Precies een jaar geleden doken ze voor het eerst op in de reclamefolders: de Recupelbijdragen. De consument betaalt op zowat elk huishoud- en elektronicatoestel een bedrag om het achteraf milieuvriendelijk te laten verwerken. Betalen is één ding, maar wat gebeurt er met je geld en, vooral, met je toestel?

‘IJzer, koper, lood en zink! Autobatterijen, maar ook oude kachels en wasmachines! IJzer, koper, …!’

Geen dorp in Vlaanderen of er rijdt nog wel een ijzerventer door de straten. Met de glimlach verlost hij je van al je huishoudtoestellen. Thuis begint hij het boeltje dan te sorteren. Eventuele bruikbare toestellen recupereert of verkoopt hij.

Wat overblijft, is een berg ‘oud ijzer’. Daarvoor krijgt hij bij de schroothandel nog aardig wat centen. Het zaakje bevat immers grondstoffen voor de metaalverwerkende industrie. De schroothandel fungeert als tussenschakel om de verschillende metalen te scheiden en te zuiveren. De metaalindustrie koopt vervolgens de gezuiverde metalen om er via de hoogoven een nieuwe bestemming aan te geven. Het gebruik van dure en zeldzame metaalertsen verdwijnt stelselmatig. Een deel van je oude wasmachine zit misschien wel verwerkt in je nieuwe aluminium ramen.

In grote lijnen kunnen de mensen van de vzw Recupel vergeleken worden met de ijzerventer. Grootste uiterlijk verschil is misschien dat ze in een net pak en op grotere schaal bezig zijn. Momenteel verwerkt Recupel naar schatting 2500 ton per maand. Een ander groot verschil is dat achter de schermen van Recupel een uitgebreid systeem van selecties en controles schuilt. Een zo hoog mogelijke transparantie moet eventuele misbruiken en wantoestanden uit het ‘oude’ circuit naar het verleden verwijzen.

De producenten en importeurs van elektrische en elektronische apparaten hebben vorig jaar Recupel opgericht als antwoord op de wettelijke aanvaardingsplicht. Die stelt dat de elektrohandelaar verplicht is je oude toestel gratis terug te nemen. Enige voorwaarde is dat je bij hem een soortgelijk toestel aankoopt. Het merk speelt daarbij geen rol. Als je het toestel thuis laat leveren, moet de transporteur je oude toestel gratis meenemen. Nadien is de handelaar verantwoordelijk voor de milieuvriendelijke verwerking ervan.

Recupel besloot de organisatie van die hele verwerkingsstroom op zich te nemen. Een elektronicazaak met voldoende omzet kan erop rekenen dat de inzamelfirma Van Gansewinkel gratis de binnengebrachte toestellen komt ophalen. Eén telefoontje volstaat om binnen de drie dagen de ophaaldienst aan de deur te hebben. Kleinere handelszaken moeten afspraken maken met het plaatselijke containerpark. Want ook daar komt Recupel langs. De aanvoer uit containerparken is momenteel goed voor 80 procent van het materiaal dat Recupel verwerkt. De andere twintig procent komt uit de detailhandel.

Het merendeel van de containerparken zou bij Recupel moeten zijn aangesloten. In theorie moet je er dus ook gratis terechtkunnen met je afgedankte toestellen. In de praktijk lijkt deze vorm van inzameling voor de meeste discussies te zorgen. Op verschillende plaatsen moet je nog betalen. Maar Willy Quinart, algemeen directeur van Recupel, heeft er een goed oog in. ‘Hoewel de onderhandelingen met de intercommunales nog maar enkele maanden bezig zijn, werken we al samen met meer dan 75 procent van de containerparken. Wie niet gratis bij zijn of haar containerpark spullen kan afgeven, kan dit laten weten op ons groene nummer. In overleg met de intercommunales doen we er dan alles aan om het probleem te verhelpen. Op termijn is het de bedoeling dat elke gemeente een inzamelpunt heeft dat met ons samenwerkt.’

