Eerst was hij acteur. Dan minister van Cultuur. Dan verzetsleider. Vandaag is Achmed Zakajev politiek vluchteling in Londen, en als de berichten kloppen een doelwit van Vladimir Poetin. ‘Niemand durft tegen Rusland in te gaan.’

Het Tsjetsjeens-Russische conflict wordt stilaan een onontwarbaar kluwen. Aan moorden, complottheorieën en verdachtmakingen heen en weer geen gebrek. Zo was er de brutale moord op Anna Politkovskaja. De Russische journaliste, pleitbezorgster van de Tsjetsjeense zaak en fervent tegenstandster van gewezen president Vladimir Poetin, werd doodgeschoten in de lift naar haar Moskouse flat. Twee jaar na de moord is de zaak nog altijd niet opgehelderd. En dan was er de vergiftiging van Alexander Litvinenko. De ex-spion werd niet in Rusland vermoord, hij werd in hartje Londen vergiftigd met polonium-210. De zaak-Litvinenko hield de internationale media wekenlang in de ban en verzuurde geruime tijd de relaties tussen Rusland en het Verenigd Koninkrijk. Volgens het VK werd Litvinenko uitgeschakeld in opdracht van het Kremlin. De Britten vroegen de uitlevering van Andrej Loegovoj, een voormalige agent van de FSB, de gewezen KGB. Rusland weigerde. Inmiddels heeft Loegovoj zitting in de Russische Doema en geniet hij politieke onschendbaarheid. Maar de zaak-Litvinenko is niet de enige reden waarom het minder goed gaat tussen Londen en Moskou. De laatste jaren zijn er nog meer tegenstanders van Poetin neergestreken in de Britse hoofdstad. Onder hen Achmed Zakajev.

Zakajev heeft er tot dusver een behoorlijk turbulente carrière opzitten. Begin jaren negentig was hij een gerespecteerd acteur bij het stadstheater in Grozny, die nog Hamlet had gespeeld. Vervolgens werd hij onder Dzjochar Doedajev, die in 1991 de onafhankelijkheid van Tsjetsjenië uitriep, minister van Cultuur. Een paar maanden na zijn aanstelling brak de eerste Tsjetsjeense oorlog uit. Tijdens die oorlog schopte Zakajev het tot verzetsleider in het rebellenleger. Na de oorlog leidde hij voor de regering van president Aslan Maschadov de onderhandelingen met het Kremlin. Toen kwam hij in diskrediet bij de Russische autoriteiten. Na de faliekant afgelopen gijzelingsactie in het Dubrovkatheater in Moskou in 2002 werd hij door Rusland geseind als moordenaar en terrorist – aantijgingen die hij altijd met klem ontkend heeft. Zakajev week uit naar het Verenigd Koninkrijk. Rusland vraagt zijn uitlevering, maar de kans dat dit ook daadwerkelijk gebeurt, is nagenoeg onbestaande. Een Britse rechtbank heeft Zakajev wegens gebrek aan bewijzen vrijgesproken. In 2003 heeft hij er bovendien politiek asiel gekregen. Vanuit Londen probeert Zakajev intussen de Tsjetsjeense zaak zoveel mogelijk onder de internationale aandacht te brengen.

De gebeurtenissen in Tsjetsjenië zijn wat naar het achterplan verschoven in het internationale nieuws. Is dat puur het gevolg van de dood van Politkovskaja?

ACHMED ZAKAJEV: De moord op Anna is de ergste tragedie die Tsjetsjenië kon overkomen. Dankzij haar waren de mensen in Rusland en in het Westen tenminste nog een béétje op de hoogte van wat er in Tsjetsjenië gebeurde. Zij was kritisch en dus lastig voor zowel Poetin als Ramzan Kadirov, de huidige president van Tsjetsjenië. Maar ze maakte het ook de westerse leiders moeilijk. Dankzij Anna wist iedereen wat er in Tsjetsjenië gebeurde. Het was dan ook niet zo gemakkelijk voor westerse leiders om hypocriet te doen over de hele situatie. Nu kunnen ze, om opportunistische redenen, veel makkelijker doen alsof hun neus bloedt. Dan komen hun relaties met Rusland niet in gevaar.

