Als een konijn ‘ein Keun’ heet

Katleen Van Autgaerden © JONAS LAMPENS

Junimaand, examenmaand. Een tijd van gestresseerde leerlingen, eindeloos verbeterwerk en wallen alom. Knack sprak met leraressen die spiekbriefjes en klassenraden radicaal anders aanpakken, en met een collega die de charme van een grappige fout kan waarderen.

‘Spiekbriefjes zijn winst voor iedereen’ Katleen Van Autgaerden Leraar, Regina Pacisinstituut (Laken)

Als er een schoolhemel was, dan zouden leerlingen daar mogen werken met een spiekbriefje. Maar leerden ze dan nog iets bij? Katleen Van Autgaerden, die in haar naschoolse Einsteinklassen met leerlingen werkt rond het puberbrein, ondervond van wel.

Ze heeft zo’n vijftig 12- tot 15-jarigen in vier klassen eerste- en tweedejaars beroepsonderwijs, voor 99 procent van allochtone afkomst. Een off-day kan ze zich niet permitteren. ‘Iedereen moet kansen krijgen, maar de kloof is gigantisch. De schoolkeuze is niet zelden gebaseerd op de nabijheid van de metro. Een behoorlijke groep maakte het lager onderwijs niet af en heeft een taalachterstand van drie à vier jaar. Tel daar nog de leerlingen met leer- en gedragsstoornissen bij. Die kwamen er recent bij door het M-decreet, dat minder kinderen wil doorverwijzen naar het buitengewoon onderwijs.’

Twee jaar geleden introduceerde Van Autgaerden het spiekbriefje. Leerlingen mogen één recto verso volgeschreven velletje meebrengen van maximaal 5 bij 5 centimeter. Aanvankelijk deed driekwart van hen dat, intussen is dat 90 procent. ‘Alleen wie te lui is of het vergat, heeft niets bij zich.’

‘Slechte spiekbriefjes monden uit in onvoldoendes, goede in sterk verbeterde resultaten. Aangezien het om een miniblaadje gaat, moeten ze vindingrijk zijn. Het is een intens, tijdrovend proces: ze moeten de inhoud samenvatten, nadenken over een beknopte manier om het op te schrijven, geheugensteuntjes zoeken. Onbewust leren ze zo de stof, en ze houden ze ook langer vast. Daar zijn ze trots op, waardoor ze beter gaan meewerken in de klas. Winst over de hele lijn, dus.’

‘Bij couchsurfen lig je uren in het water’ Kira Museeuw Leraar, Atheneum Maerlant (Blankenberge)

De voorbije weken zat ze thuis 65 uur lang gebogen over de 130 examens Nederlands en Duits van haar vijfde- en zesdejaars aso en tso. Vermoeiend werk, af en toe onderbroken door een wandeling met de hond, en een binnenpretje over deze of gene examenblunder, die dan prompt naar collega’s wordt doorgestuurd. ‘Noem de twee belangrijkste kwaliteitskranten van Vlaanderen.’ Antwoord: ‘ De Standaard en het Vlaams Belang. ‘Wanneer vond de Duitse hereniging plaats en viel de Muur?’ Antwoord: ‘Het eerste ongeveer in 1970, het tweede in 1986.’ Tja, wat wil je, als de boekdrukkunst pas ‘in de negentiende eeuw’ werd uitgevonden’?

Als een konijn 'ein Keun' heet
© JONAS LAMPENS

Haar leerlingen zijn nagenoeg uitsluitend autochtonen, maar ze hebben de vreemde neiging om al te veel gelijkenissen te zien tussen West-Vlaams en Duits. En zo wordt ‘een konijn’ ‘ ein Keun’ en ‘kwart over zes’ ‘Kwartel nach sex’. Vraagt ze bij een uitgebreide Duitstalige tekst over couchsurfen naar de voor- en nadelen van deze vorm van reizen, dan geldt ‘vele uren in het water doorbrengen’ als positief, en ‘een gevaarlijke sport’ als minpunt.

‘Leerlingen maken zich ook steeds minder druk om spelling- en taalfouten. Hoezo, een dt-fout in een sollicitatiebrief is funest voor de aanwervingskansen? Op Facebook schrijft toch ook iedereen wat hij wil? Je moet van een muis geen olifant maken’, hoor je dan.

‘Maak van de klassenraad een gesprek met leerlingen en ouders’ Daphné Manon Zorgcoördinator GO!, Erasmusatheneum (Deinze)

Een vlieg zijn op de klassenraad waar de prestaties van je kind worden besproken: veel ouders dromen ervan, in Deinze kan het al jaren. ‘We zagen dat de negatieve commentaren op de rapporten weinig uithaalden omdat leerlingen vaak niet weten hoe ze het anders moeten aanpakken. Daarom beslisten we in 2014 om onze klassenraden open te stellen. In plaats van een lerarenonderonsje werd het een gesprek met de leerling. In het begin vreesden sommige leraren dat ze niet meer vrijuit zouden kunnen spreken, en de leerlingen waren bang dat ze de confrontatie niet zouden aankunnen. In gemiddeld zeven minuten horen wat je kwaliteiten en werkpunten zijn, en daarop mogen reageren, is inderdaad confronterend. Maar het is ook constructief. Het geeft een leerling verantwoordelijkheid. We zien dat de raadgevingen beter worden opgevolgd.’

Kira Museeuw
Kira Museeuw© JONAS LAMPENS

Sinds 2015 zijn ook de ouders welkom. Zowat de helft komt eropaf. ‘We nodigen ook hen uit om mogelijke verdraaiingen door de leerlingen te vermijden, iedereen aan boord te hebben en actief te zoeken naar oplossingen.’

‘We zijn begonnen met de 70 bso-leerlingen. Hun vakleraren kennen hen goed, en bovendien kunnen zij nog nauwelijks worden doorverwezen: het watervalsysteem eindigt dáár. De resultaten zijn bemoedigend. Leerlingen voelen zich door de persoonlijke aanpak gewaardeerd, en doen echt iets met de raadgevingen. Daarom breiden we het volgend schooljaar uit naar het tso en het aso. En ook andere scholen lanceren soortgelijke proefprojecten.’

Als een konijn 'ein Keun' heet
© JONAS LAMPENS
Als een konijn 'ein Keun' heet
© JONAS LAMPENS
Als een konijn 'ein Keun' heet
© JONAS LAMPENS
Daphné Manon
Daphné Manon© JONAS LAMPENS
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content