Met de Vlaamse topindustrieel Karel Vinck heeft het spoor eindelijk opnieuw een baas. Na drie maanden en vier benoemingsprocedures kan minister van Mobiliteit Isabelle Durant even op adem komen.

Al die tijd werd Isabelle Durant (Ecolo) voor haar vermeende amateurisme zwaar onder vuur genomen, vooral in Vlaanderen. De regie over het NMBS-dossier was zoek, en de minister had van het uitrangeren van gedelegeerd bestuurder Etienne Schouppe haar politieke hoofddoel gemaakt. Er was de ongeloofwaardige communicatie, de fratsen met de inhoud van haar handtas, er was de premier die haar, niet voor het eerst in deze regeerperiode, een belangrijk dossier ontfutselde om de schade binnen de perken te houden.

Karel Vinck van zijn kant wilde de baan, een mandaat voor drie jaar, alleen aanvaarden op voorwaarde dat de nieuwe NMBS-wet, die Durant in maart met de grootste moeite door het parlement had gekregen, zodanig wordt aangepast dat hij ook het strategisch comité van de NMBS mag voorzitten. Een werkgroep, waarvan naast een aantal experts ook de voorzitter van de raad van bestuur, Alain Deneef, én Karel Vinck zelf deel uitmaken, moet eind dit jaar voorstellen in die zin formuleren. Ondanks de stoere verklaringen van Durant dat er in de nieuwe NMBS-wet geen komma zou worden verplaatst?

Sinds de benoeming van Vinck vindt Durant dat een weldenkend mens geen bezwaar kan maken tegen bepaalde wijzigingen, als zou blijken dat de wet voor verbetering vatbaar is: ‘Ik ben pragmatisch genoeg om dat te aanvaarden. Maar aan de basisfilosofie van de wet, namelijk een transparantere beheersstructuur, het versterken van de toezichtfunctie van de raad van bestuur, evenals een grotere controle op het financiële beleid, wordt niet geraakt.’ Durant was ook pragmatisch genoeg om, na een ultieme vergadering donderdagavond, te accepteren dat Vinck een stevige poot krijgt in het benoemings- en bezoldigingcomité van de NMBS en ook het communicatiebeleid van de spoorwegmaatschappij mag sturen. Over de draagwijdte van de beruchte tweede handtekening kan nog worden onderhandeld.

Met het compromis dat er pas over een half jaar tot wetswijzigingen wordt overgegaan, blijft het gezichtsverlies voor Durant wel redelijk beperkt. Wellicht is de bevolking dan het verhaal van de witte konijnen die elkaar opvolgden met een snelheid die bij echte konijnen niet ongewoon is, al lang vergeten. Om de gealarmeerde vakbonden te sussen, krijgt de nieuwe spoorbaas dan weer de goede raad mee de cao, die Schouppe vlak voor zijn vertrek met de bonden afsloot, toch maar te honoreren – ‘al blijf ik het niet netjes vinden dat de nieuwe directie op die manier voor het blok werd gezet’.

DE HEREN VAN DE PERS

Durant vond wel meer niet netjes. Het zichtbare plezier waarmee in de Vlaamse pers het ‘sacoche-incident’ breed werd uitgesmeerd bijvoorbeeld.

‘In Vlaanderen is over het NMBS-dossier van meet af aan bericht alsof het een persoonlijk conflict betrof tussen enerzijds de machtige spoorbaas Etienne Schouppe, en anderzijds een politiek lichtgewicht dat weliswaar sympathiek is, maar niets van transport afweet. Terwijl het mij nooit om personen ging, maar wel om structuren en systemen. Op analoge wijze werd ook de affaire-Heinzmann tot een personenstrijd gemaakt, waarbij alle aandacht ging naar het feuilleton, met elke dag een nieuwe aflevering, en naar de saillante details, (grijns) de sacoche, ja. Over de fond van de problemen bij de NMBS, de afwezigheid van afdoende controlemechanismen, het totale gebrek aan transparantie in de boekhouding, de duizelingwekkende wirwar van verliesgevende filialen, de explosie van de schuldenlast, de ongehoorde budgetoverschrijdingen voor de HST-werken en ga zo maar door, werd nauwelijks gesproken.’

