gebleven.

Het steekt hem dat zijn naam ‘alleen in Frankrijk en misschien in Wallonië’ zo direct aan de richtlijn is verbonden. Eerder had Bolkestein de Fransen beschuldigd van xenofobie, omdat zij zijn naam met een overdreven Duits accent zouden uitspreken. Na optredens in het tv-journaal van de publieke zender France 3 en op de radiozender France Inter gaf hij woensdag in uitstekend Frans een persconferentie in een bomvolle zaal van het ontvangstcentrum voor de buitenlandse pers in Parijs. Luid zuchtend en soms verontwaardigd ondergingen de Franse journalisten enkele antwoorden. Vooral Bolkesteins zogenaamde ‘ ultraliberalisme‘ fascineerde de pers mateloos. ‘Ik ben gewoon liberaal’ herhaalde hij een aantal keer. ‘Ultraliberalen bestaan slechts in Franse ogen.’

De linkse krant Libération zag zijn stropdas van de Liberale Internationale, waarvan hij ooit voorzitter was, als een directe provocatie tegenover de Fransen. Televisiecollega’s waren verbaasd over zijn eigenzinnigheid. Toen een journaal hem met camera’s opwachtte op Gare du Nord, constateerden ze hoe Bolkestein en zijn echtgenote doodleuk de metro pakten naar hun hotel. Vragen beantwoorden deed hij echter (nog) niet. Daarvoor was de persconferentie.

Franse noch Nederlandse hoogwaardigheidsbekleders zaten op hem te wachten. Op 29 mei stemmen de Fransen in een referendum over het grondwetsvoorstel van de Europese Unie. Ofschoon de dienstenrichtlijn daar geheel los van staat, maakten tegenstanders ‘Bolkestein’ tot hun belangrijkste wapen. Sinds een paar weken hebben zij een lichte voorsprong (51 tot 55 procent) in de opiniepeilingen.

Voor president Jacques Chirac en zijn rechtse regering is het van essentieel belang dat de Fransen vóór stemmen (zie Knack van 30 maart). Het Nederlandse volk stemt drie dagen later en het persbureau ANP verspreidde een bericht dat Nederland het referendum zou willen afblazen indien Frankrijk tegenstemt. Ook Den Haag heeft dus alle belang bij een Frans oui. De Nederlandse ambassade in Parijs werkte niet mee aan het bezoek. ‘Bolkestein heeft geen enkel politiek mandaat. Het gaat om een bezoek op persoonlijke titel’, liet de ambassade weten.

Aanvankelijk zou hij ook spreken in de politieke talkshow France Europe Express, eveneens op France 3. Hij was enkele weken geleden al uitgenodigd voor een uitzending gewijd aan de richtlijn, maar toen was hij verhinderd. De uitnodiging vorige week werd geannuleerd, omdat ‘Bolkestein’ geen brandende kwestie meer zou zijn. ‘Het nieuws rond hem neemt af en we willen niet weer twintig minuten over de richtlijn praten’ zei Dominique Rotival, hoofdredacteur van het programma. De kranten dachten daar anders over. Zo was Bolkestein in Parijs daags na de persconferentie voor Libération het grootste nieuws van de dag, belangrijker dan bijvoorbeeld het overlijden van prins Rainier van Monaco. Ook Le Monde en Le Figaro besteedden grote artikelen aan hem.

Geen spreektijd

Het kan puur toeval zijn, maar opvallend is dat een andere verklaarde voorstander van de dienstenrichtlijn, de voorzitter van de Europese Commissie José Barroso, ook ondervond hoe een uitnodiging in een groot publiek televisieprogramma geannuleerd werd. De officiële reden bij hem is dat de publieke omroep volgens de wet evenveel tijd moet geven aan voor- als tegenstanders van het EU-grondwetsvoorstel. Met de komst van voorstander Barroso zou de balans doorslaan. Franse media vermoedden echter dat de annulering te maken heeft met Barroso’s steun aan Bolkestein. ‘Barroso werkt als een rode lap voor activisten voor ‘nee’ bij het referendum’, zei Chirac volgens Le Monde tegen zijn naaste medewerkers.