In het buitenland heeft men de indruk dat de toestand sinds de aanstelling van Kadirov relatief stabiel is.

ZAKAJEV: Veel is er nochtans niet veranderd. Mensen worden gekidnapt of verdwijnen. En er is nog altijd veel geweld. Zelfs binnenskamers durven mensen niet vrijuit te spreken. Als kinderen op straat hun mond voorbijpraten, loopt hun familie gevaar. Zo is het altijd geweest. Tot mijn vijftiende wist ik bijvoorbeeld niet dat op 23 februari de deportatie van honderdduizenden Tsjetsjenen naar Siberië werd herdacht. Mijn ouders durfden mij dat niet te vertellen, omdat ze bang waren dat ik het ooit eens hardop zou zeggen. Ik dacht dat die dag het feest van het Russische leger was.

Sommigen vergelijken de situatie van nu met de Koude Oorlog.

ZAKAJEV: Die bezorgdheid is terecht. Al is de situatie vandaag helemaal anders dan twee decennia geleden. Rusland heeft niet meer de macht die de voormalige Sovjet-Unie toen had, maar dat maakt het daarom niet per definitie minder gevaarlijk. De Sovjet-Unie was altijd een gesloten geheel. Rusland is open. Dat is een belangrijk verschil. In Rusland heerst op dit moment de totale corruptie. Die corruptie en alles wat ermee te maken heeft, kan zich als een bacterie over de hele wereld verspreiden. Rusland is nu eenmaal een van de spelers op de wereldmarkt geworden. Het grootste probleem is dat bijna niemand openlijk Poetin durft te bekritiseren.

U hebt er een aantal indrukwekkende carrièrewendingen op zitten. Hoe wordt een acteur en minister van Cultuur plots leider in een verzetsleger?

ZAKAJEV: Dat is allemaal nogal organisch gegaan. Een paar maanden na mijn aanstelling als minister van Cultuur is de oorlog uitgebroken. Het gebouw waarin ik werkte, werd gebombardeerd, ramen en deuren werden aan diggelen geslagen. Op een dag trok ik de deur van mijn kantoor dicht. Toen ik over het plein naar huis liep, zag ik verzetsstrijders staan. Toen heb ik besloten om me bij hen aan te sluiten. Later heeft Doedajev mij tot frontcommandant benoemd.

Dat klinkt eenvoudig, maar u had geen enkele militaire ervaring.

ZAKAJEV: U hoeft zich niet te veel illusies te maken over het begin van de oorlog. Dat was puur amateurisme. Het verzet was helemaal niet georganiseerd. Overal waren er groepjes strijders… Mijn taak was om ze samen te brengen, te coördineren en discipline bij te brengen. Mensen kenden mij als acteur, dat hielp. Ik hoefde geen ellenlange speeches te geven om hun vertrouwen te winnen. Ik trok in die tijd met een populaire zanger en een toetsenist door het land. We luisterden naar muziek en zongen samen. Zo bracht ik die jonge mannen samen om er een leger van te maken.

Wat herinnert u zich nog van die eerste oorlog?

ZAKAJEV: Het is de verschrikkelijkste periode uit mijn leven. In het begin dacht ik: dit gebeurt niet echt met mij. Een beetje zoals je naar een film over de Tweede Wereldoorlog kijkt. Ik was absoluut niet in staat om mij af te sluiten voor de dingen die rondom mij gebeurden. Ik heb een te grote gevoeligheid voor dat soort dingen – misschien heeft dat te maken met het feit dat ik acteur ben. Ik dacht echt dat ik helemaal gestoord zou worden. Ik herinner me vooral dode en verminkte lichamen, en al die burgerslachtoffers.

Volgens Litvinenko, met wie u goed bevriend was, is de tweede Tsjetsjeense oorlog in scène gezet door Poetin.

