Dirk Vermeiren Parlementair medewerker N-VA en voormalig Turkije-correspondent

Journaliste Nigar Göksel is goed geplaatst om zich uit te spreken over de verslechterende verhoudingen tussen Ankara en Washington. Niet alleen omdat ze van Turks-Amerikaanse afkomst is.

‘In huwelijkstermen: er zit behoorlijk wat sleet op de relatie. Een koppel kan naar een therapeut gaan. In het geval van Turkije en de Verenigde Staten ligt dat moeilijker. Bovendien: wie zou die derde partij dan wel moeten zijn?’ Een vijftiental publicisten, vaak rechtstreeks betrokkenen, legt in het lentenummer van Turkish Policy Quaterly ( TPQ) de vinger op de wonde. Nigar Göksel, de Turks-Amerikaanse hoofdredactrice van de in diplomatieke kringen hooggewaardeerde publicatie: ‘Tijdens de Koude Oorlog hadden Turken en Amerikanen een speciale relatie, zoals Washington die ook heeft met het Verenigd Koninkrijk en Israël. Turkije verdedigde de oostgrenzen van de NAVO-alliantie tegen het communisme. Een groep militairen vond dat in het belang van Turkije er best sterke militaire banden waren met de VS, en vice versa.’

Maar met de val van het IJzeren Gordijn verdween de rechtlijnigheid in die relatie. In TPQ schrijft Anat Lapidot- Firilla, onderzoekster aan de Hebrew University in Jeruzalem: ‘Sindsdien twijfelen Turkse beleidsmakers over welke rol ze kunnen spelen in het veiligheidsbeleid van de VS, wetende dat militaire samenwerking vaak pasmunt is voor economische samenwerking.’ De neergang begon op 1 maart 2003, toen het Turkse parlement besloot de grenzen met Irak niet te openen voor de doorgang van Amerikaanse troepen.

De gastauteurs in TPQ zijn het er opvallend over eens dat beide partijen elkaar ondanks decennia van samenwerking niet goed kennen. Göksel: ‘Sinds 1990 zaten Amerikanen en Turken nooit samen om te analyseren hoe ze verder konden met elkaar. Daarbovenop komen enkele netelige kwesties als 11 september 2001, de oorlog in Irak en de verstevigde positie van de Koerden daar, het Turkse EU-proces en de manier waarop dat Turkije verandert.’

De auteurs in TPQ gaan heel open in op wat gezien wordt als een relatie in crisis. Mark Parris, Amerikaans ambassadeur in Turkije van 1997 tot 2000, begraaft de term ‘strategisch partnership’ en spreekt van ‘allergisch partnership’. Publicist Kemal Köprülü duidt aan dat ‘elk agendapunt tegenwoordig mogelijk een controverse uitlokt’. De toon is allerminst vriendelijk en krijgt in de respectieve media ruim weerklank. De opstoot van nationalisme in Turkije de afgelopen weken bewees nogmaals dat de Turkse publieke opinie makkelijk beïnvloedbaar is. Peilingen wijzen uit dat het anti-Amerikanisme er sterker is dan in andere landen, iets waarover de Amerikaanse buitenlandminister Condoleezza Rice tijdens haar laatste bezoek aan Ankara haar bezorgdheid uitsprak. Exponenten van dat anti-Amerikanisme liggen in de Turkse boekhandels. Twee van de best verkopende boeken dit jaar zijn Amerika Bizimdir (‘Amerika is van ons’) en Metal Firtina (‘Metaalstorm’). In Amerika Bizimdir bezetten Turkse troepen de Verenigde Staten. Het Witte Huis krijgt de Turkse kleuren, muziekzender MTV zendt Turkse volksdans uit, en in de Oval Office staat köfte op het menu. Het boek borduurt verder op het succes van Metal Firtina, waarin het de Amerikaanse troepen zijn die Turkije binnentrekken. Vraag is of en hoe de Amerikaanse ambassade in Ankara over beide boeken aan Washington rapporteert.

In een interview met The Christian Science Monitor lieten de piepjonge auteurs van Metal Firtina er geen misverstand over bestaan dat ze het in het boek beschreven scenario van Amerikaanse bombardementen op Turkse steden niet onwaarschijnlijk achten. Puberale paperbacks voor een generatie die ook in Turkije opgroeit met games? Of is er meer aan de hand? Beide boeken slagen erin de Turkse publieke opinie te beroeren door een vijandbeeld van de VS te schetsen. In Turkije vloeien fictie en realiteit wel eens in elkaar over. Verschillende columnisten in Turkse kranten gingen in hun stukjes heel ernstig in op de complotten en theorieën van Metal Firtina, en lieten niet onvermeld dat het boek ook in de politieke en militaire salons van Ankara van hand tot hand ging. Geen enkele Turkse politicus kan het zich bovendien veroorloven zich te lang te distantiëren van de publieke opinie. De uitspraak van de Turkse premier Tayyip Erdogan dat de verkiezingen in Irak ‘ondemocratisch’ verlopen waren, wordt in TPQ karakteriserend genoemd voor de huidige falende dialoog tussen Ankara en Washington. De commentatoren zijn het erover eens dat aan beide zijden fouten zijn gemaakt.

De sociale psychologie van de Turk is er een van wantrouwen. Dat draagt zeker niet bij tot positieve relaties met de VS. Göksel : ‘Er is een onaangenaam opbod bezig in de media, in diplomatieke en militaire kringen. Er is werk aan de winkel.’

Dirk Vermeiren

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content