Drie Belgische baggerschepen worden vastgehouden door de Indonesische marine. Jan De Nul en Dredging International maken zich al jaren schuldig aan illegale zandwinning, beweert Jakarta. Daar zijn aanwijzingen voor, maar hard bewijs ontbreekt. Een verhaal van diefstal, corruptie en binnenlandse machtsstrijd.

Karimun, Sumatra – De Vasco da Gama ligt er hulpeloos bij. Het reusachtige baggerschip wordt sinds 25 juni vastgehouden door de Indonesische marine. Het schip van de Belgische baggermaatschappij Jan De Nul haalde bij het Sumatraanse eiland Karimun zand op om naar Singapore te verschepen voor landaanwinningprojecten. Maar bij een controle door de marine bleken de papieren niet in orde. Nu worden kapitein en bemanning (42 man) beschuldigd van diefstal.

Kapitein Jean-François Bleu probeert niet te reageren op vragen van Knack aan boord van de Vasco da Gama. De Indonesische marine heeft toestemming gegeven om aan boord te gaan, maar Bleu is onaangenaam verrast met het bezoek. Bleu kent het beleid. De Nul houdt niet van pottenkijkers. Daarom verwijst hij aanvankelijk alle vragen door naar het kantoor in Singapore. Maar die verschuilt zich achter de Singaporese opdrachtgever. Eerder dit jaar liet het regionale hoofdkantoor al weten geen vragen te willen beantwoorden. ‘Gezien de huidige toon van de artikelen over dit onderwerp in Indonesië, verwachten we niet dat onze cliënt er behoefte aan heeft dat klanten uitlatingen doen naar de pers’, zo was de verklaring. Andere baggermaatschappijen in Singapore reageren op een soortgelijke manier.

‘Ze ontlopen hun verantwoordelijkheid’, zei Ruli van de Sumatraanse milieuorganisatie Kaliptra, destijds toen hij de reactie van Jan de Nul hoorde. ‘Natuurlijk profiteren de opdrachtgevers in Singapore ervan, maar het zijn de baggeraars die het zand hier weghalen. Het zeewater is bruin, de vissers klagen over afnemende vangsten en hele eilanden dreigen te verdwijnen.’

‘De vissers die het ergste onder de schade lijden, krijgen een schadeloosstelling van 100.000 rupiah (euro 10) per maand’, vertelt Rina Dwilestari, lid van de gemeenteraad van Karimun. ‘Het heet een bijdrage voor de ontwikkeling van de gemeenschap te zijn. Maar het is een magere afkoopsom voor het verlies van de enige inkomstenbron van veel eilandbewoners. Je kunt het ze niet kwalijk nemen dat ze protesteren tegen de zandwinning. Hele gezinnen raken in de vernieling.’

Kapitein Bleu is zichtbaar gespannen. Hij is wel eens eerder aangehouden, maar nog nooit zo lang. Hij is al tien jaar kapitein voor de Belgische baggermaatschappij. Twee jaar geleden kreeg de schipper uit Oostende de taak om het nieuwste en grootste baggerschip ter wereld te besturen. Maar nu ligt de Vasco da Gama in een bruine zee machteloos voor anker. Wachtend op nieuws van het kantoor in Singapore.

Weet hij waarom hij wordt vastgehouden? Na enig aandringen gaat hij op de vragen in. Een Indonesische marineofficier kijkt toe tijdens het gesprek. ‘Ze zeggen dat de papieren niet in orde zijn’, verklaart de kapitein. ‘We hebben kopieën gegeven, maar ze willen het origineel van de documenten. Toen ze ons in juni aanhielden om de papieren te controleren, namen ze wel genoegen met een kopie.’

De Indonesische autoriteiten zijn blij met hun vangst. Ze hielden in totaal zeven baggerschepen aan. Afgezien van de Vasco da Gama, liggen ook de Alexander von Humbold van Jan De Nul en de Lange Wapper van Dredging International vast. Daarnaast worden nog een Koreaans, een Russisch en twee Japanse schepen vastgehouden tussen de eilanden van de provincie Riau (Sumatra). In totaal zijn elke dag ongeveer 45 baggerschepen in de regio actief.