‘Dat een wetswijziging noodzakelijk was, onder meer omdat de wet van 1991 de NMBS-directie in staat stelde zich in het heilloze ABX-avontuur (de omstreden pakjesdienst ) te storten, is in de berichtgeving zelden aan bod gekomen. Kortom, ik ben eigenlijk nogal verbaasd, om niet te zeggen gechoqueerd over de manier waarop in Vlaanderen over mijn beleid is geschreven. Ik weet trouwens zeker dat als de bevoegde minister een man was geweest, de hele Heinzmann-episode de heren van de pers veel minder had geamuseerd.’

De Vlaamse socialisten riepen dan weer in volle Heinzmann-crisis dat het afgelopen moest zijn met dat gezeur van Durant over postjes en structuren. Kon er ook eens aan de reizigers worden gedacht?

‘Tja, dat zijn degenen die zeggen: waarmee heeft zij zich in godsnaam drie jaar onledig gehouden! Beheersstructuren en cijfers, daar hebben de reizigers lak aan! Die willen gewoon meer en betere treinen. Het spijt me zeer, maar dat is prendre les gens pour des cons. Want om de reizigers in de toekomst een goede dienstverlening te kunnen verzekeren, moet het bedrijf eerst gezond worden gemaakt. Mag ik eraan herinneren dat op de Algemene Vergadering is gebleken dat de NMBS in 2001 een verlies van 177 miljoen euro heeft geboekt? Om over de enorme schuldenlast (4,4 miljard euro) nog maar te zwijgen. Als dat zo doorgaat, zullen we op een mooie dag tot de vaststelling moeten komen dat de federale overheid het niet meer aankan. Anders gezegd: wie de huidige structurele moeilijkheden negeert, spreidt het bedje voor de privatisering of de regionalisering van het spoor.’

Ook de ‘alles moet gratis’-politiek van de Vlaamse socialisten werkt Durant op de zenuwen. ‘Het gaat niet om met overheidsgeld alleen de tarieven te verminderen voor mensen die toch al de trein nemen. We moeten ook nieuwe doelgroepen naar de trein lokken.’

De nieuwe spoorbaas staat in ieder geval voor een zware taak. Volgens Durant moet Vinck zo snel mogelijk een bedrijfsplan opstellen. Daarin moet onder andere in detail worden aangegeven hoe de directie de strategische doelstellingen van de regering – 50 procent meer reizigers- en goederenvervoer in 2010 – denkt te halen.

Ondanks de belofte van de regering om per 2003 de schuld van de NMBS gedeeltelijk over te nemen, zal Vinck toch ook ingrijpend moeten herstructureren om van de spoorwegmaatschappij een rendabel bedrijf te maken. Volgens sommigen is dat met de verkiezingen die eraan komen een onmogelijke opdracht.

‘Goede vraag, maar ik geloof dat Vinck geen tijd te verliezen heeft. Een bedrijfsplan moet er sowieso komen, verkiezingen of niet. Ook de herstructurering van B-Cargo, de sector voor het goederenvervoer, is uiterst urgent als we klaar willen zijn voor de liberalisering van de Europese goederenmarkt begin 2003. Voorts zal er snel werk moeten worden gemaakt van de oprichting van een echt human resources-departement. Tot nu toe werd het personeelsbestand beheerd zonder rekening te houden met de leeftijdspiramide, met als gevolg dat er een schrijnend tekort is aan treinconducteurs, terwijl het algemene personeelsbestand maar blijft groeien. Ik wil er toch ook op wijzen dat er pas een schuldovername komt, als er een degelijk bedrijfsplan op tafel ligt. De regering heeft geen zin bodemloze putten te blijven dempen.’

