ANGELA MERKEL’Ik heb niets cadeau gekregen’

© IMAGEGLOBE

Het lijdt weinig twijfel dat Angela Merkel na de verkiezingen van zondag een derde ambtstermijn als Duitse kanselier ingaat. Acht jaar geleden was niemand zeker of ze de job wel aankon, vandaag is ze de machtigste vrouw ter wereld. Een portret, aan de vooravond van haar derde en wellicht laatste kanselierschap: ‘Als ik uit de politiek stap, wil ik geen halfdood wrak zijn.’

Ze is geen angstig type, maar op honden heeft ze het echt niet begrepen. In de zomer van 1995 – ze was toen al CDU-minister van Milieu – werd Angela Merkel namelijk na een fietstochtje in de buurt van haar ouderlijke huis in Templin aangevallen door de jachthond van de buren. Een pijnlijk detail in haar biografie, dat ook Vladimir Poetin niet was ontgaan. Toen de Russische president haar in januari 2007 ontving in zijn residentie aan de Zwarte Zee stormde plots Poetins zwarte labrador de zaal binnen, hij snuffelde aan Merkels benen en ging languit aan haar voeten liggen. Op foto’s is te zien hoe Merkel er hoogst ongemakkelijk bijzit, terwijl Poetin, breed uitgezakt in zijn stoel, geniet van het intimiderende moment. Sindsdien wordt bij elk staatsbezoek van Merkel aan Poetin protocollair overeengekomen dat honden niet gewenst zijn.

Merkel, née Angela Kasner, praat Russisch met Poetin. Dat leerde ze op school in de DDR, en het was – naast Engels, dat ze bijspijkerde door de lectuur van de Britse communistische Morning Star – haar lievelingsvak. Op de middelbare school nam ze graag het voortouw. Ze deed niets wat verboden was, maar in het uitvoeren van opdrachten legde ze een tegendraadsheid aan de dag die haar in de ogen van de schoolleiding verdacht maakte. Tot afgrijzen van haar leraren zong ze de Internationale in het Engels, de taal van de klassenvijand. Eigenlijk had ze lerares willen worden, maar daar zag ze snel van af omdat ze als domineeskind terugdeinsde bij de gedachte dat ze het DDR-regime voor de rest van haar leven zou moeten propageren – goed wetend hoe kinderen uit burgerlijke en vooral christelijke kringen in Oost-Duitsland werden gediscrimineerd.

Vader Horst Kasner was een idealistische dominee uit het westen, die zich geroepen voelde om zich in het communistische Oost-Duitsland te vestigen. Acht weken na de geboorte van Angela trok het gezin (dat later met zoon Marcus en dochter Irene werd uitgebreid) in 1954 vrijwillig van Hamburg naar het DDR-grensdorp Quitzow, en drie jaar later naar Templin, benoorden Berlijn. Het gezin had het niet breed in de DDR en was dankbaar voor de pakjes uit het westen, waarin vaak afgedragen kleren zaten. ‘Mijn vader verdiende jarenlang heel weinig, en zonder die pakketjes van mijn tante en grootmoeder uit het westen was onze levensstijl veel spartaanser geweest. Aan de jeans die mijn tante ons stuurde of meebracht hing al onze hoop. Ik heb bijna nooit een kledingstuk uit de DDR gedragen’, vertelde Merkel in de jaren negentig aan fotografe Herlinde Koelbl in het fotoboek Spuren der Macht.

Haar vader, die twee jaar geleden overleed, herinnert Merkel zich als een overdreven ordelijke man: ‘Als kind werd ik vaak woedend omdat hij voor iedereen zo veel begrip opbracht, maar als wij iets uitgespookt hadden, reageerde hij helemaal anders.’ Moeder Herlind, een lerares Engels, mocht door haar burgerlijke afkomst haar beroep niet uitoefenen in de DDR. Al met al was Angela een gelukkig kind: ‘Over mijn kinderjaren lag geen schaduw.’

