Met het Vlaams parlement als locatie vond in Brussel de tweede ‘Conferencia Internacional sobre el Banana’ plaats. Want in de bananenhandel lopen heel wat dingen mis.

Op het vlak van kwaliteit, arbeidsomstandigheden, en milieu kan er in de bananenhandel heel wat verbeteren, zegt Joaquín Vásquez, voorzitter van de Ecuadoraanse ‘Unión Regional de Organizaciones Campesinas del Litoral’ (Urocal). De geplande wijziging terzake in de EU-politiek kan de sector missen als kiespijn.

Urocal is een vereniging van kleine producenten van bananen, cacao en citrusvruchten uit het zuidwesten van Ecuador. De aangesloten telers proberen via een beleid van diversificatie hun afhankelijkheid van de bananenproductie wat af te zwakken. Enerzijds proberen zij hun producten af te zetten op de lokale markt, anderzijds willen zij exportgericht werken en ook vruchten als ananas en papaja produceren. Maar het is als pleitbezorger voor de bananenproducenten dat Vásquez naar Brussel is gekomen. Daar huist ook de Europese Unie, en die heeft een nieuw invoerregime bekokstoofd, dat de crisis in de sector alleen nog erger kan maken.

Momenteel betalen de exporteurs van de zogenaamde ‘dollarbananen’, dat zijn vruchten uit Latijns-Amerika, in de Europese Unie 75 euro per ton aan invoerrechten. Het voorstel van de EU voorziet in een verhoging van dat tarief tot 230 euro per ton. Bananen die in Europa zelf of voormalige kolonies in Afrika, de Caraïben of de Pacific (ACP-bananen) worden geteeld, blijven van een nultarief genieten.

De EU-maatregel is de zoveelste opdoffer die de sector te verwerken krijgt?

JOAQUÍN VÁSQUEZ: In de keten van de bananenindustrie spelen diverse factoren op elkaar in. Een van de grootste problemen is het enorme verschil tussen wat de consument betaalt en wat de producenten ervoor krijgen. Een kilo bananen kan in Europa 1,5 à 2 euro kosten. Wij krijgen, officieel, 2,91 dollar per kist van 18,4 kilo. Officieel, zeg ik, want er wordt nog afgedongen, zodat de courante prijs rond 1,5 à 2 dollar per kist bedraagt. Soms ligt de prijs wel eens een paar weken wat hoger, 3 à 4 dollar. Hoe lager in de keten, hoe lager de verdienste. Uiteindelijk zijn de landarbeiders de pineut, want het is alleen op hen dat de producent zijn besparingen kan afwentelen. Soms heeft hij gewoon de middelen niet om meer te betalen.

Is die situatie in alle bananenproducerende landen hetzelfde?

VÁSQUEZ: Wat voor landen zoals Ecuador zeker negatief is, is de hogere kostprijs. In Costa Rica, bijvoorbeeld, proberen ze de bananen te verschepen via Puerto Limón, dat aan de Atlantische kant ligt. Dan moet je het Panamakanaal niet door. Het kanaal is zeer duur en dat weegt door. Wij, die al een zekere afstand moeten afleggen om bij het kanaal te komen, moeten om competitief te zijn elders besparen. In de eerste plaats op de arbeidskosten. Voor de rest is de situatie enigszins vergelijkbaar. In Costa Rica en andere Centraal-Amerikaanse landen is een hogere graad van syndicale actie, terwijl dat in Ecuador erg laag is. In Costa Rica zal een arbeider dan ook meer inkomsten hebben dan in Ecuador. Daar staat tegenover dat de levensstandaard in Costa Rica hoger is. In Costa Rica wordt de voorkeur gegeven aan een model waarbij de werkgever rechtstreeks met de arbeiders onderhandelt.

Het gros van de bananen die wij consumeren, is afkomstig uit Centraal- en Zuid-Amerika, maar ook in Europa, de Canarische eilanden en Afrika worden er bananen geteeld. Worden die landen bij de Internationale Bananenconferentie (IBC) betrokken?

VÁSQUEZ: Er zijn verschillende voorbereidende regionale conferenties geweest. Bij de IBC zijn er mensen betrokken uit Ghana, Ivoorkust, de Filipijnen en de Canarische eilanden. Die laatste zijn goed voor 400.000 ton per jaar. De ACP-bananen worden echter in de Europese Unie ingevoerd tegen nultarief. Dat maakt ze zware concurrenten.

De kosten om de bananen hier te krijgen, kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën. Ten eerste, hoeveel kost het om de bananen op de markt te brengen? Zo bekeken liggen de Canarische eilanden en Ivoorkust niet ver. Ten tweede is er de interne kost: hoeveel kost het om bananen te produceren in mijn land? Daarom wordt er in de IBC gesproken over de ‘race to the bottom’, een opbod naar beneden.

