‘Angst beheerst hier het leven’

KIM JONG-UN 'Nooit eerder werd een leider in Noord-Korea zo zwak getoond. Hij is een speelbal van andere machten.' © Rex

Veertig dagen was Kim Jong-un zoek. Dat zorgde internationaal voor zenuwachtigheid: veel vertrouwen wekt de Noord-Koreaanse leider niet op. Vorige week keerde hij plots terug op het toneel, maar niet ongeschonden. Een gesprek met twee overlopers over het geheimzinnigste land ter wereld. ‘De strafkampen zullen nooit verdwijnen.’

De verdwijning van Kim Jong-un, sinds twee jaar de leider van Noord-Korea, was al een vreemde zaak, maar zijn plotse rentree is dat al helemaal. Veertig dagen was Kim niet in het openbaar te zien; eind september meldden de staatsmedia dat hij ‘met ongemakken’ te kampen had. Vorige week dook hij ineens weer op: de staatstelevisie toonde foto’s van de vermoedelijk 31-jarige Kim, die een nieuw wooncomplex bezoekt. De leider bleek met een wandelstok te lopen, wat dan weer de speculaties voedde over zijn tanende macht in het gesloten land. Korea-expert Remco Breuker, hoogleraar Koreastudies aan de Universiteit Leiden, vindt de getoonde wandelstok veelbetekenend: ‘Nooit eerder werd een leider in Noord-Korea zo zwak getoond. Hij is een speelbal van andere machten. Kim Jong-un heeft nog wel wat in de melk te brokkelen in het regime, maar zijn macht is waarschijnlijk vooral symbolisch. Op termijn is zijn rol aan de top van het land uitgespeeld.’

Maar Breuker zegt er meteen bij dat hij ook niet precies weet wat er speelt aan de top van het regime. Daarom was het zo bijzonder dat enkele gewezen hooggeplaatste Noord-Koreanen in Nederland waren, die wérkelijk weten hoe de macht in Noord-Korea wordt uitgeoefend. Wij kregen ze te spreken.

Permanent bewaakt

Tot het laatste moment blijft het onbekend wie de twee mannen zijn met wie we mogen praten. Zeven topambtenaren die Noord-Korea zijn ontvlucht, bezoeken op uitnodiging van de Universiteit Leiden een conferentie met de titel ‘A State of Legitimacy, North Korean Voices in Exile’. Zelfs Koreadeskundigen tasten in het duister over de werking van het regime, dat een bijzonder slechte reputatie heeft vanwege mensenrechtenschendingen, een bedreigend atoomprogramma en hongersnood. Over de namen en functies van de bezoekende Noord-Koreanen wordt geheimzinnig gedaan. Dat lijkt overdreven, op het paranoïde af. ‘Nee hoor’, zegt initiatiefnemer Remco Breuker. ‘Onze gasten worden in Zuid-Korea, waar ze nu wonen, permanent bewaakt, sommigen 24 uur per dag. Er zijn al heel wat overlopers uit Noord-Korea omgebracht in het buitenland, onder wie een neef van de voormalige leider Kim Jong Il. We moeten uiterst voorzichtig zijn.’

De ochtend van de gesprekken krijgen we van de universiteit via e-mail te horen dat we mogen praten met een voormalige topambtenaar van het ministerie van Openbare Veiligheid en een hoge ex-topmilitair. We lopen naar de afgesproken plek in Leiden, en wachten. Ze zijn er niet. ‘Ze zijn even een ommetje aan het maken, denk ik’, zegt de wel aanwezige Breuker half grappend. Het tekent de gespannen sfeer rond het bezoek van deze heren. Maar na een klein halfuur verschijnen de Noord-Koreanen toch. Ch’oe Chu-hwal is de eerste die ik spreek, gezeten aan een lange vergadertafel in het bestuursgebouw van de Universiteit Leiden. De hoogste overgelopen militair die ooit uit Noord-Korea is ontsnapt, heeft donkere wenkbrauwen en een vriendelijke uitstraling. Hij draagt een grijs colbert en houdt zijn handen gevouwen. Hij lijkt een tikje nerveus, maar neemt de tijd om mijn vragen te beantwoorden.