Nee tegen de Stasi

De bouw van de Berlijnse Muur op 13 augustus 1961 was de eerste politieke gebeurtenis die zich in Merkels geheugen heeft gegrift. In Leipzig, waar ze aan de Karl Marx-universiteit natuurkunde studeerde omdat ze de relativiteitstheorie van Albert Einstein wilde begrijpen, trouwde ze in 1977 met de fysicus Ulrich Merkel – weliswaar een huwelijk uit liefde, maar volgens Merkel overhaast afgesloten om snel een woning toegewezen te krijgen: voor jonge Oost-Duitse koppels was een spoedhuwelijk de normale gang van zaken om praktische dingen van de autoriteiten gedaan te krijgen. Vier jaar later gingen ze uit elkaar, maar Angela behield de naam van haar eerste man. Merkel: ‘De scheiding verliep zonder enige verbetenheid of vuile was.’

De geheime dienst Stasi probeerde haar als informante te winnen toen ze voor een post als assistente aan de Technische Universiteit van Ilmenau solliciteerde. ‘Ik heb ze tamelijk snel duidelijk gemaakt dat ik niet bereid was mee te werken. En ik heb ze ook gezegd – mijn ouders hadden me dat advies gegeven voor het geval ik in zo’n situatie terecht zou komen – dat ik mijn mond niet kan houden en dat ik alles zonder meer zou voortvertellen.’ Ilmenau kon ze vergeten, maar Merkel kreeg wel een job als onderzoekster aan de Academie der Wetenschappen in Berlijn aangeboden. In het DDR-systeem heeft ze nooit geloofd. De planeconomie, die ze een gruwel vond, omschreef ze als de ondoeltreffendste manier waarop een samenleving georganiseerd kon worden: ‘Ik ben gevormd door de kordaatheid waarmee ik de DDR innerlijk heb afgewezen. Ik had het systeem begrepen, en voor mij leed het geen twijfel dat het onmenselijk was en geen toekomst had.’ Maar een dissidente was ze nu ook weer niet; ze werd zelfs lid van de Freie Deutsche Jugend, de jongerenorganisatie van de communistische partij.

Versmacht door Kohl

Via de Oost-Duitse CDU belandde Merkel tijdens en na de Wende in de politiek. De christendemocratische partij beantwoordde het best aan haar temperament. In 1991 werd Kohls Mädchen minister van Vrouwen en Jeugd (1991) in het pas verenigde Duitsland. Ze ontkent niet dat de eeuwige kanselier Helmut Kohl (1982-1998) haar politieke talenten ontdekte, maar met die ’titel’ is ze niet ingenomen: die is neerbuigend. ‘Hij heeft me nooit zo aangesproken’, vertelde ze over dat ‘Kohls Mädchen’. Is ze Kohl dankbaar? ‘Ik heb veel te danken aan Kohl, en toch vind ik het woord dankbaarheid in deze context misplaatst. Want ik heb iets gepresteerd. Ik heb niets cadeau gekregen’, zei Merkel over de patriarch, die na zijn lange kanselierschap maar niet wilde begrijpen dat zijn tijd voorbij was. Kohl bleef de partij zozeer domineren dat de CDU onder zijn gewicht dreigde te verstikken.

In december 1999 moest Helmut Kohl, erevoorzitter van een CDU die sinds 1998 in de oppositie zat, voor de camera toegeven dat hij in de periode 1993-1998 twee miljoen Duitse mark aan schenkingen had geïncasseerd die hij, in strijd met de partijwetgeving, niet had gedeclareerd. Door zijn aankondiging dat hij de namen van de schenkers niet zou noemen omdat hij hun op zijn erewoord anonimiteit had beloofd, stortte Kohl zijn partij in de zwaarste crisis van haar bestaan. De CDU was door de Spendenaffäre niet gewoon beschadigd, haar overleven stond op het spel. Merkel greep naar het grof geschut. In haar functie van secretaris-generaal publiceerde ze op 22 december 1999 in de Frankfurter Allgemeine Zeitung een rebelse open brief met de titel ‘De tijd van Kohl is onherroepelijk voorbij’. Kohl, het christendemocratisch boegbeeld aan wie niemand in de CDU durfde te raken, werd door Merkels epistel van zijn voetstuk gestoten. Sommigen noemden het vadermoord. Later noemde ze de publicatie van die brief het grootste risico dat ze in haar carrière genomen heeft: ‘Je kunt me soms verwijten dat ik een weifelaar ben, maar één ding staat vast: als ik van de juistheid van een zaak overtuigd ben, dan is er geen “als” en “maar” meer. Daarom heeft bij het artikel de vraag of ik vervolgens uit de CDU zou vliegen of niet helemaal geen rol gespeeld.’