WAARSCHUWINGSSCHOTEN Met de Vasco da Gama hebben de Indonesiërs het pronkstuk van Jan De Nul in handen. Deze zogenaamde ’trailing suction hopper dredger’ (sleephopperzuiger) is het eerste megabaggerschip in de wereld, zo meldt Jan De Nul trots op zijn website. Volgens kapitein Bleu kan het per etmaal maximaal twee ritten maken tussen Indonesië en Singapore. Maar volgens de Indonesische marine gaat de Vasco da Gama soms wel vier tot vijf keer op en neer. Elke keer kan het ruim 40.000 m3 zand opzuigen van de zeebodem bij Karimun om het vervolgens bij de landaanwinningprojecten voor de kust van Singapore te dumpen.

De zeven baggerschepen zijn volgens marinecommandant van West-Indonesië admiraal Tedjo Edy aangehouden bij een routinecontrole. Andere schepen wisten te ontkomen door net op tijd de Singaporese grens te halen. ‘Dat gebeurt wel vaker. Soms moeten we waarschuwingsschoten lossen’, zegt de admiraal. ‘Zoals begin juni, toen het Japanse baggerschip Queen of PentaOcean niet wilde stoppen. Die haalde toen net de overkant.’ De admiraal bevestigt dat de Belgische schepen worden vastgehouden omdat de documenten niet zouden kloppen. Maar het doel van de aanhouding is een eind te maken aan de massale diefstal van zand.

Al sinds de jaren ’70 huren Singaporese opdrachtgevers buitenlandse baggerschepen in om zand rond de Indonesische eilanden van Riau te halen voor de landaanwinning. De grote Belgische en Nederlandse baggermaatschappijen zoals Jan De Nul, Dredging International, Ballast Nedam, Ham, Boskalis en Van Oord hebben daarbij altijd een hoofdrol gespeeld. Indonesische concessiehouders in Riau laten de baggeraars tegen een vergoeding een vastgesteld deel van de zeebodem afschrapen. In de tijd van president Haji Mohamed Soeharto deden zich nauwelijks problemen voor. Kinderen van de president en diens opvolger Bacharuddin Jusuf Habibie hadden immers een commercieel belang in de concessies.

Maar sinds twee jaar is het mis in de baggerwereld van Riau. De centrale overheid vermoedt dat er grote hoeveelheden zand worden gestolen. ‘Naar de omvang van de diefstal blijft het gissen, maar wat de baggerschepen formeel opgeven, is slechts een fractie van de werkelijke hoeveelheid zand die wordt geëxporteerd’, zegt een hoge ambtenaar van het ministerie van Handel, die alleen op basis van anonimiteit durft te praten.

De verdenking dat er veel meer zand verdwijnt dan toegestaan is niet alleen gebaseerd op het troebele zeewater, de dalende visstand en het verdwijnen van eilanden. Veel overtuigender bewijs is de kloof tussen de hoeveelheid zand die Indonesië officieel heeft verlaten en de hoeveelheid die Singapore heeft gebruikt voor de landaanwinning sinds de jaren zeventig. In de afgelopen tien jaar alleen al is de oppervlakte van Singapore met 20 procent toegenomen van 633 km2 tot 760 km2. Vrijwel al het gebruikte zand komt uit Indonesië, maar de statistieken wijken sterk af van de onmiskenbare realiteit.

‘In 2001 is de gerapporteerde totale productie 47 miljoen m3 geweest. Maar er moet bijna 750 miljoen m3 het land uit zijn gegaan. Bij een prijs van 1,4 Singaporese dollar (euro 0,82) per m3 voor de concessiehouder en een belastingtarief van 15 procent loopt de staat jaarlijks ruim 145 miljoen Singaporese dollar (euro 84,4 miljoen) mis’, aldus de ambtenaar. ‘Ik geef de schuld niet aan de baggeraars’, zegt hij. ‘Door de chaos in ons land zijn ze in staat alles te manipuleren. We moeten ons eigen huis op orde stellen. Alleen dan kunnen ze geen spelletje meer met ons spelen.’

