Vier maanden geleden startte hij met een actiegroep tegen de Lange Wapper omdat ‘zwijgen geen optie meer was’. In die vier maanden bezorgde hij de regering nachtmerries door twee woorden uit te spreken: ‘fijn stof’. Hij, dat is Wim van Hees. Ex-baas van Patrick Janssens. En straks misschien organisator van het eerste Antwerpse referendum.

Eigenlijk zou er na elke zin van dit interview een ‘!’ moeten staan. Wim van Hees interviewen is een belevenis. Net zoals de mails die hij elke dag naar het journalistengild stuurt. ‘Beste dames en heren van de vierde macht altegader’, zo opent hij altijd, ‘de Brug is ingestort. Ze beseffen het alleen nog niet.’

De strijd rond de Lange Wapper begint zo stilaan op een remake van die tussen David en Goliath te lijken. De BAM, die de brug bouwt, had een communicatiebudget van miljoenen euro’s om de Wapper aan de wereld te verkopen. En toch waren het de tegenstanders die er met enkele tientallen euro’s in slaagden om de BAM en de Vlaamse regering slapeloze nachten te bezorgen en een nieuw onderzoek naar het Lange Wappertracé af te dwingen. Wim van Hees hoefde daarvoor maar twee woorden uit te spreken: ‘FIJN STOF’.

‘Alles wat ik in mijn vak en leven geleerd heb, gebruik ik nu’, zegt hij. Zijn vak: dat was de reclame. Wim van Hees is de godfather van een generatie reclamemakers. Een autodidact uit Eindhoven. Hij leerde het vak bij de afdeling ‘marktonderzoek’ van Philips. Door de woningnood begin jaren zestig verzeilde hij in België. In 1972, in volle oliecrisis en zonder geld, startte hij een reclamebureau. Iedereen sprak hem aan met ‘zot’.

Toen hij vijfentwintig jaar later met pensioen ging, was zijn bureau VVL/BBDO de tweede grootste groep van België. Het had een derde van alle EFFI-awards – voor de meest efficiënte reclame – in de kast staan. VVL/BBDO, dat was het bureau dat net na de Agustacrisis de kop van Tobback op SP-affiches zette. Met daaronder de slogan: ‘Uw sociale zekerheid.’

‘Onze sterkte was strategie’, zegt Van Hees. ‘Maar ook dat we alles samen deden. In het begin had ik dat niet door. Tot een oud-onderwijzer mij op een nacht zei: “Wim, ge zijt een stomme kloot. Je moet altijd achter de kudde lopen, om te zien of iedereen mee is. Als je van voren aan het touw trekt, dan zie je op den duur alleen nog de tippen van je tenen.” Ik heb hem drie kussen gegeven. De raad van mijn leven! Ik ben trots als ik zie dat mijn mensen nu overal aan de top staan.’

Een van hen is zelfs burgemeester van Antwerpen. ‘Van hem heb ik de kortste sollicitatiebrief ooit gekregen. Beste mijnheer Van Hees. Ik ben Patrick Janssens, ik werk bij Dimarso en zou de job graag hebben.

‘Acht jaar hebben we in de beste verhouding samengewerkt. Ik herinner me nog heel goed dat ik met Patrick op bezoek ging bij Frank Vandenbroucke. “En waarom zouden we met uw bureau in zee gaan?” vroeg Vandenbroucke. “Omdat ik de wereld wil veranderen”, antwoordde ik. Onlangs heb ik hem opnieuw een mail gestuurd. “Mijnheer Vandenbroucke, ik wil nog altijd de wereld veranderen.” Geen antwoord.’

Hij drinkt van zijn muntthee en zegt: ‘Ik ben nooit een actievoerder geweest. Ze hebben er een van mij gemaakt. Een tijd geleden kwam er een bericht: er zou een autosnelweg komen door het Sint-Annabos. Ik woon hier, dus ik ging naar de infovergadering. En stel een vraag: “Over hoeveel vrachtwagens gaat het?” Niemand gaf een antwoord. Ik steek opnieuw mijn vinger op. “Dat is een interessante vraag om de discussie af te sluiten”, zei de moderator. “En dan gaan we nu de pint drinken die we u beloofd hadden.”

