Met een ‘cross border lease’ (CBL) van hun riolering tekenen Vlaamse steden en gemeenten niet voor een primeur. Fiscale spitstechnologen, bedrijfsleiders en slimme overheidsmanagers kennen deze financieel aantrekkelijke constructie al lang.

Het leasen of huren van activa – van auto’s en treinstellen, tot energiecentrales en kantoorgebouwen – is een bekende techniek om activa te financieren. De jongste twintig jaar werd hij ook steeds meer toegepast om die kapitaalsgoederen te herfinancieren onder de vorm van sale en leaseback-operaties.

Een bedrijf in de privé- of publieke sector verkoopt een goed met een lange levensduur aan een investeerder en beschikt daardoor in een klap over een smak vers geld. Datzelfde bedrijf huurt het goed meteen terug met de mogelijkheid om het op termijn ook opnieuw te kopen. Een variant is lease en leaseback, verhuren en terug huren met een koopoptie. Het systeem levert aanzienlijke fiscale voordelen op en die worden gedeeld. Als daarbij gebruik kan worden gemaakt van de verschillen tussen de belastingwetten in verschillende landen – via cross border lease dus – is het bingo zonder grenzen. In de tweede helft van de jaren tachtig nam dit systeem een hoge vlucht in Japan, Duitsland, Zweden en Amerika.

Alhoewel de Amerikaanse fiscus in de Clinton-periode strenger werd voor CBL, blijven in heel veel gevallen Amerikaanse ondernemingen optreden als investeerder. In Europa vinden ze gretige partners. Luchtvaartmaatschappijen brengen hun vliegtuigen in, telefoonoperatoren hun digitale switches en elektriciteitsproducenten hun kerncentrales. In Duitsland hebben steden zoals Nürnberg, Düsseldorf en Stuttgart hun riolering in concessie gegeven aan Amerikaanse investeerders. De Oostenrijkse hoofdstad Wenen wil graag dezelfde weg opgaan.

Bijzonder actief in de jaren negentig was Nederland. Daar zijn nu onder meer energiecentrales, waterzuiveringinstallaties en sinds kort de verkeersleiding van de luchthaven van Schiphol in Amerikaanse handen. Maar ook in België wordt het systeem al geruime tijd toegepast. De voormalige NMBS-baas Etienne Schouppe introduceerde het vanaf 1995 voor de (her)financiering van treinen en hogesnelheidsinfrastructuur. Andere overheidsbedrijven zoals Belgacom, De Lijn en Indaver hebben dat voorbeeld gevolgd. De Vlaamse overheid is evenmin vies van CBL en deed terzake ervaring op met de Liefkenshoektunnel in Antwerpen (1997) en het Ferraris- gebouw in Brussel (1998).

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content