Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Slechts één krant bracht het bericht op het eerste blad, zij het helemaal onderaan de pagina. In andere dagbladen was het te vinden, verborgen, tussen alledaagse faits divers. Nog andere kranten taalden er zelfs niet naar. Nochtans handelde het hier over een hoogst merkwaardige zaak: twee broers, zaakvoerders van een internationaal gerenommeerd baggerbedrijf, die een tiental jaar geleden een belastingcontroleur omkochten, kregen van het hof van beroep in Gent opschorting van straf.

Wat betekent dat de twee beklaagden, die eerder in eerste aanleg door een rechter in Dendermonde werden veroordeeld tot drie jaar cel met uitstel en een boete van 400.000 frank, ineens vrijuit gaan. Al zijn de feiten, die volgens de rechters bewezen waren, niet min.

De twee broers waren lang niet de enigen die de corrupte belastingambtenaar financiële douceurs hadden toegestopt. De ambtenaar, die in eerste aanleg tot vijf jaar cel werd veroordeeld, verdiende met zijn aparte handel ruim 250.000 euro.

Maar de bijdrage van de twee zaakvoerders tot het patrimonium van de belastingcontroleur, was veruit de spectaculairste. Zij hadden voor hem een riante villa gebouwd aan de kust – al bleven de advocaten in hun pleidooien volhouden dat de broers, in al hun goedheid, de bouwwerken alleen maar hadden gecoördineerd.

Niettemin ging het hof van beroep in Gent over tot opschorting van straf. Want, zo luidde het in Gent, het gaat hier om een oud misdrijf en de twee broers hebben bovendien een blanco strafregister. Deze entrepreneurs nu beladen met een straf, omdat ze in een onbewaakt moment een belastingambtenaar omkochten, zou hun reïntegratie in de maatschappij in de weg staan en zou wel eens hun baggerbedrijf in moeilijkheden kunnen brengen. En dat laatste wilde de rechtbank uiteraard niet op haar geweten.

Dat de nauwe band van één van de baggeraars met een regeringspartij het hof van beroep tot zoveel clementie zou hebben geïnspireerd, is een erg onaangename gedachte die we middels een rotsvast geloof in de rechtstaat moeten trachten te verdringen.

Een zaak staat vast. Met die opschorting van straf voor de twee baggeraars heeft het Gentse hof van beroep alvast een kleine bijdrage geleverd om de overbevolking van onze gevangenissen tegen te gaan. Want terwijl de advocaten en hun cliënten in Gent hun overwinning mochten savoureren, werd in Brussel de zoveelste lading gedetineerden, drugsverslaafden, dompelaars, marginalen en geboefte, de gevangenis van Vorst binnen gestouwd.

De gevangenisinstelling in Vorst biedt plaats aan een vierhonderdtal gedetineerden. Vorige week huisden er bijna zevenhonderd. Als gevolg van die overbevolking gingen de cipiers in staking. Zij vreesden, terecht, voor hun veiligheid. Want de alarminstallaties werken niet of nauwelijks meer. Om plaats te maken voor nieuwe veroordeelden, worden eerstdaags overal in België gevangenen vroegtijdig vrijgelaten.

Als we de specialisten mogen geloven, zijn onze penitentiaire voorzieningen nauwelijks beter dan die van een Afrikaanse golfplatenstaat. En de toestroom van gevangenen blijft aanhouden. Niet alleen in het Brusselse. In Vlaanderen en Wallonië is de situatie al even nijpend.

Er zijn momenteel in Vorst zelfs onvoldoende bedden, en dus slapen de gevangenen op de grond of delen een vochtige matras. Toiletpapier moeten de gedetineerden zelf zien aan te schaffen, want het gevangenisbudget laat die aankoop niet meer toe. De hygiëne is navenant.

De gezondheidszorg is er zo al minimaal – in sommige gevangenissen is die vrijwel onbestaand. Zorgverstrekkers worden te laat of helemaal niet uitbetaald, want het geld is op. Wie nu nog niet werd vergoed, moet maar wachten tot na de vorming van de volgende regering.

In De Standaard had een gevangenisdirecteur het over een catastrofe. Volgens hem leven de gedetineerden in zijn gevangenis al meer dan drie maanden in een toestand van rechteloosheid.

Politiek is niemand nog aanspreekbaar. Want het parlement is intussen ontbonden en iedereen is druk benomen door de verkiezingscampagne. Justitieminister Marc Verwilghen schoof de schuld dan maar op de rekening van zijn socialistische collega’s Johan Vande Lanotte van Begroting en Luc Van den Bossche van Ambtenarenzaken, want die hadden zijn plannen om bijkomende cipiers in dienst te nemen financieel gedwarsboomd. Waarna bleek dat Verwilghen zelf in zijn begroting geen middelen had voorzien om aanvullende gevangenisbewakers aan te trekken.

De verkrotting van het penitentiaire systeem, dat volgens specialisten volledig moet worden herdacht, geeft een perfect beeld van de bouwval van onze justitie.

Er is alvast één lichtpunt. Het zou nu vast staan dat Marc Verwilghen geen ministeriële ambitie meer koestert.

Rik Van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content