Ch’oe draaide al 23 jaar mee aan de militaire top toen in de loop van 1995 tal van collega-militairen gearresteerd werden. Velen van hen werden kort daarna geëxecuteerd. Het waren chaotische dagen: de Grote Leider Kim Il Sung, dictator sinds de oprichting van de Noord-Koreaanse staat in 1948, was het jaar ervoor overleden. Zijn zoon Kim Jong Il had de leiding van het land overgenomen. Ch’oes collega’s verdwenen, en hij dacht dat hijzelf in dit klimaat de volgende kon zijn. Hij wachtte een goed moment af, en in oktober ontvluchtte hij Noord-Korea. Ch’oe vertelt, schijnbaar onbewogen: ‘De vlucht was een helse onderneming vol gevaar en angst. Ik wil er niet over praten. Waar ik van wakker lag, waren de gevolgen voor mijn familie. Want anderhalf jaar na mijn vlucht hoorde ik dat mijn vrouw en drie kinderen opgepakt waren en afgevoerd naar een strafkamp. Of ze nog leven, weet ik niet. Sommige vluchtelingen hebben wel nog contact met hun verwanten, hoewel dat formeel niet kan. Ik wil niet vertellen hoe ze dat doen. Wel is dat contact de afgelopen twee jaar veel moeilijker geworden.’

Gruwelijke kampen

Over de straf- en concentratiekampen in Noord-Korea was nooit veel bekend. Maar hoe het er daar toegaat, werd voor het eerst uitgebreid gedocumenteerd in een VN-mensenrechtenrapport dat afgelopen februari verscheen. Via talloze bronnen, onder wie gevluchte ex-gevangenen, kwamen er gruwelijke praktijken aan het licht. Heropvoeding is het officiële doel, maar in sommige kampen blijven de gevangenen tot hun dood. Het strenge regime in de kampen blijkt bovendien gepaard te gaan met marteling, verkrachting, slavernij en zelfs opzettelijke uithongering. Droog constateert het rapport: ‘De VN verwerpen de verklaring van Noord-Korea dat de gevangenisfaciliteiten voldoen aan de internationale normen.’

Het buitenland reageerde geschokt, maar oud-topmilitair Ch’oe Chu-hwal zegt nu: ‘Er volgde geen werkelijke, effectieve druk uit het buitenland. De kampen zijn een essentieel onderdeel van de Noord-Koreaanse staat. Onder dit regime zullen ze nooit verdwijnen. De kampen zijn het belangrijkste pressiemiddel dat ervoor zorgt dat iedere burger in het gareel blijft lopen. Angst beheerst het leven. In Zuid-Korea werk ik voor een vluchtelingenorganisatie, en alle vluchtelingen zeggen hetzelfde: de angst om te “verdwijnen”. Niet alleen jijzelf, maar ook je ouders en kinderen. En misschien kom je nooit meer het kamp uit. Arrestaties komen vaak totaal onverwacht, de straffen zijn arbitrair. Zelfs Jang Song-thaek, de hooggeplaatste oom van Kim Jong-un, is in december 2013 ter dood veroordeeld en vermoord. En hij zat in de absolute top.’

De dood van Jang Song-thaek brengt een ander fenomeen rond Noord-Korea aan het licht. De ongecheckte verhalen, de onverifieerbare geruchten die verheven worden tot nieuwsberichten. Vlak nadat zijn executie bekend werd, doken berichten op over de manier waarop Jang was omgebracht. Hij zou opgesloten zijn in een kooi met uitgehongerde jachthonden die hem aan stukken scheurden terwijl leider Kim Jong-un toekeek. Westerse media pikten het bericht gretig op. ‘Als het om berichtgeving over Noord-Korea gaat, maakt het blijkbaar niet uit of het waar is. Alle beweringen kunnen ineens een nieuwsbericht worden. Hoe slechter, hoe beter’, zegt emeritus hoogleraar Koreastudies Boudewijn Walraven vanuit de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul. Al decennialang wordt de grootste onzin verteld over Noord-Korea, zegt hij: ‘De honden die Jang zouden hebben verscheurd, bijvoorbeeld, dat is een verzinsel van een of andere idioot in Hongkong, die het bericht via het internet de wereld in stuurde. Westerse media namen het klakkeloos over zonder ook maar iets te verifiëren. Natuurlijk is het regime in Noord-Korea vreselijk, maar aan onzinverhalen hebben we helemaal niets. Sterker nog: ze zijn schadelijk voor het begrip. We weten al zo weinig over het regime.’