‘Een paar weken later: weer een vergadering. Deze keer in een seniorencentrum, met Nick Orbaen, woordvoerder van de BAM. Ik weer: “Mijnheer Orbaen, deze opa’s en ik willen weten over hoeveel vrachtwagens het gaat.” Vijf keer heb ik die vraag gesteld. Op het einde zei ik: “Mijnheer Orbaen, al blijf ik hier tot vier uur deze nacht zitten. U moet en zal een antwoord geven. ” Na de vergadering kwam hij naar mij toe en zei: “Mijnheer Van Hees, als u mijn beroep kent, dan weet u dat ik verondersteld word om op sommige vragen niet te antwoorden.”

‘Uit protest heb ik toen een bord van twintig vierkante meter in mijn tuin gezet: ‘LO zegt NO tegen camionnenbaan in het Sint-Annabos.’ Daarnaast stond ik dan pamfletten uit te delen. Hiermee haal ik de wereldpers, dacht ik. Viel dat tegen. Behalve een enkeling die zei: “Wat voor een mafkees staat daar!” (schatert) Tot ik gynaecoloog Guido Verbeke tegenkwam. “Wim,” zei hij me, “zwijgen is voor een medicus geen optie.” Zo ontstaat een actiegroep. Ik heb vier maanden op dat dossier gestudeerd, zoals ik in de tijd van VVL/BBDO ook deed. Niemand was bezig met de volksgezondheid. Ik besefte dat ik goede mensen nodig had, een dossier. Elke wetenschapper die ik belde, zei hetzelfde: “Die Wapper is een ramp voor de volksgezondheid.” En arts Dirk Van Duppen uit Deurne-Noord vergeleek het aantal kinderen onder de zeven dat in zijn praktijk al aan de puffer gezeten had met het aantal in de praktijk van zijn schoonzus in de Kempen: 46 procent tegen 4 procent. We keken op de kaart: er lagen 64 scholen en instellingen in een straal van 500 meter van verkeersaders in Antwerpen. Toen was niets nog hetzelfde.’

Gelijk hebben is één ding. Gelijk krijgen is iets helemaal anders.

WIM VAN HEES: (knikt)Ideeën verkopen is natuurlijk mijn vak. We werden geholpen door de buitengewoon amateuristische communicatie van de BAM. Ofwel communiceerden ze niet. Ofwel alleen van ‘zender’ naar ‘ontvanger’. Wij wilden in debat gaan. Nogal wiedes: we hadden stevige wetenschappelijke argumenten. Maar overal kregen we te horen: ‘Er is niemand die met u in debat wil gaan.’ Wel vreemd: een minuut in primetime, dat kost miljoenen. En als je een goed product hebt, dan heb je toch niks te verbergen?

U richtte ook de aandacht op de andersvaliden van het Sint-Jozefsinstituut. Een godsgeschenk voor een reclamemaker.

VAN HEES: Natuurlijk wist ik dat dat een goed beeld zou zijn. Maar maakt het dat voor hen minder schrijnend? Ik gebruik mijn vak, ik misbruik het niet. Eerlijk: ik kende hen ook niet. Toen ik op internet een petitie opstartte, zag ik de ene na de andere handtekening opduiken uit het Sint-Jozefsinstituut. ‘Help! Iedereen vergeet ons!’ Ik heb toen alle politici uitgenodigd in die school. Niemand is gekomen. Toen heeft de directeur zelf gezegd: ‘Als het zo zit, gaan we picknicken op de Grote Markt.’ Het enige wat ik gezegd heb, is: ‘Maak er alsjeblieft een ludiek en plezant gebeuren van.’ Als ik nu hoor dat wij andersvaliden ‘misbruiken’, ben ik verontwaardigd. Misschien ook een beetje omdat die problematiek deel uitmaakt van mijn leven: ik ben zelf vader van een andersvalide dochter.