Nadat alles verzameld is, begint de verwerking. Toestellen die nog werken, krijgen een tweede leven via kringloopcentra. Dat is een keten van winkels waar iedereen afgedankt, maar nog bruikbaar materiaal kan achterlaten. De negentig kringloopwinkels in Vlaanderen verkopen je tweedehands spullen dan voor een spotprijs. De Waalse tegenhanger RESsources werkt op een vergelijkbare manier.

Alles wat niet meer functioneert, verdeelt Recupel in vier grote fracties. Witgoed en bruingoed komen terecht bij Galloo in Menen of CometSambre nabij Charleroi. Witgoed zijn toestellen zoals gas- en elektrische fornuizen, wasmachines, vaatwasmachines, droogkasten, dampkappen, microgolf- en andere ovens. Bruingoed zijn toestellen zoals radio’s, televisietoestellen, gsm’s, computers en printers. Koelkasten behoren eigenlijk tot het witgoed, maar worden door Recupel apart behandeld omdat ze schadelijke CFK’s bevatten. Ook computerschermen en televisietoestellen, eigenlijk bruingoed, krijgen een aparte bestemming, vanwege de zware metalen in het glas. Deze twee fracties worden voor Vlaanderen verwerkt door Apparec in Willebroek en voor Wallonië door Recydel in Luik.

De Recupelbijdrage financiert het systeem. De inning ervan is vergelijkbaar met het principe van de BTW. De invoerder of producent van elektrische en elektronische toestellen betaalt rechtstreeks aan Recupel. Het bedrag wordt dan via de tussenhandelaars stapsgewijs doorgerekend aan de consument.

KOPER IS DE VIJAND

Geen schrik voor vuile kleren bij Galloo in Menen. Pierre Vandeputte, zoon van de zaakvoerder, verzorgt de rondleiding op het terrein in maatpak. Overal liggen bergen ‘afval’. Een goed georganiseerde chaos, zo blijkt. ‘Dat is de lichte fractie gezuiverd aluminium’, wijst Vandeputte. ‘En daar is de zware fractie. Die bevat iets meer onzuiverheden. Voor mij is het verschil duidelijk, maar voor een buitenstaander waarschijnlijk niet.’

De twaalf hectaren van Galloo zijn voorzien van een onafhankelijke afwatering. Alle vloeistoffen, dus ook het regenwater, komen in de spaarbekkens van het biologische waterzuiveringssysteem van het bedrijf. De brandstof die Galloo recupereert uit autowrakken en andere motoren drijft een turbine aan, waarmee elektriciteit wordt opgewekt.

Ergens midden op het terrein staan de toestellen van Recupel verzameld naast een kleine loods. Die wordt bemand door werknemers van een beschutte werkplaats. Zij ontdoen de apparaten van alle schadelijke stoffen. Printerplaten, inktcassettes, snoeren, lampen, batterijen, alles gaat in aparte bakken en wordt door gespecialiseerde firma’s verwerkt. De informaticatechnologie werkt veel met edele metalen zoals goud en platina. Die kunnen volledig worden gerecupereerd en hergebruikt in nieuwe chips en computerplaten.

Toestellen die de loods verlaten zijn ‘gedepollueerd’ en bevatten dus geen schadelijke stoffen meer. Ze gaan op een grote berg om verder verwerkt te worden. Op diezelfde berg liggen ook lege drankblikjes van FOST Plus (zie kader), gedepollueerde autowrakken, schroot uit bouwafval en noem maar op.

De berg met materiaal van Recupel is voedsel voor de Zerdirator. Niet een ontsnapte dinosaurus uit Jurassic Park, maar een type schredder of verbrijzelaar. Op een roterende as verbrijzelen grote hamers het schroot tegen een soort aambeeld. De Zerdirator maalt dunne metalen objecten fijn in een tempo van 45 ton per uur. Dat zijn bijna twee volle vrachtwagens. Het stof dat bij het malen vrijkomt, wordt afgezogen.

