Het overgrote deel van de landbouwgrond in Zuid-Afrika is nog altijd in blanke handen. Het landhervormingsprogramma van de regering heeft veel vertraging opgelopen. En daardoor dreigen Zimbabwaanse toestanden. De blanke boeren slaan alarm.

Mtubatuba, een stadje in het wilde westen van KwaZulu-Natal. Een bejaard landbouwersechtpaar ontvangt ons in de stijlvolle, Engels ingerichte leefkamer van hun boerderij die nu door hun zoon wordt uitgebaat. Op 263 hectare teelt hij suikerriet en hout voor de export naar Japan. Met veel gegesticuleer vertelt de vrouw hoe ze vorig jaar brutaal werden neergeschoten en beroofd. Enkele jongelui stormden de slaapkamer binnen waar haar man op bed lag te lezen. Ze beschoten hem en raakten daarbij zijn bil en zijn maag. Ze eisten de sleutel van de safe, maar de boer weigerde die te geven. Zijn vrouw werd tegen de grond gegooid en kreeg een kogel in haar been. De indringers bewerkten de boer met de cricketstok. Ruim twee uur duurde de beproeving.

Negen maanden lang lag de boer in het ziekenhuis. Nu is hij invalide, hij loopt moeizaam. Door de cricketslagen werd zijn bil immers verbrijzeld. ‘Er is geen gerechtigheid meer voor blanken’, zegt de boerin. ‘De daders worden beschermd, ze krijgen een gratis advocaat. Onze advocaat en de ziekenhuiskosten moesten we uit eigen zak betalen.’ Na de roofoverval liet het paar een stalen traliehekken plaatsen voor hun slaapkamer. ‘We leven als gevangenen in ons eigen huis.’

Diezelfde week werd in deze streek een ander gepensioneerd boerenkoppel gemolesteerd. De 66-jarige Mr. Smith werd in koelen bloede doodgeschoten. In een wanhopige poging om haar man en twee kleindochtertjes te redden, wierp zijn vrouw zich op de belagers. Ze hiewen echter met een mes op haar in. Als bij wonder overleefde ze de nachtmerrie. Nauwelijks enkele maanden later werd de zoon van het koppel Harrison het slachtoffer van een carjacking. Toen hij die morgen vanuit zijn afgelegen boerderij de dreef in reed, werd de weg versperd door een dode tak. Hij stapte uit om die te verwijderen en werd toen plots bedreigd door drie gewapende jongelui. Hij smeekte hen om hem te laten leven en gaf hun de autosleutels. De kerels schoten de jonge boer in de buik, alvorens weg te stuiven.

Boeren in Zuid-Afrika lijkt een erg hachelijke onderneming geworden. Het geweld op blanke boeren begon in ’91 en is sindsdien enorm geëscaleerd. Statistieken geven aan dat tussen februari ’98 en februari ’99 gemiddeld 67 boerderijen per maand werden aangevallen. In een tijdspanne van nauwelijks acht jaar werden 870 mensen gedood bij 4624 boerderijaanvallen.

Dat vermeldt het memorandum van de Aksie Stop Plaasaanvalle. Drie boerenorganisaties bundelden hun krachten in deze joint venture om internationaal ruchtbaarheid te geven aan de boerenmoorden in Zuid-Afrika. Hun woordvoerder, Werner Weber, richt een noodkreet tot de internationale gemeenschap omdat de Zuid-Afrikaanse regering volgens hem doof blijft voor de verzuchtingen van de boeren.

Met haar landhervormingsprogramma wil de regering 30 procent van de landbouwgrond herverdelen over een periode van 15 tot 20 jaar, te beginnen met de landbouwgrond in handen van de staat. Blanke boeren die land moeten afstaan, krijgen een compensatie die zou overeenkomen met de marktwaarde. De landclaimcommission koopt vooral boerderijen en gronden van oudere boeren die ermee stoppen. Maar ze vinden de compensatie voor hun landgoed veel te gering.

In een recent tv-interview werd voormalig president Nelson Mandela gevraagd naar een reactie op de farmkillings. Madiba, zoals hij gemeenzaam wordt genoemd, repliceerde dat de Zuid-Afrikaanse politie haar best doet om die te beteugelen. ‘Maar’, voegde hij eraan toe, ‘blanke boeren die hun arbeiders exploiteren, treffen ook schuld. Ze zouden op meer sympathie kunnen rekenen indien ze niet zouden zwijgen over incidenten waarbij landarbeiders brutaal worden aangevallen of gedood.’ Tot dusver werd één blanke boer veroordeeld voor het doden van een werknemer.

We ontmoeten Werner Weber in Piet Retief, een stadje in het noorden van KwaZulu-Natal. Hij is zelf ook boer.

Werner Weber: Ik boer op 4000 hectare: hout voor de export naar Japan en 1200 runderen voor de vleesconsumptie in eigen land. Verder werken er 70 mensen op de boerderij.