‘Het is voor ons moeilijk te controleren wat de baggeraars precies doen’, zegt admiraal Tedjo Edy. ‘Vooral omdat de nieuwste schepen zoals de Vasco da Gama al varend zand kunnen opbaggeren. Ze hoeven dus niet meer stil te liggen boven een concessiegebied. Officieel mogen schepen alleen op 2 mijl van de kust baggeren, maar vaak zien we ze op 200 meter afstand werken. Ook zijn ze op minder dan de benodigde halve mijl afstand van kabels en olie- of gaspijpen actief’, aldus Tedjo Edy.

Uit de controle van de marine blijkt dat geen van de schepen de verplichte Automatic Vehicle Locator (AVL) operationeel heeft, zodat de autoriteiten hun bewegingen niet kunnen zien op de monitor. ‘Als ze het ding al hebben, zetten ze het gewoon uit’, zegt de admiraal.

LOGBOEK AFGEGEVEN

President Megawati Soekarnopoetri heeft enkele maanden geleden per decreet bepaald dat de export van zand aan banden moet worden gelegd. Concessiehouders en baggermaatschappijen zullen zich nu aan de regels moeten houden. De aanhouding van de baggerschepen maakt deel uit van het nieuwe strenge beleid, zegt admiraal Tedjo Edy. ‘We blijven schepen vasthouden totdat duidelijk is dat we niet meer met ons laten sollen.’

Wat staat de Vasco da Gama te wachten? ‘Dat moeten ze in Jakarta beslissen’, aldus de admiraal. ‘Misschien komt er een rechtszaak. In het ergste geval nemen we het schip in beslag.’ De marine heeft de logboeken opgevraagd om te kunnen controleren of de baggeraars zich wel aan de beperkingen van de licenties hebben gehouden.

Kapitein Bleu verwerpt alle beschuldigingen. ‘We baggeren alleen in het gebied waar we toestemming voor hebben. Daarvoor hebben we het meest geavanceerde positioneringsysteem. We kunnen een uitdraai maken van de computer om het te bewijzen, maar daar hebben de Indonesische autoriteiten niet om gevraagd. Ze wilden het logboek over een periode van tien dagen. Dat hebben we gegeven. Maar het logboek vertelt niet waar en hoeveel zand we hebben gebaggerd.’

Hoewel de Vasco da Gama een capaciteit van ruim 40.000 m3 heeft, zegt Bleu op het moment van aanhouding slechts 17.000 m3 zand aan boord te hebben gehad. Of dat klopt, valt niet na gaan. Kort nadat zeven Indonesische militairen aan boord waren gegaan, werd het schip getroffen door een totale black-out. De hydraulische systemen begaven het, de luiken vielen open en al het zand zakte door de bodem van het schip terug de zee in, zo laat Bleu weten. Toeval of moedwil? De kapitein blijkt in zijn eer gekrenkt. ‘U denkt toch niet dat we in zo’n drukke zeestraat expres een black-out veroorzaken?’

Terwijl de woede van de lokale vissersgemeenschap zich vooral op de baggeraars richt, blijkt op de achtergrond een strijd gaande tussen de centrale autoriteiten in Jakarta en het lokale bestuur van de provincie Riau. Het conflict gaat over de zeggenschap over de verkoop van concessies, het verstrekken van de vergunningen en het toezicht op de zandwinning. Onduidelijkheid hierover is ontstaan toen de provincies twee jaar geleden een grote mate van autonomie kregen.

‘Sindsdien verkopen de lokale autoriteiten baggerconcessies alsof het hun lieve lust is’, zegt Busran Kadri, directeur-generaal van het ministerie van Maritieme Zaken en Visserij en leider van het onderzoek naar de zeven baggerschepen. Hij laat een kaart zien van de regio. Vrijwel het hele gebied is met rode vakken ingedeeld. Ook beschermde gebieden, kustgebieden en zones met telecomkabels en olie- of gaspijpen blijken te zijn vergeven. Ondanks een verbod op zandwinning op die kwetsbare plaatsen. ‘Sommige concessies blijken zelfs meerdere keren te zijn verkocht’, aldus Busran Kadri, die voorheen admiraal was in West-Indonesië.