Indoctrinatie

De tweede Noord-Koreaanse vluchteling die ik in Leiden ontmoet, is de voormalige hoge topambtenaar Lee Seong-hyeon. Deze vijftiger ontsnapte tijdens een buitenlandse missie in 1996. Lee is wat nerveuzer dan Ch’oe, iets voorzichtiger ook, maar wel vriendelijk en vrij open. Jarenlang was hij op het hoogste niveau belast met de ideologische zuiverheid van het personeel van het ministerie van Openbare Veiligheid. Dat ging ver. Lee vertelt: ‘Ik moest ervoor zorgen dat de mensen loyaal bleven aan het regime. We moesten ze ontmoedigen om kritiek te leveren op het land of op de manier van leven. Dat lukte door tijdens zelfkritieksessies te vertellen dat ze zouden verdwijnen in een kamp. Maar dat was niet genoeg. De bevolking moest echt denken en voelen dat dit regime de enige keuze is. De mensen moesten geloven dat de leider en de Communistische Partij hen zouden behoeden voor een buitenlandse aanval. En de burger moest dankbaar zijn voor dit goede leven, en ervan overtuigd raken dat de toekomst nog rooskleuriger zou worden, allemaal dankzij de geweldige leider. Dat is indoctrinatie, weet ik nu. Maar destijds in Noord-Korea vond ik óók dat dit systeem goed was: Juche, de officiële leer van het land, betekent vooral: zelfvoorzienendheid, we doen alles op eigen kracht. Ik dacht: we moeten alleen wat meer ons best doen om ons leven te verbeteren. Pas na mijn vlucht realiseerde ik me dat er andere politieke systemen bestaan. In Juche zegt men dat de mens centraal staat en de baas is van het universum. Maar zonder Juche-systeem bleek er ook een menswaardige samenleving mogelijk. Sterker nog: ik kreeg langzaam in de gaten dat het Noord-Koreaanse regime de bevolking leugens verkoopt. Maar de schrik zat er al in tijdens de uitoefening van mijn werk. Je weet instinctief dat je niets verkeerds mag zeggen, niets wat afwijkt of wat als kritisch beschouwd zou kunnen worden. Alleen met schoolvrienden die ik al mijn hele leven kende, durfde ik openlijk te praten. We vonden die voorzichtigheid niet gek. We waren van jongsaf aan zo getraind.’

Ook Lee Seong-hyeon woont nu in Zuid-Korea, en zet zich in voor andere vluchtelingen uit het Noorden. Verscheidene dissidenten die Noord-Korea ontvlucht zijn en kritiek hebben geuit, zijn door het regime vermoord. Lee heeft permanente bewaking nodig en weet hoe gevaarlijk zijn uitspraken kunnen zijn. Is hij dan niet bang? ‘Voor mijn eigen veiligheid niet, want die interesseert me niet. Maar wat ik erg vind, is dat onze uitspraken consequenties hebben voor achterblijvers’, zegt hij. ‘Ik weet zeker dat wat ik hier in Leiden zeg gevolgen heeft voor mijn familieleden. Misschien leidt het rechtstreeks tot verbanning. Ik ken het regime. Je ontsnapt nooit. Fysiek misschien wel, maar mentaal niet. Want nog altijd reageert Noord-Korea op wat ik zeg. Daar ben ik bang van. Zo mogelijk nog frustrerender is dat veel achterblijvers nog altijd geloven in de leider. Ze denken dat hij zorgt voor een maaltijd per dag. Ze zijn totaal geïndoctrineerd.’