Als voorzitter van de Agricultural Employers Organisation oefen ik druk uit op de regering opdat zij de veiligheid van haar burgers zou verzekeren, een van haar grondwettelijke taken. Blanke boeren worden systematisch gedood. Een op de zeven blanke boeren heeft al met geweld te maken gekregen.

De zwarten willen de grond terug die hen eeuwen geleden werd afgenomen door blanke boeren. Maar wij, zowel de zwarte als de blanke Zuid-Afrikanen, zijn second nation people. De eerste bewoners van Zuid-Afrika, the first nation, waren de San-bosjesmannen en de Khoïkhoï. Dus als de zwarten met klem beweren dat zij de eerste inwoners waren, klopt dat niet. De blanken kwamen sinds 1652 Zuid-Afrika binnen vanuit Kaapstad. Zwarte bantoevolkeren staken tussen 1300 en 1500 de rivier de Lipopo over in het noorden. Beide bevolkingsgroepen ontmoetten elkaar in de 17de eeuw aan de grens met de Kaapprovincie. Blank en zwart zijn dus ongeveer in dezelfde periode in dit land gearriveerd. Historisch gezien maakt 150 jaar immers niet zoveel uit. De blanken vestigden zich op plaatsen die niet bewoond waren, want Zuid-Afrika was toen heel dun bevolkt.

In de 18de eeuw koloniseerden de Britten Zuid-Afrika en volgden daarbij een politiek van gescheiden ontwikkeling. Ze verdeelden het land in aparte woongebieden. De zwarte bevolking kreeg Lesotho, Swaziland en de centrale homelands toegewezen. De rest, open gebied, werd ingenomen door blanken.

Zwarte boeren voorzien vooral in eigen behoeften, terwijl blanke boeren commercieel ingesteld zijn. Als Zuid-Afrika wil overleven, zal het de commerciële boeren moeten beschermen. Het meest logische is dat het voedsel in Zuid-Afrika zelf wordt geproduceerd. Wij hebben daarvoor de nodige expertise en verzekeren de voedselveiligheid. Wie gaat anders de massa’s voeden in de steden? Trouwens, niemand belet zwarte boeren om te produceren voor de markt. Er is genoeg grond beschikbaar, het is niet nodig om hem te herverdelen.

Er zijn inderdaad nog heel wat onbewoonde gebieden, maar de grond daar is schraal en onvruchtbaar.

Weber: Wie landbouwgrond wil, kan hem kopen op de vrije markt. Ik heb de grond waarop ik boer zelf gekocht, en ik heb ook wat land geërfd van mijn ouders die hem op hun beurt hadden gekocht.

Welke acties hebben jullie met ‘Aksie Stop Plaasaanvalle’ al ondernomen?

Weber: We hebben de regering verzocht om een gesprek, maar we hebben niet eens antwoord gekregen. Vorig jaar hebben we een petitiecampagne tegen het geweld op boeren gehouden. We hebben 384.000 handtekeningen verzameld. Die hebben we, samen met voorstellen om iets aan het probleem te doen, persoonlijk overhandigd op het kabinet van de president en de ministers. Ze lieten ons enkel weten dat ze de brieven hebben ontvangen, maar weigeren met ons te praten.

Nelson Mandela wierp zich de laatste jaren op als internationaal bemiddelaar. Heeft Aksie Stop Plaasaanvalle hem al benaderd?

Weber: Onder zijn regeerperiode werden ook al blanke boeren vermoord. Maar we zijn pas later met onze campagne gestart, toen het moorden begon te escaleren. Nelson Mandela was toegankelijker dan de huidige regering. Als hij nu nog president zou zijn, zou hij waarschijnlijk wel bereid geweest zijn tot praten.

Hoe komt het dat de boerderijbezettingen in Zimbabwe het wereldnieuws haalden, terwijl we niets horen over de situatie in Zuid-Afrika?

Weber: Het imago van de blanke boeren in Zuid-Afrika is niet goed. Internationaal worden we nog steeds met de nek aangekeken. Maar wij zijn niet slecht, we zijn vriendelijk en gastvrij. Door onze campagne willen we ons imago verbeteren en aantonen dat we een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan Zuid-Afrika.

Is er een gelijkenis met de situatie in Zimbabwe?

Weber: Ja, maar president Robert Mugabe zegt gewoon wat hij denkt en spoorde de mensen openlijk aan om land in te nemen. Onze regering doet hetzelfde, maar op een verborgen manier. In Zimbabwe daarentegen had het geweld op boeren weinig te maken met landhervorming. Mugabe gebruikte dit argument vooral om politieke redenen: door blanke boeren te intimideren, hoopte hij dat ze voor zijn partij, ZANU, zouden stemmen en niet voor de oppositie. Hij heeft de landhervorming in zijn land nooit ernstig genomen. De onteigende boerderijen en gronden werden gewoon verdeeld onder zijn familie, zijn ministers en zijn boezemvrienden.