Het fijngemalen schroot rolt over een transportband door een magnetisch veld. Het magnetische ijzer, ferro, wordt daardoor gescheiden van de non-ferrometalen, rubber, hout en kunststof. Onderdelen die zowel ijzer als andere stoffen bevatten, worden manueel verwijderd. Zo bijvoorbeeld de autocarburatoren, die naast ijzer ook koper bevatten. Die worden verkocht met het laagwaardige ijzer. ‘Koper is onze grootste vijand’, zegt Vandeputte. ‘Het ijzer dat we verkopen aan de hoogovens wordt gesmolten om er nieuwe platen van te maken. Eventuele onzuiverheden van koper maken de platen breekbaar.’

Nadat het ijzer uit het schroot verwijderd is, worden de andere materialen gescheiden. Dat gebeurt door flotatie. ‘Flotatie is eigenlijk ontworpen om metalen te scheiden’, legt Vandeputte uit. ‘En dus wordt in een voorproces het resterende schroot eerst aangerijkt tot 85 à 90 procent metaal. Dat gebeurt met een Eddy-current systeem, genoemd naar de uitvinder, dat de niet-metalen verwijdert.’

De non-ferrometalen verdwijnen daarna in een soort reusachtige wastrommel met schroefdraad tegen de binnenwand. Door de trommel stroomt een vloeistof met een welbepaalde, maar variabele, dichtheid. Bij een bepaalde dichtheid blijft een bepaalde metaalfractie drijven en stroomt langs onder uit de trommel. Alles wat zwaarder is, zinkt naar de bodem en wordt door de schroefdraad weer naar boven geduwd. Door de dichtheid te veranderen, kunnen de verschillende metaalfracties gescheiden worden. De laatste onzuiverheden worden manueel verwijderd.

De allerzwaarste fractie bevat de zogenaamde dense – zware – metalen zoals inox, zink en lood. ‘Die worden manueel gescheiden’, aldus Vandeputte. ‘Soms doen we het zelf, maar meestal gebeurt dat in lageloonlanden in Oost-Europa. Er bestaan ook enkele proefprojecten met optische systemen, die automatisch scheiden op basis van kleur.’

GEVULDE KALKOEN

Bij Apparec in Willebroek krijg je een heel andere eerste indruk. Het bedrijf is gehuisvest in een oude papierfabriek. Bij het binnenrijden doen enkel de containers vermoeden dat je met een afvalverwerkend bedrijf te maken hebt. Bedrijfsleider Mark Adriaenssens zag in 1998 het gat in de markt van recycling ( recyclage) en specialiseerde zich in de recuperatie van schadelijke materialen. Ondertussen heeft hij 48 werknemers om hem te helpen. Ook hier veel hand- en bandwerk en dus kansen voor ongeschoolde arbeiders.

‘Ons bedrijf verwerkt twee grote stromen voor Recupel’, legt Adriaenssens uit. ‘Enerzijds koelkasten, anderzijds televisies en computerschermen. De koelkasten bevatten twee soorten CFK’s, R11 en R12. Die zijn niet schadelijk voor de mens, maar als broeikasgas wel voor het milieu. In de koelvloeistof van de compressorpot van een koelkast zit R12 of freon. De isolatiemantel van de koelkast bevat polyurethaanschuim (PUR) dat opgespoten werd met R11. De CFK’s worden opgeslagen en verbrand bij Indaver in Antwerpen. Dat is veel milieuvriendelijker dan ze gewoon de lucht in te sturen.’