Waarom moet een actie ludiek zijn?

VAN HEES: Ze zeggen mij vaak: ‘Wim, we moeten betogen.’ ‘Nee’, antwoord ik dan. Iemand die betoogt, stelt zich kwetsbaar op. De tegenstanders kunnen dat altijd de grond in schrijven. ‘Ze kunnen maar 5000 man mobiliseren. De losers.’ Maar tegen fantasie en humor kan niemand op. Daarom was die protestsong die Stef Kamil Carlens en Raymond gemaakt hebben tegen de Wapper zo belangrijk. (denkt na) Waar ik mij in dit dossier enorm aan erger, is de verkleutering van de publieke opinie. Een paar weken geleden kwam Kathleen Van Brempt naar Linkeroever. Met tientallen camera’s en fanfares in haar zog, om een groot nieuw natuurgebied te openen. ‘Kijk eens hoe ecologisch we bezig zijn!’ Ik geloofde mijn ogen en oren niet: dat park ligt er al sinds de jaren stillekes! Het enige wat ze gedaan hadden, was her en der een paadje gelegd en wat prikkeldraad gezet. Een nieuw natuurgebied! Maar wat ze niet vertelde: naast dat park ligt honderd hectare bos dat ze gaan kappen voor de Oosterweelverbinding. Net naast het belangrijkste revalidatiecentrum van de stad. Als het allemaal niet zo triestig was, was het om te lachen.

Dirk Van Mechelen herhaalde dat onlangs nog in Gazet van Antwerpen: ‘De Linkeroever heeft er een mooi park bij gekregen.’

VAN HEES: (slaat de handen in de lucht) Dat is toch onvoorstelbaar? Dat de ministers van dit land de mensen zo voor de zot houden? De BAM doet net hetzelfde. In hun peperdure mobiliteitsjournaals op ATV hebben ze het nooit over de kern van de zaak. Alleen over pietluttige details. En zelfs daar maken ze de mensen wat over wijs. Allez, er komt nu een potpolderke. Dan zeggen ze: ‘U kunt dat het best vergelijken met het Zwin.’ Het Zwin! Mon oeuil! Dat is tweehonderd keer zo groot en ligt in een stiltegebied! Die maquette in het Sint-Felixpakhuis: nog zoiets. Daar is geen mens op te zien. Dat speelt zich precies af op een Alpenwei! Terwijl het een dag googelen is om een realistisch beeld te schetsen.

Er was de merkwaardige uithaal van Patrick Janssens in de populaire pers. ‘Mijn broek zakt af van de leugens van de actiegroepen.’ Later bleek dat hij zelf aan het liegen was.

VAN HEES: Weet u, het lot wil dat ik uit mijn vorig leven alle hoofdrolspelers uit dit dossier ken: Patrick, Karel Vinck (de nieuwe BAM-voorzitter, nvdr) is al vijftien jaar een vriend… Mijn adagio is altijd geweest: nooit de man spelen, altijd de bal. Ik ben een voetballer. Ik wil na de match nog met mensen een pint kunnen drinken. Zo heb ik Patrick uit de wind willen zetten. Maar dan gaat hij er zelf in staan… (schudt het hoofd). Bob Cools belde mij die ochtend op: ‘Amai, hebt ge gelezen wat uwe zoon allemaal zegt?’

Het leek wel de Antwerpse versie van Oedipus.

VAN HEES:(lacht) Patrick communiceert alleen als hij iets te zeggen heeft. Hij zei dat niet in een woedebui, zo ken ik hem niet. Dit ‘stamppunt’ was heel goed overwogen. Hij wou zijn kracht als broneffect aanwenden om de actiegroepen te desavoueren. Dat was onverstandig, want zo belandde hij buiten zijn eigen strategie. Die is altijd geweest: boven de partijen staan. Daar is iets voor te zeggen: op den duur krijg je zo het aura van een wijze staatsman. Op voorwaarde dan wel dat je niet af en toe de berg afdaalt om een paar goede motten uit te delen. ”t Stad is van Iedereen’ is een fantastische slogan. Maar als je die niet kunt waarmaken, komt die slogan vroeg of laat als een boemerang terug.