VAN NEGEN NAAR TWEE

Ook in de eigen partij heeft Durant bewogen weken achter de rug. Het verplichte aftreden van het triumviraat, het zogenoemde secrétariat fédéral, dat sinds 1999 bij Ecolo de lakens uitdeelt, veroorzaakte de afgelopen veertien dagen grote deining onder de Franstalige groenen. Het was zoals bekend de Molenbekenaar Jacques Bauduin die de poppen aan het dansen kreeg, door zonder veel voorbehoud in te gaan op de uitnodiging van PS-voorzitter Elio Di Rupo om samen een ‘pôle de gauche’ te vormen. Exit dus het leiderstrio Philippe Defeyt-Jacques Bauduin-Brigitte Ernst dat – maar dit terzijde – niet helemaal terecht werd beschouwd als de spreekbuis van de Ecolo-strekking die tegen regeringsdeelname is gekant.

Defeyt kreeg vorige week de delicate opdracht een nieuwe ploeg samen te stellen, en dat is hem ook gelukt, na een week moeilijk laveren tussen de verschillende strekkingen binnen de partij. Het nieuwe trio bestaat, naast Defeyt zelf, uit Evelyne Huytebroeck, fractievoorzitster in het Brusselse parlement, en Waals parlementslid Marc Hordies. Voorlopig blijft de partij dus trouw aan een driekoppig federaal secretariaat, maar erg lang kan de partij dat niet meer volhouden, vindt ook Durant. ‘U weet dat we bij Ecolo aan de top aanvankelijk met z’n negenen waren, ( lacht) onder wie zelfs een aantal vrijwilligers. Er is dus al een lange weg afgelegd om tot een professioneel secretariaat met z’n drieën te komen. Maar in de toekomst moeten we naar een leidersduo, een man en een vrouw, van wie de een de functie van politieke woordvoerder vervult en de ander zich toelegt op interne partijkwesties.’

Het is overigens niet de eerste keer dat de PS een overnamebod doet op de groenen. Zo zag de vorige PS-voorzitter Philippe Busquin wel wat in een olijfboomconstructie naar Italiaans voorbeeld. Ecolo heeft tot dusver de boot steeds krachtig afgehouden. Wel heeft de partij nauwe banden met de Mouvement Ouvrier Chrétien (MOC) van François Martou.

De interne organisatie van Ecolo blinkt niet uit in duidelijkheid. Voor een buitenstaander is het lastig om zicht te krijgen op het ingewikkelde kluwen van strekkingen, fracties en persoonlijke vetes in de partij. Er zijn de zogeheten rood-groenen, die vanzelfsprekend positiever staan tegenover het aanbod van Di Rupo dan de groen-groenen, die dat helemaal niet zien zitten. Voorts is er een belangrijke stroming met een christelijke achtergrond – een stroming waartoe ook Defeyt wordt gerekend – die niet helemaal ongevoelig kan blijven voor de herhaalde oproepen van MOC-voorzitter Martou om de progressief linkse krachten te bundelen. Ook niet te verwaarlozen zijn de militant francofone studenten van het Front des Etudiant(e)s Francophones (FEF) die de ministeriële kabinetten bevolken, als zeer ambitieus te boek staan en zeker niet op de eerste plaats om de groene thema’s voor Ecolo gekozen hebben. Ten slotte zijn er tal van vertegenwoordigers uit de ‘ société civile’, mensen uit actiegroepen allerhande, die om één specifieke eis bij de partij zitten, maar niet noodzakelijk tekenen voor het totaalpakket.

Dwars door al die strekkingen loopt de scheidingslijn tussen de voor- en tegenstanders van regeringsdeelname. Die scheidingslijn heeft in sterke mate bijgedragen tot een sfeer van wantrouwen tussen de ministers en de uittredende partijleiding. Iets waarvan de PS naar verluidt handig gebruik maakte, door de Ecolo-partijleiding soms eerder en beter over interne regeringsaangelegenheden te informeren dan de groene ministers.

Durant relativeert: ‘Er zijn natuurlijk verschillende gevoeligheden in de partij. Slechts 60 procent van de leden heeft vóór regeringsdeelname gekozen. Bovendien is mijn partij, die ik heel goed ken, ontzettend veeleisend. De militanten en de afdelingen vinden het moeilijk compromissen, die per definitie onderdeel zijn van het regeringswerk, te aanvaarden. Ze hebben de neiging het glas altijd halfleeg te zien. Dat is heel oncomfortabel voor een minister én voor de partijleiding. Maar een scenario zoals bij de VU, waarbij de partij ontploft en de anderen de brokken oprapen, is bij Ecolo helemaal niet aan de orde.’

