De Rode Duivels vechten in Tsjechië voor een plaats op het WK 2002. Een Praagse lente of een Praagse herfst? Lees de sportbladzijden.

Maar de waardering voor onze nationale voetbalploeg doet dat wel. Wij nemen de jongste drie maanden. Half augustus Finland-België, vriendschappelijk partijtje: 4-1. Oeioei, de donderdagkrant kwam gif te kort. ‘Een volslagen mislukking.’ ‘Wankel in alle linies.’ ‘Gatenkaas.’

Het is in de nederlaag dat de sportreporter zich het grootst toont. Hij gaat zich dan te buiten aan een mengeling van terechte kritiek en misplaatste ironie, en dat leidt meermaals tot hoogstandjes in een doorgaans van middelmatigheid doordrongen vak. Bernard Darwin, de kleinzoon van, vatte ons beroep zo samen: ‘Sportjournalistiek is een baan waar men noodgedwongen in terechtkomt, aangezien geen enkele verantwoordelijke ouder zijn zoon die richting zou durven uit te sturen. Meestal heeft men eerst verscheidene andere mogelijkheden uitgeprobeerd, maar is geen ervan gelukt.’

Nog over Finland-België: ‘Het wedstrijdbegin was dramatisch, de slotfase was een illustratie van onmacht, en wat tussenin zat, kan met voorsprong het zwakste worden genoemd dat onder Robert Waseige is gedemonstreerd. De bondscoach moet zich bezinnen.’ Je zou voor minder.

AZIË WENKT

Nu zijn we donderdag 6 september, België heeft gisteravond met 2-0 van Schotland gewonnen. ‘AZIË WENKT !!’ Maar dan met letters van vijftien centimeter hoog. ‘Japan en Korea liggen een heel stuk dichter bij Brussel.’ ‘Het Belgisch elftal straalde degelijkheid uit, speelde gedisciplineerd, en gooide zich met passie in de strijd.’

Voor de enige negatieve noot zorgde het balsturige gedrag van de bondscoach, die uit wrevel om wat de voorbije weken was geschreven de traditionele persconferentie de dag na een interland schrapte. Nee maar, wat dacht die vent wel? Wint een keer bij hoge uitzondering een match, en steekt meteen de kuif op. Zoiets kunnen wij, sportverslaggevers, niet goedschiks laten passeren. Moest zich nu dringend bezinnen, zo was onze eensluidende conclusie.

AZIË WENKT NIET MEER

Weer een maand later, zaterdag 6 oktober: Kroatië-België 1-0. ‘Beschamende nederlaag.’ ‘Ook de voetbalgoden konden de Belgische strompelaars niet redden.’ ‘Totale onmacht.’ ‘Eén lange lijdensweg vol twijfel en vertwijfeling.’

Vijf voor twaalf! Voor het hele Belgische voetbal. Deze Rode-Duivelskern blinkt uit door gebrek aan kwaliteit, en de jonge generatie van Liersetalenten die als aflossing van de wacht werd beschouwd, is inmiddels dieper weggezakt dan de Koersk. Er is geen opvolging. Dat wordt wel tegengesproken door de puike resultaten van de beloftenploeg, maar laten we de feiten niet interveniëren in de meningen, dat stoort.

In de pers was iedereen het roerend eens: met de WK-dromen van de Rode Duivels was het afgelopen. Geen zesde deelname aan de eindronde. Een dubbele barragematch tegen Tsjechië, dan kun je net zo goed ineens Frankrijk of Italië loten. De stemming voor een interland wordt bepaald de dag na de vorige, en wordt dan al snel een self-fulfilling prophecy. Waarna de journalist tevreden vaststelt dat hij weer eens gelijk had.

EEN SNUIFJE LOGICA

Staat u ons toe even dieper in te gaan op het fenomeen van de self-fulfilling prophecy? Het merkwaardige aan een self-fulfilling prophecy is dat het tegengestelde van een self-fulfilling prophecy ook een self-fulfilling prophecy is. Maar niet altijd. Soms is het tegengestelde van een self-fulfilling prophecy geen self-fulfilling prophecy maar een self-destroying prophecy. In tegenstelling daar weer mee is het tegengestelde van een self-destroying prophecy geen self-destroying prophecy en evenmin een self-fulfilling prophecy. Het tegengestelde van een self-destroying prophecy is een trivialiteit.

Met deze redenering hebben wij als student ooit een professor logica totaal in de war gebracht. Was noorden, oosten, zuiden en westen tegelijk kwijt. Wist op het einde van het examen niet meer het verschil tussen SiP (sommige S zijn P), SaP (alle S zijn P), SeP (geen enkele S is P !), SoP (sommige S zijn geen P), en SPa (Socialistische Partij anders). En de cirkels van Euler waren voor hem vierkanten geworden. Gelukkig kende hij ook het verschil niet meer tussen 0 op 20 en 20 op 20, zodat uw dienaar als de meest logische student van zijn generatie de universiteit is buitengewandeld.