Door de publicatie van de open brief, die insloeg als een bom omdat Merkel vooraf niemand had ingelicht, gingen de kopstukken en lokale grootheden in de door mannen gedomineerde christendemocratische partij beseffen dat ze in deze vrouw, die ze tot nog toe smalend de Oberschwester (opperzuster) hadden genoemd, hun meester gevonden hadden. Ze werd voorzitter van de CDU.

Angela Merkel is een unicum in de Duitse politiek: ze is een politica die ook een leven vóór de politiek had, een vrouw die ook buiten de CDU nog altijd als een frisse kracht wordt beschouwd, juist omdat ze zich in het openbare leven niet van het klassieke politieke jargon bedient. Die troef speelt ze in deze verkiezingscampagne uit tegen haar rivaal Peer Steinbrück, die gepokt en gemazeld is in de SPD. Omgekeerd beet de Duitse elite haar tanden stuk op deze Oost-Duitse protestante, die als jonge vrouw via een zijingang in de CDU belandde en die door katholieke mannetjesputters beheerste partij grondig door elkaar heeft geschud. Door haar rare kapsel en oubollige garderobe werd daar vanaf het begin met haar gespot. De journalisten die haar als prille minister vergezelden lagen dubbel van het lachen omdat die vrouw, die in het vliegtuig weleens een brei durfde op te zetten, nog nooit van het feministische blad Emma had gehoord en niet wist wie Stanley Kubrick was.

‘Het raadsel Merkel’

In zijn biografie Die zwölf Gesetze der Macht beklemtoont publicist Hajo Schumacher dat ‘het raadsel Merkel’ niet bestaat: dat is een mythe die werd gecreëerd door mannen die niet opgewassen zijn tegen haar intellect, haar strategisch inzicht en haar tactische vermogens. Wie haar politieke reflexen analyseert, komt tot plausibele conclusies. Om vooruit te komen, gebruikt ze alle kansen die zich voordoen, maar ze is verstandig genoeg om niet te provoceren. Haar politieke instinct bedriegt haar zelden, ze vertrouwt op haar olifantengeheugen, heeft een ijzersterke gezondheid en een uithoudingsvermogen waarmee ze haar tegenstanders op nachtelijke zittingen uitput. Van elk nieuw initiatief berekent ze het resultaat en vooral het succes dat ze daarvan verwacht. Projecten van de oppositie (minimumloon, huurprijsbegrenzing) inpikken? Ze doet het zonder scrupules. Ze cultiveert haar Pruisische deugden en drijft op haar protestantse arbeidsethiek. Omdat ze in de godsdienst eerder het emotionele dan het rationele zoekt, gaat ze naar de kerk om er te zingen: ‘Ik geloof dat deze wereld begrensd en eindig is en dat er iets is wat de wereld in principe een draaglijke vorm geeft – of we dat nu God of een grootheid van een hogere orde noemen. Waarschijnlijk is mijn geloof niet voorbeeldig, want ik heb de neiging om op goede dagen minder te geloven dan op slechte.’

Al in 1991 kon ze zich als minister van Vrouw en Jeugd niet voorstellen dat ze haar beroep als politica zou kunnen verzoenen met het grootbrengen van kinderen: ‘Een kind zou in mijn opvatting betekenen dat ik de politiek opgeef. Dat is op dit moment geen issue. Misschien zal het ook geen issue meer zijn.’