Harde lijn

De vraag moet gesteld worden: hoe betrouwbaar zijn ook déze getuigenissen? Beide heren zijn na hun vlucht uitgebreid aan de tand gevoeld door de Zuid-Koreaanse inlichtingendienst. Misschien heeft het zuiden belang bij een uiterst negatief beeld van de noordelijke aartsvijand. Heeft dat geen invloed op de getuigenissen van de overlopers? ‘Enige beïnvloeding is wel mogelijk,’ zegt Korea-kenner Boudewijn Walraven, ‘maar de waarde van hun verhalen is ongelooflijk groot. Niemand heeft de kennis die zij hebben, van binnenuit.’ De man die de Noord-Koreanen naar Nederland haalde, hoogleraar Remco Breuker, reageert nog feller: ‘Ik begrijp de vraag over de betrouwbaarheid. Maar de informatie die deze voormalige hoge ambtenaren hebben, is van onschatbare waarde om ook maar iets te begrijpen van het regime. Waarom wordt de vraag over betrouwbaarheid niet aan mij gesteld? Omdat ik een blanke hoogleraar ben? Dat is oriëntalistisch. Terwijl ík nooit in Noord-Koreaanse overheidsdienst heb gediend, en zij wel. Je moet dus met ze spreken. Laat ze uitpraten, en wees kritisch.’

De inzichten in de politiek op het hoogste niveau zijn regelrechte eyeopeners, zegt Breuker: ‘De contacten met sommige gevluchte hooggeplaatsten hebben ons volstrekt nieuwe informatie opgeleverd. Wat het meest in het oog springt, is dat Kim Jong Il, na de dood van Vader des Vaderlands Kim Il Sung in 1994, al jarenlang bezig was de macht naar zich toe te trekken. Voor de buitenwereld hield hij zich met onbelangrijke cultuurzaken bezig, maar dat hij een keihard machtsspel speelde en de macht veroverde op zijn vader was niet bekend. Hoe hij dat deed, weten we nu ook dankzij de overlopers. Onder zijn leiding werd de al bestaande bureaucratische instelling OGD (Organisation Guidance Department) uitgebreid en langzaam steeds machtiger gemaakt. Kim Jong Il ronselde actief hooggeplaatsten in de Communistische Partij en het lukte hem de macht uit te bouwen, tot de OGD de plek was waar alle beleid moest worden goedgekeurd. Inclusief de benoemingen.’

Hoe moet de buitenwereld omgaan met dit eeuwig lastige regime? De politiek van aartsvijand Zuid-Korea was decennialang hard van toon. Maar de Zuid-Koreaanse president Kim Dae-jung (die regeerde van 1998 tot 2003) koos een radicaal andere benadering: de zonneschijnpolitiek. In ruil voor geld en goederen werd er toenadering tot Noord-Korea gezocht. Dat leidde uiteindelijk in 2000 zelfs tot een historische ontmoeting tussen de leiders van Noord en Zuid. Kim Dae-jung kreeg er de Nobelprijs voor de Vrede voor.

Die politiek heeft veel opgeleverd, zegt Korea-kenner Walraven: ‘Het Noord-Koreaanse atoomprogramma was jarenlang bevroren. Lichtwaterreactoren die al lang klaar hadden moeten zijn, zijn niet afgemaakt en een opwerkingsfabriek is gesloten. Dat is de verdienste van de zonneschijnpolitiek.’ Maar volgens hoogleraar Breuker werkte de zonneschijnpolitiek averechts. ‘Het idee leek goed, maar de timing was slecht. De Amerikaanse president George W. Bush kwam aan de macht, en die verwierp de zachtere lijn tegenover Noord-Korea. Hij stelde dat het land behoorde tot de “as van het kwaad”.’

Sinds begin 2013 heeft Zuid-Korea voor het eerst een vrouwelijke president, Park Geun-hye. Zij kiest voor een hardere lijn tegenover Noord-Korea. Volgens Breuker is dat realistisch: ‘Park zegt: we willen praten met het Noorden, maar het is geven en nemen. Als jullie provoceren, zoals met een aanval op een eiland of aan de grens, slaan we keihard terug. Ik vrees dat dit de enige aanpak is die werkt.’

DOOR GUIDO SPRING

‘Na mijn vlucht hoorde ik dat mijn vrouw en drie kinderen opgepakt waren en afgevoerd naar een strafkamp.’ – (Ch’oe Chu-hwal, hoogste ontsnapte militair ooit)

‘Ik moest de bevolking doen geloven dat ze de grote leider dankbaar moest zijn voor dit goede leven.’ – (Lee Seong-hyeon, gewezen topambtenaar)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content