Miljoenen gezonde kippen worden afgevoerd naar stortplaatsen.

Boven op de stortplaats zitten meeuwen. Die komen hier anders nooit. Maar de omstandigheden zijn dan ook uitzonderlijk. Oost-Vlaams Milieubeheer (OVMB) – vlakbij het Rodenhuizedok in de Gentse kanaalzone – is een van de afvalverwerkers die twee weken geleden werd opgeëist voor de opruiming van in totaal zeven miljoen gezonde Belgische braadkippen en 1,5 miljoen legkippen.

Met de kippen is er niets aan de hand. De braadkippen zijn geschikt voor consumptie – anders dan de verdachte soortgenoten die bij Indaver worden verbrand. Maar door de dioxinecrisis konden deze dieren niet tijdig worden geslacht. Daardoor zijn ze dikker dan een gewone braadkip. Omdat de slachthuizen uitgerust zijn voor kippen tot maximaal 2,5 kilogram, kunnen ze deze dieren van soms vier kilo niet verwerken.

Dat is de officiële uitleg. Doorslaggevend is zeker dat zoveel tonnen kippenvlees de nu al verstoorde markt alleen nog meer onder druk zouden zetten. En dus worden, geheel volgens de economische logica, miljoenen eetbare dieren decadent geliquideerd.

De operatie verliep niet vlekkeloos. In het Luikse Haccourt werden de krengen gedurende een weekeinde opgeslagen in open containers, tot wanhoop van de buurtbewoners. De stank was ondraaglijk. Niet alle kippen bleken trouwens even goed geslacht. Sommigen waren nog min of meer in leven. Bij een vrachtwagen op weg van Luik naar de Gentse stortplaats gingen de laadkleppen open. De stinkende brij kwam terecht op de R4, de ringweg rond Gent.

De verwerking op de Gentse stortplaats verliep vlotter. Meer dan 1500 ton kippen werden er gemengd met kalk en afdekgrond. De reuzenkippen liggen er grijs bij, soms niet eens van hun veren ontdaan. Ze zijn gedood, maar niet schoongemaakt. Binnen de drie uur begint hun ontbindingsproces. Op andere stortplaatsen kwamen gistende kippen door de afdekkende kleilaag naar de oppervlakte.

In Gent was er alleen geurhinder. Die was niet zozeer afkomstig van de stortplaats, maar van de aanrijdende, dikwijls open vrachtwagens. “De stank op de weegbrug was soms enorm”, zegt stortmeester Johan Hanssens. Hij kijkt toe of de kippen goed gemengd worden met ongebluste kalk (tegen ziektekiemen), met water en cement vastgemaakt vliegas (ook tegen ziektekiemen en als verharder) of met slib (reukbarrière en buffer tegen opzwellende gistende kippen). De kippen worden in dunne lagen verspreid en afgedekt met inert materiaal.

“We zijn dinsdag 15 juni opgebeld door de crisiscel van het ministerie van Economische Zaken”, zegt algemeen directeur Marc Balcaen. “Of we geen kippen wilden aanvaarden. Ik antwoordde dat dat strijdig was met onze vergunning voor industrieel afval. Waarop ik te horen kreeg dat we opgeëist waren voor de verwijdering van een deel van de 24.000 ton kippen – de schriftelijke opeising volgde op 17 juni. Omdat Indaver principieel weigerde en Zonnebeke geen capaciteit had, waren wij de enige klasse 1-stortplaats (voor niet-huishoudelijk afval) die meedeed.”

Vanaf vrijdag 18 juni was de stortplaats open van 6 uur ’s morgens tot acht uur ’s avonds. Het personeel maakte overuren. Afgelopen dinsdag (29 juni) stopte de aanvoer. OVMB moet de handen vrij hebben voor de Dijlestorten. Dat is de gifgrond van een voormalige verffabriek langs de Dijle in Leuven. De treinen met de voor de hogesnelheidslijn afgegraven grond stonden al lang voor de kippencrisis op de sporen.

“Economische Zaken betaalt onze rekening”, zegt directeur Balcaen. “Storten is in dit geval niet de beste verwijdering. We stonden onder een enorme tijdsdruk en deden dit niet voor het geld, maar in het belang van het land. Het was een avontuur, maar we hebben ons origineel strijdplan nooit hoeven te verlaten. De stortplaats stinkt niet, er was nooit sprake van paniek en de kippen zijn verwijderd. De opdracht is vervuld.”

Peter Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content