Van blauw-zwart naar rood-wit: Timmy Simons zag vorige zomer alle hoofdkleuren van de voetbalregenboog. De nieuwe nummer 6 van PSV, vorig jaar nog halve finalist in de Champions League, blaakt van zelfvertrouwen.

Zelfs als het vriest dat het kraakt, volgen honderden moedige supporters de ochtendtraining van PSV Eindhoven, in hun prachtige oefencomplex De Herdgang. De roodverkleumde wangen staan op lachen: PSV doet het schitterend in de competitie, verloor zelfs nog geen enkele thuiswedstrijd, en zit opnieuw in de tweede ronde van de Champions League. Enkele gepensioneerde toeschouwers, die eruitzien alsof ze vaker wel dan niet op De Herdgang toeven, kennen het geheim van het succes: ‘ Ge muut zelfs nie goed spelen, ge wint toch iedre keejer. Hem is gewoon te slim voor de rest.’ ‘Hem’ is trainer Guus Hiddink, in Eindhoven stilaan even populair als in Zuid-Korea, waarmee hij vier jaar geleden de halve finale van de wereldbeker bereikte.

Aan de muur van het clublokaal van PSV – naast een werkelijk hilarische poster waarop de ondertussen vertrokken Koreanen Park en Lee poseren als Aziatische toeristen – opvallend veel Belgen. De heldendaden van Eric Gerets en Luc Nilis zijn op De Herdgang zeker nog niet vergeten. Timmy Simons hangt voorlopig nog niet in de Eindhovense Galerij der Groten, al is hij goed op weg.

De Diestenaar is onbetwist titularis en wist zich in de topper tegen Ajax onsterfelijk te maken: menig Eindhovens jeugdvoetballertje heeft er waarschijnlijk een linkervoet voor veil om de beslissende penalty tegen de aartsvijand uit Amsterdam te kunnen binnenschieten. Simons deed het. Hij blijft er, geheel volgens zijn natuur, kalm bij: ‘Mij deed dat eigenlijk niet zoveel. Die drie punten zijn mooi, zeker tegen een naaste concurrent. Maar wie die penalty er uiteindelijk inschiet, dat maakt toch niet zoveel uit.’ En nadat hij onze ongelovige frons heeft gezien: ‘Oké, ik geef toe dat het een erg lekker gevoel was om die strafschop binnen te schieten.’ ( lacht)

PSV is de club van je dromen. Het straalt van je af.

TIMMY SIMONS: Da’s waar. Alles klopt bij PSV: het is een topclub op slechts 25 minuten rijden van huis, met een goeie sfeer, en de resultaten zitten ook mee. De glanscampagne van vorig jaar, waarin de club de halve finale van de Champions League haalde, heeft heel wat losgemaakt, maar moet nu wel bevestigd worden. Voorlopig mogen we zeker niet klagen: we doen weer mee voor de titel, we zitten nog in de Nederlandse beker, én we overwinteren in de Champions League.

Vorig jaar halve finale, nu weer naar de tweede ronde. Waarom lukt dat PSV Eindhoven, slechts dertig kilometer van de grens, wél en de Belgische clubs niet?

SIMONS: Moeilijke vraag. Het verschil tussen de twee competities is ook weer niet zó groot als sommigen beweren. Ik herinner me twee Europese campagnes met Club Brugge, waarin we met een beetje geluk ook in die tweede ronde hadden gestaan. Vergeet niet dat PSV járen heeft moeten wachten voor het door de groepsfase geraakte. Maar dat gezegd zijnde geloof ik niet dat het toeval is dat het nu twee jaar op rij wél lukt.

Het hele Nederlandse voetbal zit in de lift: twee clubs door in de Champions League, plus twee clubs die overwinteren in de Uefacup.

SIMONS: Nederland staat momenteel een stap verder, ja. Volgens mij zit het verschil gedeeltelijk bij de centen: Belgische clubs moeten nu eenmaal veel beter opletten wat ze doen met hun aankopen. Maar er is ook een duidelijk verschil in ambitie. Als een Nederlandse club een speler echt wil, gaat ze er honderd procent voor. Daar moet je de financiële armslag voor hebben, maar het is ook een kwestie van durf. PSV haalde net nog Arouna Koné binnen, die nog bij Lierse heeft gespeeld, voor een bedrag dat in België niemand kan, maar ook niemand durft betalen.

De pers zag je deze zomer naar Feyenoord vertrekken, maar uiteindelijk bleek daar weinig van aan. Een afleidingsmanoeuvre?

SIMONS: Laat ik daar maar niet dieper op ingaan, en me beperken tot: ‘Geloof niet alles wat in de kranten staat.’ De vorige jaren waren wel meer clubs geïnteresseerd, tot ze hoorden hoeveel ik moest kosten. Alleen PSV deed een concreet bod waarin zowel ikzelf als Club Brugge zich konden vinden. Al de rest was ‘gazettenpraat’, en irrelevant.

