Mark Eyskens (CVP) begrijpt niet waarom christenen hun ziel verkopen voor een bord linzensoep. Een gesprek over Oostenrijk en de terugkeer van het verleden.

‘Er was maar één goede oplossing voor Oostenrijk: de ÖVP en SPÖ hadden moeten stoppen met hun dwaze ruzies. Als kinderen vochten ze om een portefeuille, die van Financiën. Tja, als je dat moet afwegen tegen wat je nu hebt bereikt. Ze hadden het beter op z’n Belgisch opgelost, Financiën opgesplitst in twee portefeuilles. Alles beter dan een pact met de duivel. Een totaal gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel was dat, opportunisme en laaiende ambitie vooral van ÖVP’er Wolfgang Schüssel die absoluut kanselier wilde worden. En jezelf ondertussen maar sussen dat je extreem-rechts kleinkrijgt door ze mee in het bad te nemen. Ook Franz Von Papen, de leider van het Duitse centrum, dacht er zo over in de jaren dertig. Hij werd vice-kanselier in de eerste regering van Adolf Hitler. Het heeft zes maanden geduurd. Hij is ambassadeur geworden in Istanbul waar hij de hele oorlog met zijn vingers heeft zitten draaien.’

‘Ik hou mij liever aan het Franse voorbeeld. Daar hebben ze ook een sterke nationalistische traditie. Maar daar hebben zowel centrumlinks als centrumrechts gezworen dat ze nooit met Jean-Marie Le Pen in zee zouden gaan. Soms tegen heug en meug, maar het heeft gewerkt. Het Front National is uiteengevallen en vandaag zakken de partijtjes van Le Pen en Bruno Mégret verder weg in de opiniepeilingen. Het is de enige goede strategie. Die van het doodknuffelen is te gevaarlijk. Niet alleen is het altijd een gok, want je kunt als democratie ook volledig worden opgeslokt, bovendien rijst er een ethisch probleem. Zeggen dat het programma van de regering-Schüssel wel rechts is maar toch democratisch, is naast de kwestie. De ethische vraag is of je in zee kunt gaan met mensen uit een partij die de andere, de vreemdeling, inferieur vinden. Want daar komt het op neer: van de Grieken die het over de “barbaren” hadden tot het “eigen volk eerst”. Dat gaat toch volledig in tegen wat we dachten verworven te zijn na ettelijke stromen van bloed: de gelijkwaardigheid van de mensen. In de boot stappen met mensen die dat betwisten, vind ik onethisch.’

‘Ach, opportunisme. Wacht tot het Vlaams Blok nog eens tien procent groeit. Dan begint ook hier de Divina Commedia. Dan zal het overlopen niet te stoppen zijn. Ik verwacht dat vooral in de gelederen van de VLD. Een christen kán niet op het Vlaams Blok stemmen. Ik zeg niet dat het niet gebeurt, natuurlijk wel, en heel zeker zal er wel een aantal katholieken overlopen, maar het gaat mijn verstand te boven.’

Uw vader, Gaston Eyskens, heeft in de jaren dertig ook ondervonden hoe sterk het appèl kon zijn van uiterst rechts op de Vlaamse katholieken.

Mark Eyskens: Hij heeft in 1934 de Vlaamsche Concentratie opgericht met het Vlaams Nationalistisch Verbond (VNV). Ze hadden een federalistisch programma: grote autonomie voor twee of drie deelstaten binnen het Belgisch staatsverband. Mijn vader was helemaal geen separatist. In die tekst staat ongeveer wat België geworden is door de opeenvolgende staatshervormingen. Maar in 1934 was dat nog radicaal. Mijn vader dacht, tegen de katholieke partij in – zelfs Frans Van Cauwelaert was zeer gereserveerd -, dat hij dat moest doen met andere Vlamingen in de politiek, in casu het VNV. Dus tekende hij ervoor, samen met onder meer Gerard Romsée, Staf De Clerck en Hendrik Elias. De inkt was nog niet droog of die kerels van het VNV begonnen Hitler na te praten. Mijn vader heeft er dan onmiddellijk mee gebroken.

