Een vriend komt mij zijn beste wensen overmaken, iets wat mij gewoonlijk drank, chips en sprakeloos achterlaat.

Ik hoor voetstappen op de trap, de deur zwaait open en “De vrede zij met u, moge uw kudde zich vermeerderen als de zaden van de granaatappel, moge uw tent niet neergeslagen worden door de stormwind. A propos, wat wens je eigenlijk voor de komende twaalf maanden, krokodil?”

Er is geen twijfel meer mogelijk, ook in het pikdonker zou ik weten dat dit mijn vriend Guido is.

“Laat eens kijken,” zeg ik, “een goeie gezondheid zou al niet mis zijn om te beginnen, en dan…”

“Net zoals ik al gedacht had”, roept hij smalend. “Elke zestigplusser ligt meer met de staat van zijn vege lijf in het hoofd dan met de genoegens des levens. Ik vraag me waarachtig af waarom de Schepper jullie die toemaat aan jaren gunt, als je alsmaardoor ligt te tobben over de staat van de ketenen van de ziel. Maar dit terzijde, zouden we niet klinken op het nieuwe jaar?”

Ik ontkurk een chianti die bij wijze van spreken de kinderschoenen nog niet is ontgroeid. Guido is tenslotte geen wijnproever, hij is een wijndrinker.

“Niet slecht voor rode inkt te zijn”, zegt hij na een slok.

“Het is een groot merk”, zeg ik. “Hiermee worden troonredes en encyclieken verbeterd.”

“En hoe vergaat het u, aartsvader?” vraag ik een weinig gekrenkt.

“Ach,” zucht hij, “alles normaal, de dagelijkse neurosen en de trits fobieën niet in acht genomen. Hoewel, ik moet eraan toevoegen dat ik knap herstellende ben van een posteindejaarsfeestendepressie.”

“Is het zo erg geweest?” vraag ik.

“Maar kerel,” zegt hij terwijl hij wezenloos voor zich uit staart, “als je die roedel aan één tafel zet, geloof je je eigen ogen niet. Ik heb een van mijn schoonzoons zien eten met de duidelijke bedoeling mij te ruïneren. Nadat hij de halve kalkoen op zijn bord had gestort, bouwde hij zich een kleine piramide van aardappelkroketten om een dam op te werpen tegen de springvloed van saus waarmee hij het gerecht begoot.”

“Ik zie graag een gezonde appetijt”, antwoord ik. “Ik zie graag opgehoopte borden, altijd natuurlijk onder voorwaarde dat zij onder de juiste vorm en etiquette naar binnen gewerkt worden. Geplet en gemortel, daar krijg ik de bibberatie van. Maar erger nog vind ik de nouvelle cuisine met haar teljoorkunst. Zij huldigen het principe dat een van mijn tantes ooit voorstond: ‘er is meer te zien dan te eten’. Haar feesten eindigden dan ook meestal in de frituur aan de overkant. Maar wij dwalen af. Wat wens jij voor het komende jaar?”

“Ik wil eerlijk met je zijn”, zegt hij mij doordringend aankijkend. “Het kan gek klinken, maar ik wilde dat de Spice Girls hun meningsverschillen bijlegden en weer samen aan het zingen gingen.”

“De Spice Girls?” roep ik ontzet uit. “Wat lig jij met de Spice Girls je arm oud hoofd af te beulen terwijl er alom kommer en kwel op onze planeet heerst?”

“De kleinkinderen, jongen,” zegt hij, “jij weet niet welk een nefaste invloed die op ons ouderen uitoefenen. Heb jij mij en mijn leeuwenjaren ooit horen reppen over power angels, turbo grieten of startrekkers tweede generatie?”

Verstomd en versteend schenk ik een vierde glas in en open een derde pak chips, deze keer besprenkeld met rode peper.

“Zo gaat het,” zeg ik, “de evolutie werkt niet alleen aan een poot, een vleugel of een vin, zij knutselt ook aan de papieren of celluloïde helden. Wij leefden nog met Winnetou en kapitein Nemo die met over de borst gekruiste armen de boze wereld tegemoet traden.”

“Deze helden leven allemaal een lichtjaar terug, kerel”, zucht hij. “Heb jij al eens naar de tv-films gekeken die onze kleuters voorgeschoteld krijgen? Hoho, ik ben er zeker van dat onze collegeprofessoren eigenhandig de kabel hadden komen doorknippen die deze zwoele beelden naar de beeldbuis voeren. Ha, zij worden verwend deze kinderen. Heb jij ooit een aflevering van Xena, the Warrior Princess meegemaakt? Nee? Moet je doen. Natuurlijk wens je na drie episodes dat Hollywood in de kortste keren in vlammen opgaat. Wel wordt er – het moet gezegd – gul omgesprongen met vrouwelijk schoon, zodat ook de oudere personen de verlossende zapknop niet indrukken.”

“Dat moet ik noteren”, zeg ik. “Dus Xena, the Warrior Princess, bedankt voor de tip. Zijn er nog wensen voor het jaar eer wij het derde millennium intreden?”

“Zeker, zeker,” mijmert hij luidop, “wensen overhoop, maar wij moeten realistisch blijven, want de eeuwige jeugd en alles wat daarmee samengaat, valt buiten het wensgebied. Wat mij wel zou plezieren is dat er in 1999 geen Jaws X gemaakt wordt.”

Hij daalt de trappen af, zingend: “Halleluja, gelukkig de mens die de Heer vreest!”

Ik blijf wijn, chips en sprakeloos achter.

Got

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content