U hebt zelf ooit nog advies gegeven aan de socialisten. Wat zou u hen nu aanraden?

VAN HEES: Landen! Zolang dit dossier het nationale nieuws haalt, is dit zeer slecht nieuws voor de socialisten. Het is duidelijk dat het fijn stof zal verminderen in het zuiden van de stad. Maar het zal wel verhogen op Linkeroever, in Merksem en Deurne-Noord. Dat zijn de armste wijken van de stad: erg socialistisch. Er zit daar dus een generaal die zijn troepen het veld instuurt om een project te verdedigen dat helemaal niet tot de corebusiness van de partij behoort. Neem nu Bart Martens. Die hebben ze binnengehaald omdat hij ‘groene’ geloofwaardigheid heeft. Wel, faut-le-faire om als ‘groene’ de Wapper te verdedigen: op Linkeroever wordt er honderd hectare bos gekapt. En wat krijgen we in de plaats? Duizenden vrachtwagens per dag, fijn stof en een park dat er eigenlijk allang lag. Of Kathleen Van Brempt. Die is minister kunnen worden dankzij de stemmen van de dokwerkers. En nu…

Ze kondigt aan dat ze maatregelen zal nemen tegen het fijn stof.

VAN HEES: Een late bekering, hè? Natuurlijk was dat een poging om het hele debat te recupereren. Toen besefte ik dat ik de bal weer in hun kamp moest leggen. En heb ik aangekondigd een referendum te willen houden. Als dat verkeerd voor hen uitdraait, zitten ze pas echt met een probleem. En zes maanden later zijn het verkiezingen.

Janssens beschuldigt u van ‘populisme’. ‘Nog een geluk dat de stad de laatste honderd jaar niet op basis van referenda bestuurd werd’, zegt hij.

VAN HEES: Wordt Zwitserland slecht bestuurd omdat daar wel referenda georganiseerd worden? Pas op: ik vind ook dat het niet verstandig is om over morele zaken zoals euthanasie een referendum te organiseren. Maar over de Wapper nu net wél.

Is het dossier niet te complex om gewoon ‘ja’ of ‘nee’ op te antwoorden?

VAN HEES: Helemaal niet. Het zijn de politici die zeggen dat het complex is! ‘Och mannekes, dat begrijpen jullie toch niet, wij zullen wel beslissen wat goed is voor jullie.’ Ik wil alle feiten op tafel. Ik wil dat iedereen zich heel goed informeert en naar eer en geweten beslist. Het gaat hier wel over het Bouwwerk van de Eeuw, de volksgezondheid van iedereen. Nu goed: alvast één iemand steunt ons referendum: Patrick Janssens.

Pardon?

VAN HEES:(grijnst) Maar ja, dat referendum is een pure Catch 22! In de wet staat dat wij handtekeningen moeten inzamelen, maar het stadsbestuur moet het referendum organiseren. Nu zegt Patrick dat ”t Stad van iedereen is’. Als hij dit referendum niet wil organiseren, is hij dus tegen zijn eigen slogan. En houdt hij de controverse in stand. En zoals elke communicatiedeskundige weet hij ook dat onze communicatie in controverse veel beter gedijt. Maar als hij zich voor het referendum uitspreekt, dan helpt hij ons ook. Met andere woorden: hij helpt ons altijd. (lacht) En hij weet dat ik hem daar heb.

U speelt hoog spel. Stel dat Antwerpen in dat referendum voor de Brug stemt.

VAN HEES: Dan is het definitief voorbij. Maar we zweven op dit moment tussen moed en overmoed.

Op Gazet van Antwerpen hoeft u al niet te rekenen: de krant is een fan van de Lange Wapper.