Nee, echte christenen kunnen niet meegaan in dat soort van ondemocratische avonturen. Wat is het drama van de EVP vandaag? Dat daar niet alleen christen-democraten zitten. Het is een mozaïek van zesendertig partijen. Wilfried Martens heeft er bewust voor gekozen om de fractie zo groot mogelijk te maken als tegenwicht tegen de socialisten in het Europees parlement. Dat is het enige bindmiddel. Technisch gesproken heeft Martens dat briljant gedaan, want hij heeft zelfs de Britse Conservatieven en Berlusconi binnengehaald. Maar je betaalt er natuurlijk een zware prijs voor. Het gevolg is dat je vandaag de öVP wel kunt berispen maar dat je het vingertje dan weer machteloos op zak moet steken. Na die ervaring moeten we de EVP niet opblazen. Misschien moeten we met de echt christen-democratische partijen een soort bloedgroep vormen. Het zou alvast onze geloofwaardigheid op het binnenlands front versterken.

U gaat er vanuit dat ‘echte’ christen-democraten fermer zijn in hun afwijzing van extreem-rechts en er zeker geen gemene zaak mee zullen maken?

Eyskens: Natuurlijk. Opdat de mens mens zou blijven, heb je een aantal waarden nodig. Egoïsme is er een van, perfect begrijpelijk en zelfs gemotiveerd. Was de eerste mensachtige niet egoïstisch geweest, hij was onherroepelijk van de evolutieboom gestoten. Maar toen kwamen enkele morele leiders, zoals Jezus Christus en Boeddha, de mensheid waarschuwen voor de dodelijke kracht van het egoïsme. Toen dacht men nog dat het maar mooie praatjes waren. Nu de mensheid technisch in staat is om zichzelf uit te roeien, nu we met genetische manipulatie de vreemdste dingen kunnen doen, is de destructieve kracht van het egoïsme des te evidenter. Dat is de essentie van de christelijke boodschap, maar ook van andere humanisten. Ik vind die boodschap nauwelijks bij de Conservatieven. Ik vond ze niet bij Margaret Thatcher, ik vind ze wel een beetje bij Tony Blair.

Ik stel me al maanden de vraag of er nog wel plaats is voor een centrumpartij. Dat is maar mogelijk in een niet-bipolair politiek landschap. Overal in Europa en elders zie je een evolutie naar een stelsel van twee grote blokken: centrumrechts en centrumlinks, met in de marge links en rechts wat extremistische franjes. Geen van die blokken is voorstander van egalitarisme. Zeker onze socialisten zijn, zoals de christen-democraten, gewonnen voor wat je met een neologisme “gelijk erheid” kunt noemen. We willen de ongelijkheid verminderen zonder ze helemaal weg te nemen, want anders valt ook de dynamiek uit je samenleving weg. Zoals John Rawls betoogde, is er een akkoord mogelijk tussen centrumlinks en centrumrechts over sociaal nuttige ongelijkheid. Het project van Guy Verhofstadt is daar een mooi voorbeeld van. Zijn regering is toch een huwelijk van centrumlinks en centrumrechts? En ze vinden elkaar in dat intellectuele handigheidje van Frank Vandenbroucke: de actieve welvaartsstaat.

Paars-groen kan u wel boeien? De premier maakt zich sterk dat zijn succes straks mag worden afgelezen aan het verlies van extreem-rechts.

Eyskens: Het boeit mij heel zeker. Het is een experiment met vallen en opstaan. Het project Verhofstadt-Vandenbroucke laat in elk geval het klassieke twintigste-eeuwse debat tussen kapitalistisch liberalisme en marxistisch socialisme volkomen achter zich. De actieve welvaartsstaat is zeker geen nieuwe uitvinding – wij zijn in zekere zin altijd voorstander geweest van de Derde Weg -, maar het is wel opportuun om het nu zo te formuleren en te positioneren. Het verhaal krijgt er een duidelijk gezicht door.

Als Guy Verhofstadt mislukt, zal extreem-rechts een nieuw zetje krijgen. Ik ben wel van de oppositie, maar ik maak me geen illusies. Het is niet omdat Verhofstadt mislukt, dat wij zullen winnen. Wel vind ik achteraf gezien dat we een beter beleid hadden kunnen voeren met socialisten, liberalen en christen-democraten. De groene aanwezigheid verklaart de vele incoherenties van de regering vandaag. Een klassieke driepartijenregering ware beter geweest, maar dan wel met een voldoende nieuw beleid en nieuwe gezichten. Ook dan had je het succes mogen aflezen aan de afname van extreem-rechts.