ZAKAJEV: Ik ben er 100 procent zeker van dat hij gelijk heeft. En hij had er de bewijzen voor. Waarom denkt u dat ze hem uit de weg hebben geruimd? Poetin heeft bewust op die oorlog aangestuurd.

Hebt u hem nog vaak bezocht toen hij ziek was?

ZAKAJEV: Natuurlijk. Ik was voortdurend bij hem. Ik heb hem bijgestaan tot aan zijn dood.

Litvinenko was net als Poetin een ex-KGB’er. Jullie hebben een totaal verschillende achtergrond. Hoe evident was jullie vriendschap?

ZAKAJEV: Toen ik in het Verenigd Koninkrijk terechtkwam, was Litvinenko een van mijn buren. Zo zijn we vrienden geworden. Hij was net als ik een hevige tegenstander van Poetin. Litvinenko was niet zoals de meeste andere KGB’ers. De weduwe van Doedajev werd ooit ondervraagd door agenten van de FSB. Ze vertelde me achteraf dat ze verhoord was door een zekere Alexander Volkov, een man die volgens haar niet op zijn plaats zat bij de geheime dienst omdat hij, in tegenstelling tot zijn collega’s, het vermogen tot medeleven had. Die Alexander Volkov bleek later Litvinenko te zijn.

De laatste jaren zijn er wel meer Russen in Londen neergestreken. Ze hebben twee dingen gemeen: het zijn vijanden van Poetin en ze zijn puissant rijk. Hoe past u in dat rijtje?

ZAKAJEV: Ik wil me van die rijke ex-Sovjets distantiëren. Ik heb niets met hen te maken. En ook niet met het rijke leventje dat ze hier in Londen etaleren. Ik woon in een gewoon huis, en ik heb altijd geleefd van een uitkering, zoals alle politieke vluchtelingen.

Als we de artikels mogen geloven waarin uw naam de laatste tijd vermeld wordt, zit u in slechte papieren. Bijna overal wordt u genoemd als een van de mogelijke doelwitten van Poetin. Maakt u zich zorgen?

ZAKAJEV: Angst is geen optie. Het is niet door bang te zijn dat mijn leven veiliger zal worden. Poetin is trouwens niet alleen een gevaar voor mij of mijn familie. Hij is een gevaar voor heel veel mensen. Hij heeft een systeem geïnstalleerd waarbij hij niet kan zonder vijanden, of het nu binnenlandse of buitenlandse vijanden zijn. In het begin waren dat vooral de Tsjetsjenen, maar ondertussen breidt het aantal vijanden van Rusland zich langzaam maar zeker uit. Intussen dreigt Poetin weer openlijk met kernwapens. Pas op, ik ben geen voorstander van grote acties tegen Rusland. Ik ben een voorstander van de dialoog en het overleg. Alleen is er aan de andere kant niemand die wil praten.

Volgens Rusland hebt u iets te maken met de gijzeling in het theater in Moskou.

ZAKAJEV: Toen Rusland om mijn uitlevering vroeg, was ik in Denemarken. Denemarken heeft mij niet uitgeleverd. Omdat ik een Brits visum had, ben ik teruggekeerd naar Londen. Scotland Yard heeft de beschuldigingen van Rusland een jaar lang onderzocht en is tot de vaststelling gekomen dat er niets van klopt. Toen hebben ze mij asiel verleend.

Maar ondertussen blijft u wel internationaal geseind.

ZAKAJEV: Dat het internationale aanhoudingsbevel tegen mij niet wordt ingetrokken, heeft alleen maar met politiek te maken. Want ondanks het feit dat ik voor het Britse gerecht helemaal onschuldig ben, durft men niet tegen Rusland in te gaan.

In 1999 hebt u de onderhandelingen met Rusland nog geleid. Wanneer is hun houding tegenover u veranderd?