De beslissing Barroso geen spreektijd te geven komt van de president zelf, beweert weekblad L’Express. Via het kabinet van premier Jean-Pierre Raffarin zou het verzoek hem van de buis te houden beland zijn bij omroepvoorzitter van France 2, Marc Tessier. Die is kandidaat om zichzelf binnenkort op te volgen, waarbij de wil van de president vaak een doorslaggevende rol speelt.

Binnen de publieke omroep is verontwaardigd gereageerd op ‘een beslissing om de macht te behagen’. Ook de journalistenvakbond SDJ vindt dat France 2 de indruk geeft ‘de bevelen van de macht op te volgen’. De gelijkenis met Bolkestein is opvallend. De Nederlander zelf kan zich echter moeilijk voorstellen dat Chirac erachter zou zitten, vertelt hij Knack. Hij zegt nergens van op de hoogte te zijn, omdat hij de praktische zaken heeft overgelaten aan zijn perswoordvoerster.

Het mogelijke ingrijpen van de hoogste macht en de vatbaarheid daarvoor bij de media komen niet uit de lucht vallen. Franse media hebben een volgzame reputatie. In 1993 waren het twee journalisten van de RTBF die toenmalig president François Mitterrand als enigen durfden te vragen naar diens vermeende afluisterpraktijken (ook deels tegen journalisten gericht): geen Fransman die het had aangedurfd. Verder is er regelmatig kritiek op vooral de publieke zender France 2, wegens de weinig kritische behandeling van nieuws over de regering.

Volgens de Nederlandse krant NRC Handelsblad zou de Franse regering bovendien het met overheidsgeld gefinancierde internationale perscentrum onder druk hebben gezet Bolkestein niet te ontvangen. Het centrum overwoog daar geen moment op in te gaan: een dergelijke publiekstrekker en de daarmee gepaard gaande aandacht krijgt het zelden.

De voormalige eurocommissaris kwam precies op het verkeerde moment voor Chirac. De president was er juist redelijk in geslaagd het gevaar Bolkestein enigszins te neutraliseren. Tijdens de Europese top in Brussel eind maart had hij voor elkaar gekregen dat de dienstenrichtlijn grondig herzien zou worden. Hij wilde zijn landgenoten doen geloven dat er niets meer over was van de richtlijn.

Wat Chirac vreesde, geschiedde. Voor het oog van meer dan honderd vooral Franse journalisten en verscheidene televisiecamera’s vertelde Bolkestein dat zijn richtlijn helemaal niet van tafel is, maar slechts geamendeerd gaat worden. ‘Net als bij alle andere Europese richtlijnen’, zei hij.

Zowel de andersglobalistische leider van ATTAC Jacques Nikonoff als de strijder voor Franse soevereiniteit Philippe de Villiers, beiden tegen de constitutie, zijn ervan overtuigd dat de richtlijn tijdelijk de ijskast in gaat, om daar na het referendum weer uit te komen. ‘Nee zal weer stijgen in de peilingen’, vreesde een anonieme Franse autoriteit de dag na Bolkesteins bezoek in Libération.

Hoewel het de vraag is in hoeverre de Fransen hun standpunt over Bolkestein en zijn richtlijn hebben bijgesteld, heeft de oud-commissaris in ieder geval getoond niet het monster te zijn waarvoor ze hem hielden. Tijdens de journaaluitzending dinsdagavond was hij nog wat zenuwachtig: hij zei tegen de toetreding van ‘Japan’ te zijn tot de Unie, in plaats van Turkije. ‘Onbevredigend. Het was ook veel te kort’, zei hij daarover toen hij eenmaal terug was in Nederland.

Op de persconferentie woensdagochtend overtuigde hij echter. Met humor – ‘Bolkestein rijmt niet alleen op Frankenstein, maar bijvoorbeeld ook op Einstein’ – en welbespraaktheid maakte hij duidelijk dat Frankrijk ‘als ’s werelds vierde exporteur van diensten’ de richtlijn juist als een kans moet zien. ‘Frankrijk is een groot land en hoeft niet bang te zijn’, zei hij. En: ‘Democratie is niet gemaakt voor bange mensen.’

