Op de hoofdtabel van de Australian Open hebben zes Belgen een rechtstreekse plaats.

Al ruim tien jaar draaien de Belgen goed mee op de Australian Open. Sabine Appelmans zette de toon in 1991. Ze bereikte als eerste Belgische de tweede week en werd in de achtste finales geklopt door Marie Jo Fernandez. Nog twee keer haalde Appelmans de slotweek. In ’96 werd het ook achtste finale tegen Iva Majoli. In 1997 stootte ze door tot de kwartfinales, met zicht op de halve finale tot ze in de derde set tegen Mary Pierce een eenvoudige volley miste en kraakte. Ook Dominique Van Roost speelde in ’97 de kwartfinale. Tranen vloeiden in de Rod Laver Arena toen ze met onhoudbare rugpijn moest opgeven tegen Fernandez. Twee jaar later zette Van Roost haar laatste kwartfinale neer, verlies tegen Amélie Mauresmo. Bij de mannen twee uitschieters voorlopig. Xavier Daufresne kende een moment van glorie en genade toen hij in 1994 tot in de achtste finale doordrong en daar op Todd Martin stuitte. En Christophe Rochus, nu veroordeeld tot de kwalificaties want uit de top-100 gedonderd, overtrof zichzelf in 2000 met onder andere winst tegen Albert Costa en Max Mirnyi en een verloren achtste finale tegen Yevgeny Kafelnikov.

Dit jaar kregen zes Belgen rechtstreeks een plaats op de hoofdtabel van de Australian Open.

Uiteraard zijn de verwachtingen weer het hoogst bij het duo Kim Clijsters/Justine Henin- Hardenne. Naar de vorm van Henin-Hardenne was het een beetje gissen. Vorig jaar speelde de Waalse in Melbourne de kwartfinale – die ze verloor tegen Kim Clijsters. Sinds de herfst van vorig jaar heeft de nummer vijf in de wereld een optrekje in Saddlebrook, Florida waar ook Jennifer Capriati, de nog revaliderende Martina Hingis en Monica Seles het nieuwe seizoen voorbereidden. Henin-Hardenne trok dit jaar niet naar de Australische Gold Coast waar ze de voorbije jaren succesvol was. Ze trad alleen aan in Sydney en werkte eerder in Florida een uitgebreid fitnessprogramma af en sleutelde vooral aan haar netspel en de opslag. Met deze steviger wapens en meer regelmaat wil ze de strijd aangaan met het duo Serena en Venus Williams.

Kim Clijsters verblijft al twee maanden in Australië. Na de titel op de Masters in Los Angeles nam ze een paar weken vakantie en daarna bereidde ze met coach Marc Dehous 2003 voor. Met de Hopman Cup en Sydney heeft ze voldoende voorbereiding achter de rug om de punten van de halve finale in Melbourne Park van vorig jaar te verdedigen. De sportvrouw van het jaar meldde vanuit Australië dat ze er klaar voor is: ‘Ik speel veel beter dan vorig jaar rond deze tijd en ik voel me ook fysiek en mentaal een stuk sterker. De overwinning tegen Serena Williams op de Masters heeft me uiteraard enorm veel deugd gedaan. Ik vond het zelfs een beetje jammer dat het seizoen gedaan was en ben met erg veel zin aan de trainingen begonnen. Mijn eerste doelstelling voor 2003 is gewoon gezond blijven, een heel jaar kunnen spelen zonder blessures. Maar met mijn huidige vorm wil ik het natuurlijk goed doen op de Australian Open. Ik beschouw de eerste rondes op een Grand Slam zeker niet als tijdverlies. Je hebt ze nodig om dingen uit te proberen die je, als alles goed gaat, later kunt gebruiken in de topconfrontaties tegen de Williamsen, Capriati, Seles en een Davenport. Ik kijk echt al uit naar duels met die meisjes.’

En dan is er nog Els Callens, de stille derde. Als prille dertiger speelde ze vorig jaar een van haar sterkste seizoenen ooit, de beloning was een 67e plaats op de wereldranglijst. In het najaar was Callens lange tijd uit met een geheimzinnig virus, maar ondertussen begon de Waaslandse in Australië toch al aan haar veertiende profseizoen. En de motivatie is er nog altijd bij de onderschatte selfmade tennisvrouw.

Bij de mannen gaat alle aandacht naar Xavier Malisse. Malisse brak vorig jaar echt door in Wimbledon, maar miste een beetje zijn najaar. De West-Vlaming speelde in de Hopman Cup in Perth erg sterk tegen James Blake en verloor in Sydney nipt tegen Max Myrnyi. De vorm lijkt er dus wel te zijn. Net als Justine Henin-Hardenne bereidde Malisse het jaar voor in Florida, samen met coach Craig Cardon. Over zijn verwachtingen is hij flou: ‘Gezond zijn is het belangrijkste. Het wordt een hard jaar. Ik heb flink gewerkt aan mijn opslag en netwerk. Evenaren wat in 2002 gebeurd is, zou knap zijn. Ik heb er alle vertrouwen in, ook al omdat ik weer een jaartje ouder en rijper ben.’

De overblijvende mannen in de top-honderd zijn klein duimpje en de reus, Olivier Rochus en Dick Norman. Rochus was vorig jaar de man van de uitschieters tegen onder anderen Marcelo Rios in Parijs (indoor) en vooral Marat Safin in de tweede ronde van Wimbledon. Zijn kleine gestalte, één meter vijfenzestig, zal hem wel altijd parten blijven spelen, maar standvastig in de top-honderd blijven, mag geen probleem zijn. En Dick Norman. Sinds 1991 was Norman onverstoorbaar, soms aandoenlijk op zoek naar een plaats in de top-honderd. Na veel ups en downs heeft hij die plaats net voor hij 32 wordt, eindelijk beet. Voor hem hebben we een vrome wens, dat hij in zijn dertiende profseizoen vooral mag genieten van zijn nieuwe status, de aanhouder in hem heeft hem verdiend.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content