Omdat ik weet dat u een man van eer bent, die elke vorm van constructieve kritiek graag ter harte neemt, ben ik zo vrij langs deze weg een punt van zorg met u te delen. Het heeft te maken met het campagnebeeld van uw partij. Met die glimlach, meer bepaald – die glimlach waarmee al uw partijgenoten ons nu al weken bestoken, op elke affiche, in elke advertentie. Nu is er vanzelfsprekend niets mis met een glimlach, maar dit is anders, dit is een bombardement waar iets radioactiefs van uitgaat. De vraag die mij in de aanloop naar de verkiezingen steeds meer zorgen baart, is deze: die glimlach, mijnheer Bracke, wat zit daar nu eigenlijk achter?
Ik stel de vraag aan u, omdat u toch de bedenker bent van de doctrine der fundamentele vrolijkheid, die aan deze bommenregen van opgetrokken mondhoeken ten grondslag ligt. In mijn donkerste momenten bespringt mij de angst dat u die glimlach hebt bedacht om te verbergen dat achter de woorden van u en uw partijgenoten soms wraakzucht, meedogenloosheid en vileine trucjes verscholen zitten. Er zijn voorbeelden genoeg om dat te illustreren, ik beperk mij tot de incidenten van de voorbije week.
Er was om te beginnen uw tweet over het spotje dat Kurt Van Eeghem heeft ingesproken voor zijn man Tom De Boeck, die opkomt voor de SP.A. U noemde hem niet bij naam, maar de bedoeling was duidelijk: name and shame, ook wel verklikking genoemd. Ook uw motivatie is glashelder: u vindt dat Van Eeghem, net zoals Manuela Van Werde zodra bekend werd dat ze op een N-VA-lijst staat, geen programma’s meer mag presenteren. Een wraakoefening, dus.
Nu ben ik zelf een groot voorstander van een strakke deontologie. Maar niet zozeer voor mensen die klassieke deuntjes aan elkaar praten op Klara. Wel voor journalisten, ook bij de openbare omroep. Zo spreekt het nogal vanzelf dat zij geen partijkaart mogen kopen en zeker geen vaste column mogen schrijven voor het magazine van die partij, laat staan onder pseudoniem. In dat verband: ik hoor dat u nog altijd geen ontslag genomen hebt bij de VRT. Omdat u de mogelijkheid op een terugkeer naar een bestaan aan het infuus van ons belastinggeld nog altijd wilt openhouden. Mag ik ervan uitgaan dat u, als een man van eer, daar ten spoedigste verandering in brengt?
Na uw tweet was het de beurt aan Jan Jambon om ons het ware gelaat achter de glimlach te tonen. In Het Nieuwsblad beaamde hij dat langdurig werklozen eerst hun huis moeten verkopen en hun spaargeld moeten opmaken voor zij recht hebben op een leefloon. Dat lijkt weliswaar niet in het partijprogramma te staan, maar u zult het met mij eens zijn dat zulke uitspraken niet meteen aanleiding geven tot fundamentele vrolijkheid over uw bekommernis aangaande onze welvaartsstaat.
En dan waren er natuurlijk de uitspraken van uw Leider zelf. Ik heb even met het idee gespeeld om Hem een brief te schrijven, maar daar deins ik een beetje voor terug, omdat ik weet hoe gevoelig Hij is voor kritiek – ik zou Zijn toorn niet willen opwekken om dan op Zijn zwarte lijst terecht te komen. Maar u zult mijn opmerkingen vast aan Hem willen doorgeven, misschien een beetje diplomatischer geformuleerd. Zeg Hem eens dat ik mij soms afvraag of Hij geen masker draagt. Of Hij al Zijn uitspraken kan verzoenen met die glimlach waaraan Hij ons onafgebroken blootstelt. In De zevende dag beschuldigde Hij Kris Peeters van extreemrechtse campagnetechnieken. In Schild en vriend zei Hij zonder verpinken dat Hij Alexander De Croo als mens niet moet. Vond u dat fundamenteel vrolijk? Of fundamenteel boertig?
Politiek is oorlog, mijnheer Bracke, dat weet ik. Het is de verdienste van uw Leider dat Hij de politieke strijd naar een hoger niveau heeft getild. Uw partij zal het goed doen: er zijn mensen die hun huis zouden verkopen om voor de N-VA te mogen stemmen. Maar zelfs in een oorlog gelden regels. Ook soldaten hebben een deontologie, een conventie van Genève. En u kent de geschiedenis: wie de Totale Oorlog voert, sleurt zijn hele natie mee de dieperik in. Hopelijk zal later niet blijken dat die glimlach in uw advertenties de mond van een ogenschijnlijk slapende vulkaan was. Want dan is uw geliefde Vlaanderen straks Pompeï aan de Schelde.
Met vrolijke groet,
Joël De Ceulaer
Zeg eens tegen uw Leider dat ik mij soms afvraag of Hij geen masker draagt.