IJdelheid is haar vreemd. Het duurde een hele tijd voor ze het niet meer komisch vond om zichzelf op de televisie tussen andere beroemdheden te zien verschijnen. Ze is nieuwsgierig, stipt, leergierig, soms pedant, altijd tot in de puntjes op alles voorbereid (op reis heeft ze altijd een zwarte jurk in haar bagage), doorgaans ongecompliceerd, vriendelijk en voorkomend. Liever dan ‘hoe’ legt ze uit ‘waarom’ ze iets doet. Ze heeft een fenomenaal geheugen voor beledigingen, en op de kanselarij vreest iedereen de explosie die er staat aan te komen wanneer ze eerst boos zwijgt. Ze wordt gewaardeerd voor haar humor en ironie, ze wordt gevreesd voor haar dodelijke sarcasme. Ze waardeert waardering. Ze weet dat ze verbaal niet de sterkste is. Ooit had ze moeite om zich in het openbaar een houding te geven, nu vormt ze met haar vingertoppen – intussen een klassieker in de politieke iconografie – haar beroemde ruitfiguur (een hang naar symmetrie, zegt ze daarover).

Ooit vond ze haar uiterlijk haar zwakke punt. Sinds ze kanselier is, wordt ze elke ochtend behandeld door stiliste Petra Keller, die ook meegaat op haar buitenlandse reizen. Ze is dol op Wagner en op voetbal. Duitsland is voor haar eerder heimat dan vaderland. ‘Ik vind niet dat de Duitsers opmerkelijk slecht of geweldig tof zijn. Ik ben een groot liefhebber van kebab en pizza, ik vind dat de Italianen veel mooier op het trottoir zitten, en dat de zon in Zwitserland langer schijnt’, zei ze tegen Der Spiegel toen dat magazine haar mening vroeg over ‘Duitse Leitkultur’.

Tegenover haar medewerkers is ze extreem loyaal. In de kanselarij vertrouwt ze blind op haar kabinetschef Beate Baumann (door sommigen haar Raspoetin genoemd), die Merkel sinds haar eerste ministerschap begeleidt. Baumann, de enige persoon die tegen haar mag schreeuwen, maakt in de kanselarij deel uit van een vrouwenteam dat door mannelijke commentatoren spottend thegirls camp wordt genoemd. Omgekeerd is Merkel onverbiddelijk voor complotteurs en intriganten. Toen de jonge CDU-minister van Milieu Norbert Röttgen tijdens de desastreuze verkiezingen van 2012 in Noordrijn-Westfalen Merkel in zijn val probeerde mee te sleuren, kende ze geen genade. In een publieke verklaring die geen twee minuten duurde ontsloeg ze haar dauphin Röttgen, met een kilte die zelfs de dikhuiden in de partij verbijsterde. ‘Een onthoofding met het botte mes’, klonk het in de media.

Wie weet heeft ze Röttgen nadien geïmiteerd. Want om haar spanningen af te reageren, cultiveert Merkel in beperkte kring talenten waar de buitenwereld geen benul van heeft. Ze is een meesterlijke imitator, van Poetin tot de paus. Maar niemand bootst ze beter na dan aartsvijand Gerhard Schröder, de sociaaldemocratische ex-kanselier wiens verveelde blik ze tot in de puntjes heeft geperfectioneerd.

Radicaal rechtdoor

Zelfs de machtigste vrouw ter wereld (dixit het zakenblad Forbes) heeft idolen. In haar werkkamer in de kanselarij staat het portret van Sophie von Anhalt-Zerbst, de Duitse prinses die carrière maakte als Ruslands Katharina II, ook wel Katharina de Grote genoemd. Merkel bewondert mensen die op eigen kracht iets voor zichzelf én de samenleving hebben bereikt. Het idee dat ze de belichaming is van het wildste kapitalisme vindt ze vast absurd. Natuurlijk gelooft ze onvoorwaardelijk in de soziale Marktwirtschaft, maar met de Duitse vakbonden onderhoudt ze relaties waarvan de SPD alleen maar kan dromen. De wereld van de grote industriëlen en bankiers moet ze wel frequenteren, maar in dat milieu heeft ze zich nooit thuis gevoeld.