‘Wat we ook verwijderen, is de kwikschakelaar. Die werd vroeger gebruikt om het lichtje te doven als de deur gesloten is. Een kwikdruppeltje in een klein buisje kantelt als de deur opengaat en zorgt voor een elektrisch contact. In principe zou één druppeltje natuurlijk geen kwaad kunnen, maar we spreken wel over 200.000 koelkasten per jaar.’ Ook de drankautomaten van Coca-Cola, die (nog) niet onder het Recupelsysteem vallen, komen terecht bij Apparec.

‘Televisietoestellen en computerschermen zijn gemaakt uit glas met zware metalen. De voorkant, het eigenlijke scherm, bestaat uit bariumglas. Het conische gedeelte uit loodhoudend glas. Voorlopig worden beide soorten glas nog gezamenlijk verwerkt. Op termijn willen we beide soorten scheiden om tot een hoogwaardiger product te komen. Een gespecialiseerde firma breekt en reinigt het glas, waarna het gemengd wordt met nieuwe grondstoffen om opnieuw beeldbuizen te maken.’

Voor de verwerking van de koelkasten komen ongeveer dezelfde processen aan bod als bij Galloo. Met dat verschil dat vóór het verbrijzelen de koelvloeistof uit de compressor wordt gehaald. ‘De CFK’s uit de mantel verdwijnen uit de shredder met de systematisch afgezogen lucht’, vertelt Adriaenssens. ‘Die lucht vangen we op met filters van actieve koolstof. Dat zijn heel kleine koolstofdeeltjes. Als de filters verzadigd zijn, verdampen we de CFK’s eruit met stoom. Daarna verzamelen we ze in vloeibare vorm door ze neer te slaan met vloeibare stikstof van -80°C. Het polyurethaan vermalen we tot poeder om de laatste CFK’s eruit te halen.’ Aan het uiteinde van de shredder zie je dus ongeveer dezelfde fracties als bij Galloo. Metaal en kunststof, maar hier is natuurlijk een afzonderlijke container met het PUR-poeder.

In een ander deel van het gebouw staat een lopende band waar de televisietoestellen en computerschermen manueel gedemonteerd worden. Glas, hout, kunststof, elk materiaal heeft zijn eigen container.

Wat doet de schroothandelaar met alle niet-metaalfracties? Het stof dat bij het vermalen in de shredder wordt afgezogen, wordt in een soort mini-shredderinstallaties verder gescheiden. Het rubber dient als hulpbrandstof in industriële ovens. Ook voor een groot aantal kunststoffen is verbranden met energierecuperatie – zoals dat zo mooi heet – de enige oplossing. Andere kunnen wel worden gerecycled (zie kader). Wat van het shredderafval overblijft, dient als afdeklaag voor stortplaatsen. Het PUR-poeder uit koelkasten wordt gebruikt om onder meer geluidswerende vezelplaten te maken. Mengen met cement geeft een lichte isolatiebeton voor dakwerken of vloerverwarming. De olieabsorberende en waterafstotende eigenschappen van het poeder komen van pas om bijvoorbeeld olievlekken op zee te verwijderen.

De eindafrekening voor Recupel is dus vrij positief. Van elke 100 kg die binnenkomt, moet Galloo naar schatting 15 kg storten. Van 100 kg televisies en computerschermen houdt Apparec iets meer dan 12 kg over om te storten of te verbranden. Van evenveel koelkasten, blijft er net iets meer dan 6 kg over voor de oven of het stort. ‘En in die zes kilogram zit ook alles wat we nog terugvinden in de koelkasten’, geeft Adriaenssens aan. ‘Het is ongelooflijk wat mensen erin achterlaten. Met de gevulde kalkoen die we net na Kerstmis terugvinden, kan je heel het bedrijf drie dagen te eten geven.’

Koen snoeckx

www.recupel.be of 0800/40.387

www.fostplus.be

Van elke 100 kilogram die binnenkomt, moet ongeveer 15 kilogram worden gestort.

Koelkasten worden apart behandeld omdat ze schadelijke CFK’s bevatten.

Een soort reusachtige wastrommel met schroefdraad tegen de binnenwand.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content