Er komt een nieuwe wet op de kansspelen. De bingo’s worden aan banden gelegd, paarden blijven ongemoeid, casino’s mogen verhuizen.

In het begin zag senator Jacques D’Hooghe (CVP) het helemaal niet zitten. “Ik dacht: moeten wij ons nu ook al met dit soort zaken bezighouden? Gokken en alles wat daarrond hing, leek mij een ondergeschikt probleem. Tot ik de getuigen hoorde. Zij kwamen met verhalen over verslaving, leugens, verkoop van familiejuwelen, sociale miserie, huwelijken die sprongen en faillissementen.”

D’Hooghe was verslaggever van de senaatscommissie Financiën en Economische Zaken die net vóór het reces een nieuwe wet op kansspelen goedkeurde. Die komt normaliter na de vakantie in openbare zitting en de senator ziet niet in waarom er nog iets aan zou veranderen.

Kenners delen de gokbranche gewoonlijk in op grond van de huidige wetgeving en zo krijgen we twee grote sectoren: spelen en weddenschappen. Onder de eerste categorie vallen de casino’s, de automatische spelen – in lunaparken of de horeca – en de Nationale Loterij. Bij weddenschappen verstaan de insiders kort en goed gokken op paardenrennen. De nieuwe wet laat de weddenschappen, een tak die in ons land langzaam bergaf glijdt, ongemoeid. Ze is evenmin van toepassing op de Nationale Loterij. De parastatale werd vooral gespaard omdat ze vier jaar geleden diende om het begrotingstekort bij te spijkeren. De Loterij moest toen 15 miljard frank ophoesten om zogezegd het monopolie in de sector tot in 2001 te mogen houden.

Blijven dus over: de casino’s en de automatische spelen. De acht goktempels in ons land draaien in feite illegaal. Een wet uit 1902 verbiedt kansspelen gewoon. Zegt D’Hooghe: “Er gold een gedoogbeleid. Hier deed een procureur zus, ginder zo, maar in feite hadden ze wettelijk geen poot om op te staan.” Casino’s krijgen nu een vergunning en de roulette kan voortaan dus in alle legaliteit draaien. Voor de automatische spelen komen er uitvoeringsbesluiten op de (kader)wet en die bepalen wat wel en niet door de beugel kan. Nu al is uitgemaakt dat bijvoorbeeld allerhande spelletjes met “enkel stoffelijk voordeel” zoals op kermissen of “zonder financieel gewin” buiten het toepassingsveld vallen.

EEN CASINO AAN DE SCHELDE

Zodoende concentreert de nieuwe wet zich in feite op twee subsectoren: de lunaparken en de horecazaken met echte kansspelen. Dat zijn voornamelijk de fameuze bingo’s of een systeem waarbij de speler zoveel mogelijk stalen balletjes in een bepaalde patroon moet krijgen. Volgens schattingen zou de helft van de jaaromzet uit kansspelen en weddenschappen – in totaal 160 miljard frank – uit de bingo’s komen. Volgens senator D’Hooghe is dat een van de meest verslavende speeltjes die er bestaan. Onder meer omwille van de lage drempel – een kroeg stap je makkelijker binnen dan een casino – maar ook omdat de speler het gevoel krijgt dat hij het spel onder controle heeft, dat er met andere woorden méér behendigheid dan geluk bij komt kijken. “Bovendien is het een spel met een zogenaamde short odd; je kent het resultaat onmiddellijk en dat werkt extra verslavend.”

De lunaparken – zonder dus de speelhallen met ongevaarlijk geachte videospelletjes – en drankgelegenheden moeten net als casino’s in de toekomst een vergunning aanvragen. Af te leveren door een nog op te richten Kansspelcommissie. Die zou onafhankelijker kunnen werken dan bijvoorbeeld de inspecteurs die nu de casino’s in het oog houden en “na verloop van tijd soms op heel goeie voet komen te staan met de uitbaters” (Jacques D’Hooghe). De commissie gaat ook nog eens aparte vergunningen afleveren voor het personeel, voor de handel, verhuur, invoer of zelfs het onderhoud van al de toestellen.

De senaatscommissie werkte verder een hele reeks beschermende maatregelen uit: leeftijdsbeperkingen (21 jaar voor casino’s en lunaparken, 18 voor horecazaken met kansspelen), het verbod op geldautomaten type Bancontact/MisterCash en op alle vormen van kredietverlening, beperking tot maximaal twee bingotoestellen per etablissement of het verbod om nog gratis vervoer van en naar casino’s te organiseren. Binnen de commissie was er zelfs sprake van om, naast de verplichte registratie van bezoekers aan lunaparken en casino’s, de uitbaters ook een controle via de kredietcentrale op te leggen. Om redenen van privacy sneuvelde dit voorstel finaal.

Opmerkelijk is dat de nieuwe wet het aantal casino’s beperkt tot negen: de acht bestaande plus Brussel. Antwerpen mengde zich even in de debatten om een eigen goktempel te mogen bouwen, waarna de Duitstalige gemeenschap zich eveneens als kandidaat meldde. D’Hooghe: “Je moet een grens trekken. Nu, enkele bestaande casino’s zouden financieel niet zo goed boeren en de komst van een Brusselse concurrent kan hun rentabiliteit bedreigen. Daarom is er een compromis bedacht: beperking tot negen, maar met verhuismogelijkheden binnen hetzelfde Gewest. Het betekent dat indien een kustcasino het niet meer ziet zitten, het naar ergens anders in Vlaanderen mag verhuizen. Zo staat de deur voor Antwerpen toch nog op een kier.”

J.G.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content