Poolse loodgieter

De afgelopen weken maakten Franse media en politici de Poolse loodgieter tot symbool van hun weerstand. Wie wil er nog een Fransman als een Pool vele malen goedkoper is, luidt de redenering? Bolkestein pareerde dat hij blij zou zijn met een Poolse loodgieter in de streek in Noord-Frankrijk waar hij een tweede huis bezit. ‘Het is daar dermate lastig een loodgieter of elektricien te vinden.’ En, zo stelde hij zijn publiek gerust: ‘Er komt heus geen tsunami van Poolse loodgieters.’

Hij choqueerde vervolgens flink wat Fransen door zich tegenstander te verklaren van directe democratie. Het aankomende referendum, waarbij allerlei zaken spelen die niets met de grondwet te maken hebben, versterkt zijn standpunt. Bolkestein: ‘De kiezers halen alles door elkaar. Parlementsleden moeten beslissen. Daarvoor worden zij gekozen.’

Zijn er ook Fransen die de richtlijn van Bolkestein steunen? In de pers zijn ze nauwelijks gehoord en het is even zoeken, maar Sabine Hérold van de liberale (in Frankrijk: ultraliberale) ver-eniging Liberté Chérie (geliefde vrijheid) is er een van. Zij verwierf twee jaar geleden faam door een succesvolle betoging te organiseren tegen de aanhoudende massademonstraties als reactie op de geplande hervorming van het onbetaalbare pensioenenstelsel.

‘Frankrijk zal net als de overige EU-landen profiteren van vrij verkeer van diensten, net zoals het profiteerde van vrij verkeer van goederen’, zei ze in een interview op de site Euractiv.com. Ze voegde eraan toe dat ze hoopt dat de dienstenrichtlijn alsnog ongewijzigd zal worden uitgevoerd.

Verder nam kopstuk Carl Lang van het Front National het voor Bolkestein op, maar niet ter verdediging van de richtlijn. Bolkestein was volgens hem de zondebok van de Franse politiek, terwijl hij niets meer is dan ‘de uitvoerder van antinationale en asociale beslissingen van staatshoofden en regeringsleiders’.

Ten slotte rest de vraag waarom Bolkestein juist in Frankrijk zo fel is aangevallen. De strategische overwegingen van grondwettegenstanders zijn duidelijk, maar de afkeer zit dieper. Bolkestein zei drie weken geleden zelf in het Nederlandse televisieprogramma Buitenhof dat zijn richtlijn slachtoffer is geworden van de toegenomen Franse weerstand tegen de EU. Frankrijk voelt zich daar volgens hem niet meer thuis. ‘Door de uitbreiding van de Europese Unie verwatert de invloed van Frankrijk op Brussel’, zei hij. Als voorbeeld noemde hij de steeds geringere betekenis van Frans als werktaal in Brussel, ten gunste van Engels.

Frankrijk heeft Europa altijd willen gebruiken als een platform voor Franse ideeën. Het is de enige manier om enige invloed te houden op het wereldtoneel, vooral ten opzichte van de ‘hypermacht’ Amerika. Pascal Lamy, oud-collegacommissaris van Bolkestein, zei begin deze maand in Le Figaro: ‘Gedurende lange tijd hebben we Europa aan de Fransen gepresenteerd als een groot Frankrijk, waarin de andere lidstaten het geluk hadden met ons te zijn en ook konden profiteren van alle voordelen van ons systeem.’ Hoewel veel Fransen er nog steeds zo over denken, is die tijd in het Europa van 25 voorgoed voorbij.

De Franse liefde voor Europa mag dan op het spel staan, de liefde van de Europeaan Bolkestein voor Frankrijk staat dat niet. Zijn huis bij Maubeuge, niet ver van de Belgische grens, zal hij voorlopig niet te koop zetten, zeker niet als Poolse loodgieters hun diensten mogen aanbieden.

Door Olivier van Beemen

Volgens Bolkestein zelf is zijn richtlijn slachtoffer geworden van de toegenomen Franse weerstand tegen de Europese Unie.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content