Desondanks is het Di Rupo met zijn oproep toch maar gelukt grote verwarring te stichten bij de groene concurrenten. ( droog) Dat klopt. Los daarvan meen ik dat een meerderheid van onze leden de idee van bepaalde convergenties tussen de PS en Ecolo gunstig gezind is, zolang die convergenties beperkt blijven tot een aantal concrete punten. Aangezien de Franstalige groenen expliciet op het hele maatschappelijke terrein actief willen zijn, kan samenwerking in de strijd voor sociale gelijkheid en het behoud van een sterke federale sociale zekerheid, nuttig zijn.’ De gesprekken met de PS om de volgende verkiezingen in te gaan met een gezamenlijk sociaal platform worden dan ook voortgezet.

‘Maar andersom weigert Ecolo elk scenario waarbij de groenen in een grote linkse koepel zouden verdwijnen, en waarbij de PS zou slagen in haar opzet de score van de groenen te reduceren tot een voor haar aanvaardbare 8 à 9 procent (Ecolo behaalde in 1999 18 procent in Wallonië).’

HERVORMINGSGEZINDE LOGICA

Het is overigens geen toeval dat het sterkste pleidooi voor een alliantie met de PS uit Brussel kwam. Dat is namelijk de enige plek waar Ecolo nog in de oppositie zit. De rol van de gehaaide PS-topman en Molenbeekse burgemeester Philippe Moureaux, die geregeld overlegt met zijn buur Jacques Bauduin, mag in deze ook niet onderschat worden.

( haalt de schouders op) Als het Jacques’ bedoeling was om ervoor te zorgen dat Ecolo er de volgende keer wel bij is in Brussel, is dat toch grondig mislukt. Ecolo wil heus niet tot elke prijs in een regering. Liever de verkiezingen verliezen, dan als kleine broer door de PS aan de hand te worden gehouden. De verklaringen van Bauduin misten elke nuance, ze gingen veel verder dan datgene waartoe Ecolo bereid is. Vandaar dat Ecolo opnieuw duidelijk moet affirmeren dat wat Jos (Geysels) ons “hoofdwerk” noemt, namelijk duurzame ontwikkeling, absolute voorrang heeft.’

In deze regering viel in ieder geval nog niet veel te merken van een progressieve as PS-Ecolo. ‘ Il a eu beaucoup de mal à trouver sa place‘, geeft ze toe. ‘Maar ik hoop dat met de veranderde houding van de PS nu een aantal zaken mogelijk wordt.’ Ze voegt er ook een waarschuwing aan toe: ‘Zonder de hervormingsgezinde logica te vergeten. Want het behoud van de sociale zekerheid is één zaak, maar niet ten koste van conservatisme op alle andere beleidsdomeinen.’

Qua hervormingsgezindheid zou je denken dat groenen en liberalen meer raakvlakken hebben. ‘In het NMBS-dossier heb ik inderdaad belangrijke steun van de VLD gekregen. Ofschoon ik achterdochtig blijf, omdat achter de wil om te hervormen soms een verborgen agenda schuilgaat. Het was een moeilijke evenwichtsoefening: aan de ene kant waren de liberalen haast natuurlijke bondgenoten in het NMBS-dossier, aan de andere kant weet ik ook wel dat sommigen onder hen – niet noodzakelijk de premier zelf – deze hervorming slechts node steunen, en dan nog vooral omdat ze een opstapje kan vormen voor het uitvoeren van die verborgen agenda. De NMBS moderniseren tot een goed functionerende overheidsdienst is voor mij het einddoel. Voor anderen is dat slechts een vertrekpunt, om het spoor nadien gemakkelijker te kunnen privatiseren of regionaliseren. Maar in dat dossier zal ik uit alle macht op de rem gaan staan.’

Dat dit de Vlaamse partijen er niet van zal weerhouden bij de volgende regeringsonderhandelingen van de regionalisering van het spoor een breekpunt te maken, is dit weekend nog gebleken.

Han Renard

‘Ik ben gechoqueerd over de manier waarop in Vlaanderen over mijn beleid is geschreven.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content