VAN HEES: (zucht) Ik respecteer ieders mening. En ik vind journalistieke vrijheid het hoogste goed. Alleen: wat zij doen, is geen journalistiek meer. Dat is pure propaganda. Vorige week was er een ongeluk gebeurd in de Kennedytunnel. Uiteraard weer een aanleiding voor de GvA om ons – onterecht – aan te pakken. Nu goed, ik kan daar tegen. Meer nog, ik ga zelfs graag het debat met hen aan. Alleen, dan roepen ze: ‘Sorry Wim, geen zin in een polemiek.’ Ze publiceren op hun cover de ‘leugens’ van Patrick. ‘Nu mag ik toch wel reageren?’ ‘Sorry Wim, geen polemiek.’ Nu weet ik ook waarom: blijkt dat de BAM per strekkende meter betaalt voor algemene mobiliteitsartikels die in de krant verschijnen.

Kunt u dat bewijzen?

VAN HEES: Kurt Tuerlinckx, toen nog senior writer bij Gazet van Antwerpen en nu mediastrateeg van de haven, heeft het mij zelf gezegd. ‘Wim, het is niet omdat wij door de BAM betaald worden om artikels over mobiliteit in Antwerpen te schrijven dat wij daarom minder objectief zouden zijn.’ Tot twee keer toe heeft hij dat gezegd. Als hij dat ontkent, zal ik dag, plaats en uur noemen. (Hij hoest zwaar. ‘Fijn stof!’)

Weet je dat de BAM een vacature uitgeschreven heeft voor communicatieadvies? Ik ga hen een sollicitatiebrief schrijven. Drie zinnen, zoals Patrick indertijd: ‘Ik ben Wim Van Hees, ik heb dertig jaar ervaring en ik zou de job graag hebben.’ (schatert)

Wat gaat u hen adviseren als u de job krijgt?

VAN HEES: Direct stoppen, want dit is een rotslecht project. (lacht) Weet u, bij die BAM werken heel capabele ingenieurs. Ze hebben één probleem: ze voelen zich alleen goed in hun ivoren toren. Het drama is dat de regering die mensen de verkeerde opdracht gegeven heeft. ‘Maak een viaduct over ’t Eilandje.’ Vraag aan die mensen: ‘Los het verkeersprobleem op.’ En die zullen net zo goed met een fantastische oplossing afkomen. (denkt na) Wat de communicatie betreft: puur objectief gezien kan de BAM zich alleen maar redden door een complete breuk met het verleden te maken en een nieuwe situatie te creëren.

Ik heb zo ooit Passendaele moeten adviseren. Die hadden net een nieuwe fabriek gebouwd, omdat ze massakazen wilden produceren. Maar het lukte hen niet. Ik zei: ‘Breek uw nieuwe fabriek maar weer af, die markt zit vol. Ga terug naar uw oude fabriek en maak specialiteiten.’ ‘Mijnheer Van Hees, u bent zot!’ Wel, je moet nu eens zien. Hier is dat net hetzelfde. De regering ontslaat drie beheerders van de BAM. Drie mensen waar het grote publiek nog nooit van gehoord heeft. Die vervangen ze dan door bedrijfsleiders. Terwijl daar voor het grote publiek het probleem niet lag: dat lag bij de volksgezondheid. Ze hadden ons in de wind kunnen zetten door bijvoorbeeld een gezondheidsdeskundige in de raad van bestuur op te nemen.

Wat als ze die Lange Wapper nu toch gaan bouwen?

VAN HEES: Dan zijn we tenminste eervol ten onder gegaan. Ik heb de laatste drie maanden 4000 mails verstuurd, dag en nacht gewerkt. Later zal niemand kunnen zeggen dat we er niet alles aan hebben gedaan, dat we maar een hoop tamme konijnen waren.’

Het is al laat. Bij wijze van afscheid schrijft Van Hees een Latijnse wijsheid op een stuk papier: In pace ut sapiens aptarit idonea bello. ‘In vredestijd bereidt een wijs man de oorlog voor.’

DOOR STIJN TORMANS/ FOTO SASKIA VANDERSTICHELE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content