Op tv-beelden zagen we tussen de ‘oorlogsveteranen’ die boerderijen bezetten jongens van nauwelijks zestien.

Weber: Inderdaad. Na de verkiezingen is het geweld wat geluwd. Wat in Zimbabwe gebeurt, zinkt in het niets in vergelijking met wat wij meemaken. Wij krijgen te maken met 800 boerderij-aanvallen per jaar.

We denken dat het meer is dan ‘gewone’ criminaliteit. Een gewone misdadiger kiest het hazenpad zodra hij z’n buit binnen heeft. Bij aanvallen op boerderijen is het anders. Na de inbraak, als de inbrekers al alles hebben wat ze willen, wachten ze urenlang tot de landbouwer terugkomt. Dan wordt hij op de meest onmenselijke manier gefolterd.

Ons probleem is dat de regering niet wil erkennen dat we te maken hebben met iets anders dan gewone criminaliteit en dat ze de daders behandelt als gewone criminelen. Wij geloven dat mensen door de regering worden opgezweept om boerderijen aan te vallen en boeren te doden. Zo kan ze haar politiek van landhervorming makkelijker doorvoeren.

Heeft u bewijzen dat de regering erachter zit?

Weber: Nee, maar het onderzoeksteam dat we aanstelden om deze aanvallen te onderzoeken, kwam tot de bevinding dat het gaat om een georchestreerde campagne om boeren te intimideren hetzij om hun land te verlaten, hetzij om grond af te staan aan zwarten. Ons team heeft de politierapporten bestudeerd: dat het gaat om intimidatie bewijst het feit dat in 26 procent van de aanvallen niets werd gestolen en mensen enkel werden gefolterd of gedood. Het team kon niet exact vaststellen wie achter de campagne zit, maar ze zou worden geleid vanuit vier centra in het land.

De vorsers ontdekten ook dat vele aanvallen met militaire precisie worden uitgevoerd met wapens die door het Zuid-Afrikaanse leger worden gebruikt. Wij twijfelen eraan of de politie wel objectief is. Tot dusver hebben we geen directe bewijzen dat de regering erbij betrokken is, maar ze laat het geweld op boeren gewoon toe.

Bovendien gooien verklaringen van sommige ministers olie op het vuur. Zo verklaarde Steve Mabona, minister van Veiligheid in Mpumalanga: ‘There will not be a second Zimbabwe in South-Africa. Before that all white farmers will have been killed.’ Dit soort regeringsverklaringen laat vermoeden dat de regering niet enkel het doden door de vingers ziet, maar er zelf bij betrokken is. Maar nogmaals, tot dusver weigert de regering botweg om met mij te praten.

U hebt al enkele oproepen tot de internationale gemeenschap gericht. Welke rol kan zij spelen?

Weber: We verzoeken de internationale gemeenschap onze regering aan te sporen om met ons te onderhandelen zodat er een eind kan worden gemaakt aan de boerenmoorden en een harmonieus samenleven mogelijk wordt. Wij vinden dat we te maken hebben met een mensenrechtenkwestie: we worden geviseerd als deel van een minderheidsgroep, omdat we blank zijn en omdat we land bezitten.

Ik maak deel uit van de blanke minderheid die dit land heeft geregeerd tot er een eind aan kwam door aanhoudende en stijgende druk van de internationale gemeenschap. Ik kan me niet voorstellen dat diezelfde internationale gemeenschap nu duldt dat die minderheid met duizenden wordt gedood. Wij hebben geen andere thuis. Dit is ons vaderland. We hebben het recht om hier te wonen. We willen ons land steunen.

Is dit niet allemaal het gevolg van de landwetten van 1913, waarbij de zwarte bevolking heel wat land is kwijtgespeeld aan de staat?

Weber: Natuurlijk speelt de geschiedenis een rol. Maar wat de reden of achtergrond ook mag zijn, dat verantwoordt toch niet het vermoorden van blanke boeren?

Kreeg u zelf al te maken met agressie?

Weber: Ja, maar ik praat er liever niet over. De National Intelligence Agency wil me uit de weg ruimen. In de jaren zeventig was ik lid van het parlement. Men vreest dat ik terug in de politiek zou gaan. Het afgelopen jaar zijn er acht pogingen geweest om me te vermoorden. De laatste poging mislukte omdat de belagers de verkeerde boerderij aanvielen. Om acht uur die avond werden we getipt over de aanval. Mijn vrouw zat met het geweer op schoot te wachten toen ze omstreeks elf uur bij mijn tante, die dezelfde naam draagt, binnenvielen. Ze werd gemarteld en net niet met de vuist doodgeslagen. Toen de aanvallers merkten dat ze op het verkeerde adres waren, gingen ze weg.

Marijke Welvaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content