Jakarta wil paal en perk stellen aan de wildgroei. ‘Het is voor hun eigen bestwil. Als de regels strikt worden nageleefd komt er meer belastinggeld binnen voor de provinciale begroting’, zegt Busran Kadri. Maar de districtshoofden ( bupatis) stribbelen tegen. Veel van hen worden ervan verdacht zelf te verdienen aan de verkoop van de concessies. Samen met andere lokale autoriteiten zouden zij de afgelopen twee jaar misbruik hebben gemaakt van hun nieuw gewonnen autonomie. Dat zou het verzet van de provinciale overheden tegen het optreden van Jakarta verklaren.

‘Waarschijnlijk spelen alle partijen een spelletje’, zegt Busran Kadri. ‘De concessiehouders samen met de lokale overheid. Ze hebben allemaal hun eigen belang bij het vervalsen van vergunningen en het afkopen van de toezichthouder’, aldus de directeur-generaal.

Een concessiehouder uit Riau geeft het toe. ‘Doorgaans hoeven baggeraars hun handen niet vuil te maken. Wij regelen alles: papieren, belastingen en smeergeld.’

Ganjar Nugraha, het hoofd van de douane van Karimun zegt ongelukkig te zijn met de aanhouding van de baggerschepen door de marine. ‘De zandwinning is een belangrijke bron van inkomsten, maar zo jaag je de baggeraars alleen maar weg.’ Volgens hem is er niets mis met de papieren van de Vasco da Gama. Hij zegt wel een vermoeden te hebben waarom de marine zo handelt, maar wil daar niets over zeggen. ‘Dat ligt allemaal te gevoelig.’ Anonieme bronnen wijzen er echter op dat de marine zelf altijd veel geld heeft verdiend aan de zandwinning en die bron van inkomsten niet wil verliezen.

De ambtenaar op het ministerie van Handel bevestigt de gang van zaken. ‘De marine verlangt geld, sigaretten en drank van de baggeraars. Dat is niets nieuws. Een veel groter probleem is de directe betrokkenheid van zeer hoge militairen en bestuurders in de handel’, aldus de ambtenaar. Namen wil hij niet noemen. Maar vorige maand beschuldigde een parlementslid van de regeringspartij PDI-P de gouverneur van Riau, Saleh Djasit, van verregaande belangen in de zandhandel en van zelfverrijking.

onzeker lot

De zeven baggerschepen wacht een onzeker lot. Busran Kadri zegt ze niet gemakkelijk te zullen laten gaan. De voormalige admiraal kan zich de affaire rond het baggerschip Amsterdam van de Nederlandse maatschappij Ballast Nedam nog goed herinneren. Dat schip werd in februari 2000 vastgehouden omdat de papieren niet klopten. Het werd een rechtszaak. In juni werd het schip tijdelijk vrijgegeven voor reparaties. Het ontsnapte naar Singapore. Sindsdien mag het niet meer in Indonesië opereren.

De vlucht van de Amsterdam zou door omkoping mogelijk zijn gemaakt. Een persoon die zegt hierbij nauw betrokken te zijn geweest, vertelt op basis van anonimiteit dat hij in maart 2000 in een hotel op het eiland Batam van Ballast ruim 300.000 Singaporese dollar (euro 175.000) in contanten heeft ontvangen om aan de Indonesische marine te overhandigen. ‘In totaal is er meer dan 5 miljoen dollar (euro 2,91 miljoen) betaald aan rechters, openbare aanklagers, immigratie, douane, politie en de marine’, beweert hij.

Als voormalig marineadmiraal verbaast het Busran Kadri niets. Alhoewel hij er moedeloos van wordt. ‘Misschien dat we dit keer gewoon beslag moeten leggen op de schepen. Dan beginnen we ons eigen baggerbedrijf.’

Alexander Weissink

De centrale overheid vermoedt dat er grote hoeveelheden zand worden gestolen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content