ZAKAJEV: Zij hoopten dat ik een pro-Russisch standpunt zou innemen in de onderhandelingen. Zoals ook president Achmed Kadirov (vader van Ramzan, de huidige president, nvdr) dat had gedaan. Maar dat kon ik niet. Ik heb altijd geprobeerd om de standpunten van Maschadov aan de Russen uit te leggen, en ik ben trouw gebleven aan onze principes. Toen ze begrepen dat ze mij niet naar hun hand konden zetten, hebben ze mij laten vallen.

Volgens het Kremlin zijn er ook contacten tussen Tsjetsjeense separatisten en Al-Qaeda.

ZAKAJEV: Dat soort insinuaties komt Rusland natuurlijk goed uit. Ze gebruiken de war on terror om hun optreden in Tsjetsjenië te rechtvaardigen. Het is verre van nieuw als strategie: tijdens de grote deportatie van Tsjetsjenen in 1944 beweerde Stalin dat Tsjetsjenië gecollaboreerd had met de nazi’s. En dat ik banden zou hebben met Al-Qaeda is helemaal ridicuul. Ik word nog altijd op de voet gevolgd door Scotland Yard.

Maar dat er verdeeldheid is in Tsjetsjenië, en dat het moslimfundamentalisme aan macht wint, valt niet te ontkennen.

ZAKAJEV: Die verdeeldheid brengt de Tsjetsjeense zaak ontegensprekelijk veel schade toe. Vroeger waren Tsjetsjenen gematigde moslims. Nu zijn we in groepen uit elkaar gevallen. Weet je dat het islamfundamentalisme in Tsjetsjenië in gang is gezet door de Russen zelf? Nog voor de val van de Sovjet-Unie werden congressen georganiseerd met geld van de KGB. Het is een beetje zoals de Amerikanen de taliban indertijd groot hebben gemaakt.

Politkovskaja was behoorlijk pessimistisch over de ontwikkelingen in Rusland. Hoe ziet u de toekomst?

ZAKAJEV: Ik kan niet anders dan optimistisch zijn. Het Tsjetsjeense volk beleeft vermoedelijk een van de meest tragische periodes uit de geschiedenis. Maar we hebben het overleefd, en het kan alleen maar beter gaan. Ik móét dat geloven. Als dat er niet meer is, dan gaat het niet meer. Weet u, traditioneel wordt gezegd dat wij de eerste oorlog gewonnen hebben en de tweede verloren, maar ik zie het net omgekeerd. Tijdens de eerste oorlog zijn er gigantisch veel burgerslachtoffers gevallen. Toen zijn de Russen vertrokken, de overwinning hebben ze ons gegeven. Terwijl wij onze overwinning vierden, bereidde Rusland een nieuwe oorlog voor.

Hoe kunt u die tweede oorlog als een overwinning zien?

ZAKAJEV: Tsjetsjenië is jarenlang door de Russen als een kolonie behandeld. En niets is moeilijker voor een volk dan zich weer oprichten na een kolonisatie. Sinds de tweede is Rusland niet langer de kolonisator, maar veeleer de bezetter van Tsjetsjenië. Onder het juk van een bezetter kan een volk veel makkelijker uitkomen. Dat kan in 24 uur gebeurd zijn… als er aan de bezetting een einde komt.

In 2004 dreigde de Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Karel De Gucht, met uw uitlevering aan Rusland als u naar België zou komen. Hoe kijkt u terug op die zaak?

ZAKAJEV: Ik ben niet rancuneus tegenover De Gucht. Ik kan zijn beslissing enigszins begrijpen. Daags nadien moest hij op bezoek bij Poetin. De Gucht kon Poetin moeilijk in de ogen kijken als hij de dag voordien staatsvijand nummer één had ontvangen. Maar De Gucht moet toch ook beseffen dat hij een verantwoordelijkheid heeft. Hij is minister in België, en Brussel is hoofdstad van de Europese Unie. Tsjetsjenië is een deel van het Europese continent. Ik ben er meer dan ooit van overtuigd dat de oplossing van de Tsjetsjeense zaak in Europa ligt.

door michael de cock – foto diego franssens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content