De mensen zijn allergisch voor de kleurloosheid van het beleid. Dat is een paradox, want Vlaanderen heeft het nooit zo goed gehad. De bedrijven smeken om mensen, en toch heerst er een grote maatschappelijke malaise. Dat komt door de noodwendige saaiheid van een modern bestuur. Beleid is abstract geworden, non-figuratief. En dan komt een Jörg Haider langs. Dat is een gezicht en hij spreekt klare taal, hij noemt – hoe heet dat in het Nederlands? – ‘kar en paard’. Terwijl beleidsmensen genuanceerd zijn, zeer technocratisch. Ze hebben het over ‘men’. En hoewel ook onze politici hun gezicht elke avond op televisie laten zien, blijft hun beleid voor de massa zeer theoretisch. Dat is een ernstig probleem voor het functioneren van de democratie. Het is niet typisch Belgisch, maar het doet zich vooral voor in landen met een proportioneel kiesstelsel. Het verschijnsel van de ‘vermenning’ wordt in zulke landen ook extreem vertaald in de versnippering van de politiek.

O wee als er dan een demagoog als Haider op het toneel verschijnt, die zegt dat het allemaal decadent, rot en corrupt is. Voeg daar de ultra-gemediatiseerde maatschappij aan toe die elke dag liefst slecht nieuws wil, en je krijgt een dodelijke cocktail. Mijn kinderen denken dat ze in de slechtste van alle mogelijke maatschappijen leven. Nonsens! Dat alles is de teeltbodem van extreem-rechts. Ook van extreem-links, maar door de kolossale welvaart en de lamentabele ineenstorting van het communistisch rijk is dat gesmoord. De jonge mensen zijn vergeten hoe het extreem-rechtse rijk van Hitler bloedig ineen is gestort. Dat is te veraf. Dat doet het niet meer, pedagogisch. Daarom mag je hopen dat Haider een exemplarisch effect heeft.

België heeft het voortouw genomen in de veroordeling van Oostenrijk. Sommigen riepen eerst en dachten pas daarna.

Eyskens: Het is onbetwistbaar dat de nieuwe regering, die intern over veel verdeeld is, zich heeft proberen te profileren op het dossier-Oostenrijk. Met name de premier en de minister van Buitenlandse Zaken. Erger vind ik dat velen zich bezondigd hebben aan onzorgvuldig woordgebruik dat heel kwetsend kan overkomen. Alles werd op een hoop gegooid: Schüssel en soms zelfs het hele Oostenrijkse volk werden in dezelfde zak als Haider en het FPÖ gestoken. Stop het toerisme, verbreek de culturele akkoorden. Lieve deugd. De cultuur is meestal een instrument van democratisering, van kritiek op de samenleving. Daarom zeg ik vandaag juist ook luider dan ooit: leve Oostenrijk!

Nochtans was het president Thomas Klestil, SPÖ’er en vandaag de hoeder van de democratie, die gisteren nog de cultuurvisie van Gerard Mortier niet lustte wegens te weinig volksverbonden, te weinig Oostenrijks.

Eyskens: Ho, maar we mogen ook niet vervallen in de stelling dat we allemaal multicultureel zijn en dat we bijgevolg geen eigen cultuur meer nodig zouden hebben. De meest verdraagzamen zijn diegenen die zich goed in hun eigen vel voelen. Ik pleit hier dus niet voor het opbreken van wat een persoon en ook een volk uitmaakt. Maar er is een grens natuurlijk. Eigenbelang en nationalisme zijn perfect aanvaardbaar zolang het een plus-som-spel blijft, een win-winsituatie. Als Vlaanderen zijn culturele uitstraling of export behartigt, wordt iedereen daar beter van. Maar je ontwikkelen ten koste van andere volkeren, is een brug te ver. Dat is een zero-som-spel. Dan verval je in het verderfelijke nationalisme van het eigen volk eerst.

Ook Haider is bereid om zich te ontwikkelen ten koste van anderen. Hij droomt van een Groot-Duitsland. Het merkwaardige is dat dit in de Europese afwijzing amper een punt lijkt te zijn. Nochtans is hij uitgerekend hierin ijselijk consequent en op geen tegenspraak te betrappen. Zou dat, ook voor een ex-minister van Buitenlandse Zaken, niet de eerste zorg moeten zijn van Europa?