Wordt die gezamenlijke strijd ook gevoerd tegenover de Europese Unie?

VÁSQUEZ: De andere Latijns-Amerikaanse landen hebben een groot front gevormd. Ecuador aarzelt. Het is de grootste exporteur van de wereld, goed voor 4 miljoen ton op jaarbasis, weliswaar geteeld door meestal kleinere producenten.

Wordt de stem van een organisatie als Urocal in dit hele debat nog wel gehoord?

VÁSQUEZ: Wij proberen met andere producenten een gemeenschappelijk standpunt te bereiken.

De door Urocal gevoerde diversificatiepolitiek betekent toch dat er alternatieven zijn om uit die negatieve spiraal te ontsnappen. Is Urocal sterk genoeg om die exportmarkt aan te boren? Dat vraagt middelen en kennis van zaken?

VÁSQUEZ: Een van de niches waar we denken te kunnen scoren, is die van de bioproducten. Biologische landbouwproducten leveren op dit ogenblik nog altijd betere prijzen op dan andere producten, dus leggen we ons daar een beetje op toe. Wij willen ook meer biologisch gaan produceren. Al onze leden produceren alleen nog biologische bananen. Daarvan worden nu 80 containers per week geëxporteerd.

Ook die producten komen uiteindelijk terecht in een aankoopcircuit van mogelijk buitenlandse groepen die dan met de grootste winsten kunnen gaan lopen?

VÁSQUEZ: Op dit ogenblik voeren wij biobananen uit en dat gaat vrij goed. Wij proberen te letten op de kwaliteit, zodat de bananen in goede conditie aankomen in Europa, en verder ook op de kostenvermindering. Als je biologisch teelt, is het heel belangrijk om op het terrein gediversifieerd te telen, een van de kernpunten van dat soort landbouw.

Die bananen vallen buiten het bereik van de multinationals, maar is het voor u niet moeilijk om toegang te krijgen tot dingen als scheepscapaciteit, logistiek, koelinstallaties en importeurs in Europa?

VÁSQUEZ: Momenteel worden de bananen vooral in koelcontainers vervoerd, niet onder dek. Wij huren plaats in op een schip, en dat loopt zeer goed. Wat de import betreft, is er een organisatie in Duitsland die daarvoor instaat. Op lokaal niveau worden de bananen met gewone vrachtwagens van de plantages naar de haven in Puerto Bolivar (Machala) gebracht. Daar worden ze overgeladen in containers en over land naar Guayaquil gebracht. Om ze rechtstreeks naar Guayaquil te brengen, is de afstand te groot. Dat betekent uiteraard serieuze meerkosten. De meeste bananenboten in Puerto Bolivar werken met onderdekse compartimenten, zogenaamde ‘bodega’s’. Om zo’n ‘bodega’ te kunnen afhuren, moet je minstens 20.000 dozen kunnen afzetten. Onze doelstelling is op termijn meer te produceren om zo’n bodega te kunnen afhuren. Dat betekent ook een voordeel voor de kwaliteit van de bananen, omdat deze schepen een betere koelcapaciteit hebben dan de containers. Uiteindelijk zijn de schepen toch 21 dagen onderweg naar Antwerpen.

Stok achter de deur

Volgens gelegenheidstolk Leo Ghysels, hoofd van de productendienst van Oxfam Wereldwinkels en bananenspecialist, kunnen de geplande EU-maatregelen de doodsteek betekenen voor de al zwaar geteisterde sector. De houding van de multinationals noemt hij ambigu: ‘Het ligt er namelijk aan waar ze hun plantages hebben. Chiquita, bijvoorbeeld, is sterk op Latijns-Amerika aangewezen, maar Dole heeft ook plantages in Afrika. Dole heeft veel geïnvesteerd in Kameroen, in plantages die vergelijkbaar zijn met die in Latijns-Amerika, met een groter potentieel om uit te breiden, goedkope arbeidskrachten, dichter bij Europa.

‘In Latijns-Amerika zijn de diverse partijen met elkaar aan het praten: zowel producenten, exporteurs, arbeidersorganisaties als regeringen. Want alle landen, inclusief Ecuador, zijn tegen het tarief van 230 euro. In Ecuador hebben ze nog geen beslissing genomen over een eventueel behoud van het status-quo, dat wil zeggen de combinatie van 75 dollar per ton en invoerquota. Na een klacht van de betrokken landen is de EU door de Wereldhandelsorganisatie gedwongen om dat systeem op te geven. Het feit dat de landen in kwestie die klacht eventueel kunnen intrekken, blijft een stok achter de deur.’

Marcel Schoeters

De door de EU geplande tariefwijziging kan de doodsteek betekenen voor de sector.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content