Club Brugge wilde voor jou het onderste uit de kan. Logisch, niemand ziet graag zijn kapitein vertrekken.

SIMONS: Bij Club hebben ze gedaan wat voor hen het beste was, en daar kan ik ze geen ongelijk in geven. Net zoals zij mij niet kunnen verwijten dat ik heb gedaan wat voor mij het beste was. Ik ben 29, in de voetballerij is dat ‘niet meer van de jongsten’. Deze transfer was een van mijn laatste kansen, ik ben echt blij dat ik ze gegrepen heb.

Volg je het Belgische voetbal nog?

SIMONS: Ik heb nog niet veel matchen gemist. Het belooft een erg spannende competitie te worden, met vooraan vijf clubs op een kluitje bij elkaar. De ploegen die je verwacht, staan er toch weer. Neem nu Racing Genk, dat na een aarzelende start stilaan komt opzetten, en bij momenten erg knap voetbal speelt. Toch zie ik ze niet meteen kampioen worden. De Genkenaars hebben punten laten liggen die ze hadden moeten winnen. Zoiets kost je meestal de titel. Een kampioenenploeg raapt ook punten wanneer het minder goed gaat.

Als je het zo bekijkt, is Club Brugge aan een fantastisch jaar bezig. Qua spel nog geen moment overtuigend, maar wel vooraan in de rangschikking.

SIMONS: (lacht) Klopt helemaal. Waardoor ik me de vraag stel: wat als Club uiteindelijk wél goed begint te spelen? Pas maar op voor Club Brugge. De trainer probeert er verzorgd voetbal te brengen, en da’s op lange termijn altijd de beste keuze. Als die motor begint aan te slaan…

Geen wonder dat Brugge aarzelend startte. Het moest Timmy Simons vervangen.

SIMONS: Zo gaat het in het begin van een nieuw seizoen altijd: we missen die of die speler. Maar geen enkele speler is onmisbaar. Geef de nieuwkomers gewoon wat tijd. Je past je niet op een, twee, drie in bij een nieuwe ploeg.

Daar kun jij van meepraten. In het begin van de competitie leek de Nederlandse pers niet meteen enthousiast over je transfer, al is de sfeer nu omgeslagen. Hoe ging je daarmee om?

SIMONS: Ik heb daar eerlijk gezegd weinig van gemerkt. Ik lees weinig kranten, dat heb ik eigenlijk nooit veel gedaan. Ik kan het echt niet opbrengen om me druk te maken over wat journalisten allemaal schrijven, en ik heb ook geen krant nodig om te weten of ik al dan niet goed bezig ben. Toen ik hier aankwam, moest ik helemaal van nul beginnen. Bijna niemand kende me, het publiek niet, maar ook de Nederlandse pers niet. Dan is het normaal dat men je wat kritischer benadert. Ondertussen denk ik dat de mensen mij al beter kennen, en naar waarde schatten.

Keer je ooit nog terug naar Club Brugge?

SIMONS: Goh, ik ben hier nog maar net. Club is míjn club in België, ja. Maar ik denk dat het moeilijk is om terug te keren naar de Belgische competitie, zodra je van de werkomstandigheden in het buitenland geproefd hebt.

Een andere van je ex-clubs, het vroegere Lommel, nu KVSK United, is stevig op weg richting eerste klasse.

SIMONS: Dat doet me veel plezier. Ik vond het bijzonder jammer dat Lommel in vereffening is moeten gaan, want ik heb er twee schitterende seizoenen meegemaakt. Het Lommel van toen was nog een echt vriendenclubje. De oud-spelers van die tijd komen trouwens nog elk jaar samen voor een reünie-etentje. Je houdt weinig echt goede vrienden over aan het voetbal, maar ik kan zeggen dat ik er in Lommel een paar heb gemaakt.

In de Belgische competitie maakt momenteel een ander vriendenclubje, Zulte Waregem, furore.

SIMONS: Het is sterk wat zij presteren, met spelers die elders afgeschreven waren. Zulte Waregem bewijst dat je ook met semiprofs mooi voetbal én resultaten kunt brengen. Al heb ik wel mijn twijfels over hoe werkbaar dat systeem is op lange termijn.

Weer naar PSV. Bij Club Brugge speelde jij bijna elke minuut, nu word je al eens gewisseld. Heb je daar problemen mee?

SIMONS: Nee, want als ik gewisseld word, is het altijd om tactische redenen. Het zou anders zijn als ik de wedstrijd nadien niet meer zou mogen starten. Dan zou ik mij zorgen maken.

Wat voor type coach is Guus Hiddink?

SIMONS: Iemand die perfect een ploeg kan neerzetten. Een echte motivator ook, spelers prikkelen en hen naar hun top stuwen is zijn specialiteit. En tegelijkertijd een voetbalkenner die aanvoelt wanneer zijn groep nood heeft aan een rustpauze.