Eyskens: Dat wordt inderdaad te weinig onderstreept, het mogelijke besmettingsgevaar tussen wat nu gebeurt in Oostenrijk en wat zou kunnen gebeuren in Duitsland. Het Duitse volk is een formidabel volk. Cijfer alle Duitse wetenschappers, dichters en componisten weg en de helft van de Europese cultuur is verdwenen. Die grootheid komt soms op paradoxale wijze tot uiting. Op een dag stond Charles de Gaulle uit te kijken over de indrukwekkende vlakte van Stalingrad. De vlakte die in 1943 ondergesneeuwd was en waar bij min twintig graden Celsius Hitlers officier Paulus moest capituleren. ‘ Quel grand peuple‘, zei De Gaulle ineens. Zijn medewerker en latere biograaf wees hem discreet terecht: ‘Meneer de president, u moet die Russen niet te veel vleien’. ‘Die Russen?’, repliceerde De Gaulle, ‘Ik had het over de Duitsers.’

Enfin, dat geweldige volk heeft dus de hele wereld op stelten gezet. Zoals China een fenomenale aantrekkingskracht uitoefent op Azië, zo ook het grote Duitsland op Midden-Europa dat zich uitstrekt tot aan onze contreien. In het discours van Haider is dat idee van de ‘broederschap van alle Duitstalige volkeren’ zeker impliciet vervat. Dat is natuurlijk een reminiscentie aan wat we voor de Tweede Wereldoorlog hebben beleefd. Ik heb dat ook heel scherp aangevoeld als minister van Buitenlandse Zaken ten tijde van de Duitse hereniging. Aanvankelijk meenden wij dat Oost- en West-Duitsland zouden opgaan in een soort verdragsgemeenschap zoals onze Benelux. Het luisterde heel nauw toen we in 1989 in Straatsburg een slotverklaring moesten opstellen. In de ontwerptekst was er plots sprake van les peuples germaniques. Ruud Lubbers en Margaret Thatcher vroegen prompt wat dat betekende. Waren dat ook de Duitssprekende Zwitsers en Oostenrijkers? De overgebleven Duitse minderheid in Hongarije? De Belgische Duitstaligen? Het grote Reich doemde weer op. Dat zinnetje is natuurlijk geschrapt.

Dat groot-Duitse behoort tot de onzegbare kant van de Europese geschiedenis. Ik denk dat dit leeft bij sommigen. Het wordt inderdaad onvoldoende beschreven. Maar het speelt wel altijd in het achterhoofd en het onderbewustzijn mee. We weten allemaal dat Hitlers Anschlüss van Oostenrijk door een groot deel van de bevolking is toegejuicht. In een verenigd Europa van misschien wel dertig lidstaten wordt de roep om binnen dat geheel te komen tot grote kernen almaar groter. Wij pleiten wel voor de Benelux. Laten we ook eens correct zijn. Ik ben zelf een voorstander van de toenadering tussen Vlaanderen en Nederland, en dat heeft ook te maken met de gemeenschappelijke taal en cultuur. Dus het leeft niet alleen bij Duitstaligen. Bij ons is het natuurlijk minder historisch geladen.

Haiders groot-Duitse gedachte is wel van een heel andere orde dan een Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking.

Eyskens: Evident. Duitsland is natuurlijk een zwaargewicht en wij niet.

Eigenlijk zegt u dat Haiders streven niet ondemocratisch hoéft te zijn?

Eyskens: O, maar ik vind hem om allerlei redenen ondemocratisch.

Maar dus niet noodzakelijk omdat hij vindt dat Karinthië moet opgaan in een groter Duits geheel?

Eyskens: Het is natuurlijk een echte provocatie om te beginnen te prutsen aan de kaart van Europa zoals ze is ontstaan na de Tweede Wereldoorlog. Maar ik vind hem inderdaad ondemocratisch om vele andere redenen. Hij hoort thuis in de totalitaire tendens.

De Oostenrijkse schrijfster Elfriede Jelinek zegt in De Standaard dat haar land een ‘historische schuld’ torst. ‘In dit land wordt alle conflictstof onder het tapijt geveegd. Dat is onze manier om om te gaan met de trauma’s van het verleden.’