Eigenlijk is het onbegonnen werk om het fenomeen Merkel te vatten. Publicist Nikolaus Blome typeert haar in zijn boek Die Zauder-Künstlerin als een kunstenares in het weifelen – vreemd voor een vrouw die erg radicaal kan zijn: drie dagen na de kernramp in Fukushima (2011) forceerde ze met de woorden ‘dat was het dan’ de Energiewende (de overgang naar hernieuwbare energie). Of neem de buitenlandse politiek: geen enkele Duitse kanselier vóór Merkel heeft het bestaansrecht van Israël zo kordaat tot Duitse staatsraison verheven, ook al verfoeit ze het Israëlische nederzettingenbeleid en heeft ze een hekel aan premier Benjamin Netanyahu. De linkerzijde in binnen- en buitenland bekritiseerde haar vanwege haar grote vriendschap met George W. Bush, maar ze kapittelde de Amerikaanse president wel openbaar voor de rechtsinbreuken in Guantanamo en verbood hem in 2008 om labiele Europese landen als Georgië en Oekraïne klaar te stomen voor NAVO-lidmaatschap – een veto waar Poetin haar eeuwig dankbaar voor is.

Dat ze zich door niemand laat intimideren, moest ook Barack Obama ervaren toen hij nog presidentskandidaat van de Democraten was. In de zomer van 2008 wou Obama bij zijn bezoek aan Berlijn speechen aan de Brandenburgse Poort. Merkel weigerde. ‘Een verkiezingscampagne van een buitenlands politicus voor het belangrijkste nationale symbool van Duitsland paste niet in haar wereldbeeld’, schreef journalist Stefan Kornelius in zijn uitstekende boek Angela Merkel, Die Kanzlerin und ihre Welt. Pas afgelopen zomer mocht Obama, intussen bezig aan zijn tweede ambtstermijn als president, een toespraak houden voor de Brandenburger Tor.

Intussen, vier hoog

Met haar tweede man, de gerenommeerde fysicus Joachim Sauer, professor aan de Humboldt-universiteit, woont Merkel op de vierde verdieping van Kupfergraben 6, tegenover het Pergamonmuseum, in het hart van Berlijn. Als we haar mogen geloven, maakt ze daar op zondag voor haar echtgenoot aardappelsoep van knollen uit haar tuin in de Uckermark, waar ze een datsja heeft. ‘Als ik in de kookpot roer, denk ik niet elke seconde: de kanselier roert in de kookpot’, zei ze in mei nog.

Maar over haar privéleven lekt verder weinig uit. Haar zomervakanties brengt ze steevast door in de bergen van Zuid-Tirol, waar ze met haar man lange wandelingen maakt en waar ze zelfs met het afdalen geen problemen meer heeft. Dat was ooit anders. Haar drie jaar jongere broertje Marcus kon al lopen toen zij nog in de box zat: ‘Ik was een kleine bewegingsidioot. Misschien kwam het omdat ik als kleuter meestal in de box zat en pas laat leerde lopen. Toen ik vijf jaar was kon ik nog geen berg afdalen. Mijn geduldige ouders moesten me altijd vertellen hoe je dat doet, puur technisch. Wat een normaal mens helemaal uit zichzelf kan, moest ik eerst verstandelijk verwerken en er moeizaam voor oefenen’, aldus Merkel in 1993.

Afdalen moest ze leren. Het is een kunst die haar nog van pas kan komen: ‘Ik zou het juiste tijdstip willen vinden om uit de politiek te stappen. Dat is veel moeilijker dan ik dacht. Maar ik wil geen halfdood wrak zijn als ik uit de politiek stap. Na een fase van verveling wil ik me op iets anders toeleggen.’

DOOR PIET DE MOOR IN BERLIJN

Door haar open brief tegen Helmut Kohl moesten de CDU’ers toegeven dat ze in de Oberschwester hun meester hadden gevonden.

Ze heeft een fenomenaal geheugen voor beledigingen. Op de kanselarij vreest iedereen de explosie die er staat aan te komen wanneer ze boos zwijgt.

‘Als ik in de kookpot roer, denk ik niet elke seconde: de kanselier roert in de kookpot.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content