We zagen Michael Reiziger op training net door Hiddink totaal de grond ingeboord worden omdat hij het waagde naar achteren te passen. ‘Schijtlaars!’ riep hij. ‘Je bent nog geen trap voor je kont waard!’

SIMONS: Die instelling hoort er hier bij. Hij deinst er niet voor terug een speler af en toe goed op zijn plaats te zetten. De trainer geeft zo een signaal dat het scherper moet. Elke speler gaat daar op zijn manier mee om. Wie er niet tegen kan, laat Hiddink met rust. Zo slim is hij wel.

Is het niet vreemd dat de hoofdtrainer nog bijklust als Australisch bondscoach?

SIMONS: Bij interlands is hier maar een vijftal spelers dat niét weg is, dan maakt het niet zo heel veel uit of Hiddink er zelf bij is om de training te leiden. Doordat België nu het WK mist, ben ik zelf soms bij die vijf thuisblijvers. Een erg wrang gevoel hoor, dan besef je pas wat je eigenlijk mist. De eerste keer dat ik het meemaakte, moest ik echt wel even slikken.

Dat brengt ons bij de Rode Duivels, en de nieuwe bondscoach René Vandereycken. Wat weet jij over hem?

SIMONS: Weinig, ik heb nooit met hem gewerkt. Ik hoor dat hij een bijzonder correcte coach is, die steeds vasthoudt aan zijn eigen visie. Dat is een belangrijke kwaliteit voor een trainer, hij mag zich niet laten beïnvloeden door de entourage of de pers. Vandereycken heeft ook al bewezen dat hij een ploeg kan bouwen en resultaten kan halen. Ik zie geen enkele reden waarom hem dat bij de Rode Duivels niet zou lukken.

Vandereycken hecht veel belang aan organisatie. Een man voor Timmy Simons kortom.

SIMONS: Je haalt geen resultaten zonder goede organisatie, het is de basis van alles. Bij PSV winnen we vaak wedstrijden omdat iedereen op elk moment weet wat hij moet doen. En als dat niet volstaat, kunnen we nog rekenen op individuele talenten die het verschil maken.

Werden de internationals gehoord in de keuze voor de nieuwe bondscoach?

SIMONS: Niet echt, en dat is ook geen probleem. De mensen die daarover moeten beslissen, kennen genoeg van voetbal.

Nog één keer voor we er definitief over zwijgen: waar is het eigenlijk misgegaan in de laatste campagne?

SIMONS: We maakten dezelfde fout als in de kwalificatiecampagne voor het EK: we misten onze start, en dan ben je in een internationale competitie al meteen zo goed als uitgeschakeld. De eerste twee, drie matchen stond de ploeg er nog niet echt. Dan loop je voortdurend achter de feiten aan, kun je je geen enkele misstap meer veroorloven, en kun je enkel hopen dat de concurrenten punten laten liggen. We hebben het verdict nog kunnen uitstellen tot de voorlaatste wedstrijd, tegen Spanje. In die match hebben we onze beste eerste helft gespeeld sinds erg lang. Maar de kansen werden niet afgemaakt, en na de rust werden we koud gepakt door de lepe Spanjaarden. Dat is modern voetbal.

We moeten leren uit onze fouten, en de volgende campagne goed starten. De ploeg moet er vanaf de allereerste minuut stáán. Tegen landen die wel naar het WK konden, zijn we in het nadeel, want zij hebben hun groep in gereedheid kunnen brengen op een groot toernooi. Toch ben ik niet pessimistisch over de volgende campagne. De Rode Duivels hebben niet de grote luxe qua talent, maar als iedereen fit is, kan België toch een aardig team op de mat brengen. Het moet en zal de laatste keer zijn dat België er niet bij is op een groot toernooi.

Voor de volgende generaties ziet het er alvast goed uit, want zowat een kwart van de nationale jongerenselecties speelt momenteel bij de jeugd van PSV Eindhoven.

SIMONS: Dit is dan ook een erg mooie club om voor te mogen voetballen. Jongeren zijn daar niet blind voor.

Belgische clubs, en vooral Racing Genk, klagen dat PSV hun jeugdreeksen komt leegroven.

SIMONS: Dat is hetzelfde als zeggen dat hun eigen jeugdwerking tekortschiet. PSV heeft een grotere uitstraling, en de voetbalopleiding is van bijzonder hoog niveau. Vind je het dan gek dat jonge ambitieuze voetballers voor PSV kiezen? Los van deze discussie stel ik me er wel soms vragen bij dat jonge jongens al meteen naar de topclubs trekken. Voor mij moet een jeugdvoetballer zich in de eerste plaats amuseren. Als hij later echt goed blijkt te zijn, kan hij nog altijd de druk van een topclub opzoeken. Zelf ben ik pas op mijn tien jaar beginnen voetballen, en ik ben bij KTH Diest gebleven tot aan de eerste ploeg. Achteraf bekeken denk ik niet dat dat zo’n slecht traject is geweest.

Jef van baelen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content