Eyskens: Ze hebben een dubbel bezwaard verleden. Duitsland is na de oorlog tot op zekere hoogte ‘gedenazifieerd’. Oostenrijk is na de ineenstorting van het Derde Rijk de facto bezet door de Sovjet-Unie. Tot aan het staatsverdrag van 1955 leefde Oostenrijk in een andere dictatuur. En de Sovjets lieten de knapste koppen uit de collaboratie voor hen werken. Eigenlijk zijn het de communisten die verhinderd hebben dat Oostenrijk kort na de oorlog zijn eigen verleden kon uitspitten. Daar dragen ze nu nog de gevolgen van. Daarom is het zo belangrijk om Oostenrijk in de Europese Unie te hebben.

Niet volgens Louis Michel. ‘De EU heeft Oostenrijk niet nodig’, zei hij.

Eyskens: Totaal fout natuurlijk. Waarom breiden we straks de EU uit tot landen van Centraal- en Oost-Europa? Toch om in die landen de democratie juist te stabiliseren? De redenering die dus voor die landen geldt, moet a fortiori opgaan voor Oostenrijk, ook al komt de dreiging daar van uiterst rechts en in die andere landen misschien nog altijd een beetje meer van uiterst links, van het neocommunisme of – laat het mij zomaar eens noemen – nationaal-communisme.

Vele Oostenrijkers hebben op Haider gestemd uit afkeer voor de EU. De afwijzing door de EU kan die afkeer nog versterken.

Eyskens: We kunnen toch moeilijk sympathie proberen op te wekken voor Europa door anti-Europeanen naar de mond te praten? Dat is een fundamentele keuze. Haider is anti-Europees, zoals de Britse Conservatieven. De FPÖ staat voor de terugkeer naar het verleden, de terugkeer naar de natiestaat van de negentiende eeuw. En dat moeten we vooral aan de jeugd uitleggen. Dat de toekomst daar niet ligt. Dat geldt ook voor het Vlaams Blok. Honderd jaar na August Vermeylen moeten we zijn lijfspreuk omkeren: “We moeten Europeeërs zijn om Vlamingen te blijven.” En dat hebben ze dus niet begrepen, de anti-Europeanen, noch van extreem-rechts noch van extreem-links.

Die opstelling is zeer conservatief en protectionistisch. Ze is ingegeven door angstgevoelens die je psychologisch allemaal perfect kunt verklaren. Het vergt bijzonder veel pedagogie om de mensen te overtuigen van het tegendeel van hun houding, maar het is mogelijk.

We hebben geen behoefte aan demagogen, maar aan pedagogen. Misschien kunnen we aantonen dat het dwaalwegen zijn die Haider en het Vlaams Blok ons aanwijzen. Ik zie de Britse pers al op 10 oktober koppen: Antwerp turns fascist. Dat mag dan nog overdreven zijn, zelfs als het Vlaams Blok daar de meerderheid zou behalen, maar het is wel catastrofaal voor België. De Oostenrijkse ambassadeur probeerde mij ook te overtuigen dat Haider geen fascist is. Dat kan best, maar het imago is verderfelijk.

Haider is een kleinburgerlijke, nostalgische figuur. Net zoals voor het Vlaams Blok is voor hem niet de wereld een dorp, maar moet ons dorp de wereld zijn. Terug naar het nest. Ik heb daar zelfs enige sympathie voor. We hebben allemaal graag een huisje met een tuintje. Maar wat ze niet begrijpen, is dat die geneugten enkel maar mogelijk zijn dankzij de internationalisering.

Ook het Vlaams Blok vindt dat de EU een samenzwering is van multiculturalisten, van technocraten die de volkeren willen smoren, die de dominantie willen vestigen van een a-patride, beginselloze elite die tot de jetset behoort, ontworteld is en leeft in vliegtuigen op 10.000 meter hoogte. Die stelling wekt ook sympathie ter linkerzijde. In het vooroorlogse Duitsland is het ook begonnen met het nationaal-socialisme-hè. Een zekere argumentatie van extreem-rechts kan ook kiemen in een linkse teeltbodem, zeker als er ook sociale problemen mee gemoeid zijn. Gelukkig is dat in Vlaanderen niet het geval.

Walter Pauli Filip Rogiers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content