Vele jaren later hebben wij dat theorietje over het tegengestelde van een self-fulfilling prophecy een keer uitgelegd aan Robert Waseige, en val nu dood: die begreep het wel. En voegde eraan toe: ‘C’est ce que j’ai toujours dit.’ Hoewel wij vaag de indruk hadden dat hij net zozeer met onze voeten speelde als wij met de zijne. Niettemin heeft hij er de voorbije week ongetwijfeld aan teruggedacht, aan de self-fulfilling prophecy.

TICKETS TE KOOP

Omdat de meeste reporters de Duivels op voorhand verloren achtten tegen de Tsjechen, en dat hun natuur getrouw ook luid van de daken schreeuwden, begonnen eerst de spelers en al snel ook het publiek die mening over te nemen. Waardoor de voorverkoop minder stormachtig liep dan kon worden verwacht van een wedstrijd met een zo hoge inzet. De Voetbalbond maakte zelf bekend dat nog zestienduizend tickets beschikbaar waren. Een service aan wie nog kaarten wou kopen, en een poging tot het creëren van een self-destroying prophecy. Helaas kan zoiets makkelijk een self-fulfilling prophecy worden, want in de krant luidde de kop: ‘16.000 kaarten onverkocht, België lust zijn Duivels niet meer.’

Waarna bondsvoorzitter Jan Peeters zich moest haasten om te melden dat er 10.000 plaatsen meer voor Belgische supporters waren dan normaal, vandaar het grote contingent dat nog beschikbaar was. Waseige van zijn kant, greep zich alweer naar de haren: hoe is het toch mogelijk om alles altijd negatief voor te stellen? Dju toch. Wat voor honden zijn die journalisten? Dit laatste zei hij (net) niet, maar hij dacht het.

De zestienduizend tickets zijn overigens vlot de deur uitgegaan, of de deur in zo u wilt, en dezelfde krant van zonet kopte de dag van de match: ‘Het hele land achter de Duivels.’ Journalisten, het mag eens gezegd worden, zijn niet te beroerd om hun mening bij te stellen. Men kan dat inconsequentie noemen, maar in werkelijkheid betreft het ‘geestelijke flexibiliteit’.

Het verhaaltje over de tickets, het steeds terugkomen op de snertmatch in Zagreb, en de overdreven lof voor de Tsjechen bepaalden ondertussen een fatalistische sfeer, tot stijgende irritatie van Waseige. Het is het lot van elke bondscoach dat van buitenuit ongenoegen in zijn team wordt gespoten. Dat gebeurt automatisch, tegenvallende uitslagen zijn niet meer dan een welgekomen multiplicator. In plaats van tegen de tegenstander, moet de trainer plots tegen zijn eigen ploeg en ‘zijn eigen’ media strijden. Ze hebben het allemaal meegemaakt: Walter Meeuws, Paul Van Himst, Wilfried Van Moer, Georges Leekens. En het loopt telkens verkeerd af voor de coach.

Waseige zette alvast voor zijn spelers de puntjes op de ‘i’ : ‘Wie zich niet inzet, mag naar huis!’ Bravo, want we hebben dringend wat meer nijdigheid in onze Belgische voetbalteams nodig. Kijk naar Anderlecht in de Champions League. Kun je niet op tegen de technisch superieure balartiesten van Real Madrid? Schop er dan minstens een paar van het veld. We mogen dat natuurlijk nooit hardop zeggen, laat staan schrijven, want fair play is voor ons heilig. Maar Belgen gedragen zich gemakkelijk té sportief in de nederlaag. Jimmy Connors zei eens: ‘Verliezen op zich vind ik niet zo erg, maar wat ik niet kan verdragen, is het geluk op het gelaat van degene die mij verslagen heeft.’ En dát is de juiste mentaliteit.

De bondscoach gooide ook zijn elftal grondig door elkaar en stapte af van zijn vaste 4-4-2-patroon. Nochtans was dat vaste systeem, na de vele experimenten van zijn voorganger Leekens, altijd een van zijn grote verdiensten genoemd. En zie, het is goed afgelopen vorige zaterdag. Het woord ‘hoopvol’ baande zich weer een weg naar de sportpagina’s. Gezien het feit dat de Tsjechen meer dan een helft met tien moesten spelen, werd 1-0 zelfs een mager resultaat genoemd. Te veel ontzag voor een middelmatige ploeg als Tsjechië. Herinner u het begrip ‘geestelijke flexibiliteit’.

Als u dit op woensdag leest, geldt tot vanavond het volgende: die Tsjechen zijn over hun hoogtepunt heen. Pavel Nedved loopt gebukt onder het gewicht van zijn salaris, en ook de andere sterren als Vladimir Smicer, Patrick Berger en Karel Poborsky hebben het inmiddels allemaal wel bekeken. En Jan Koler spuwt te veel, zoals indertijd Chico Lama in de Fabeltjeskrant.

Tiens, de Fabeltjeskrant. Is dat geen gepaste afsluiter van dit interessante essay ?

Koen Meulenaere

SiP, SaP, SeP, SoP en SPa.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content