Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

P artir, c’est mourir un peu. Het omgekeerde geldt trouwens nog veel meer. En dus nemen we deze week afscheid van Bavo Claes, de beste nieuwslezer die dit land ooit heeft gehad. Bavo stapt op in volle vriendschap. Hij meldde zijn vertrek middels een interview in de krant, dat wij nu kort zullen samenvatten.

De chef die hem het zevenuurjournaal heeft ontnomen, zou Bavo liefst levend villen en daarna in een vat pekelzuur dompelen. Zijn grote droom de jongste jaren was om zijn been te breken, zodat hij twaalf weken thuis kon liggen en niet meer op de redactie hoefde te zijn. Zal hij een afscheidsfeestje geven voor de collega’s? Zeker niet. Is er op de VRT iets, desnoods iets kleins, dat hij zal missen? Neen.

Voilà. Geen flauw gezeur, geen schijnheiligheid: zo hoort het. De dagen na het interview kwamen enkele mensen vertellen hoe jammer ze het vonden. Onder hen Kamervoorzitter Herman De Croo. Van het legendarische interview, op die zondagavond begin maart 1987. In de nacht van vrijdag op zaterdag was de Herald of Free Entreprise gezonken, en in de journaalstudio zat De Croo. Toen minister van Verkeer, en volgens Bavo persoonlijk verantwoordelijk voor de dood van 130 mensen. Hij had zelfs de gendarmerie gebeld, zodat ze na het interview de minister onmiddellijk konden arresteren en opsluiten.

Of De Croo toen veel moeite heeft gedaan om Bavo te doen ontslaan weten wij niet, maar het tegendeel zou ons verbazen. Wat weinig mensen zich herinneren, is dat er op zaterdagavond een nóg groter incident plaatsvond. En wel met Tuur Van Wallendael.

Het Journaal begon toen om kwart voor acht. Van Wallendael was in de late namiddag naar Zeebrugge afgereisd, had daar wat rondgeneusd, en was te weten gekomen dat er in het ruim van de Herald vaten met gif waren opgeslagen. Als die lekten, was de hele Noordzee eraan. Tuur had op de achterkant van een bierviltje berekend hoeveel werkloze vissers dat zou opleveren, en hoeveel economische schade. Hij had Brussel verwittigd dat hij zo snel mogelijk in het Journaal wilde, want dit was een wereldprimeur. Om twintig voor acht begaf hij zich met zijn cameraploeg op de havendam, zeg maar de pier van Zeebrugge, waar het regende en ijzelde en de temperatuur al onder nul was gezakt. Tuur had de cameraman gewaarschuwd: ‘Pas op, het zal snel gaan. Begintune, Bavo verwelkomt de kijkers, en komt dan meteen naar mij.’

In Brussel klonk effectief de begintune, en Bavo verwelkomde inderdaad de kijkers. Maar overschakelen naar Tuur was wel het laatste wat hij in gedachten had. Bavo droeg geen das, en had enkele extra koffievlekken gemaakt op een hemd uit de solden van C&A. Zo druk bezig geweest dat er geen tijd was geweest voor vestimentaire details, die indruk wou hij wekken.

Hij begon met een overzicht van de feiten. Negen minuten. ‘Overzicht van de feiten?’ tierde Tuur vanuit Zeebrugge door een ijselijke noordenwind heen. ‘Ik heb hier godvermille de primeur van het jaar. Er zat gif in die boot, hoort ge mij? Gif. Als dat onnozele overzicht gedaan is, kom dan onmiddellijk naar hier, voor ik bevries.’

Nieuwsgierigen op de dijk zagen tot hun verbazing hoe op de pier, onder het licht van een felle spot, een volwassen man op en neer stond te dansen als had de sint-vitusdans hem getroffen. Tuur was ook wild met de armen om zich heen gaan slaan om het wat warmer te krijgen. Tot de cameraman hem gebood stil te blijven staan, anders kreeg hij hem niet scherp in beeld.

In de studio was het overzicht ten einde gelopen, en kondigde Bavo aan dat er enkele reacties van overlevenden waren opgenomen. Aansluitend die van ontroostbare nabestaanden. In totaal twaalf minuten. In Zeebrugge kreeg Tuur bijna een beroerte. ‘Maar ik zeg u dat er gif in die boot zat’, brieste hij als een dolle stier in de microfoon. ‘Gif! Weet ge wat dat is, gif? Daarvan gaan alle vissen dood. Kom nu toch naar hier, hoe is het mogelijk?’

Nooit vergeten wij het schrijnende relaas van een wenende moeder, die haar kind in de ramp… Tuur kon het allemaal weinig schelen. Zijn baard stond stijfbevroren, en het soepel bewegen van de lippen was niet langer mogelijk. ‘Kom naaf wie!!’ hoorden ze hem in het lijnencentrum in Brussel krijsen, maar Bavo had andere plannen. De reddingswerkers kwamen nu aan het woord, de gouverneur van West-Vlaanderen, de koning en de premier werden gevolgd tijdens een bezoek aan het rouwcentrum, en er werd een pancarte getoond met een dwarsdoorsnede van een roroschip. Een zeevaartexpert beweerde dat indien de onderste twee verdiepingen van een boot vol water lopen en alle gewicht zich naar één kant verplaatst, de boot omkiept.

Tuur kon niet meer omkiepen, hij was vastgevroren. Zijn mond stond in een kramp getrokken, zijn kleur was van paars naar zwart aan het overslaan. Voor hem op de grond lagen twee afgestorven vingers. In Brussel ging Bavo eens goed zitten voor een kritisch interview met Miet Smet, daarna gaf Armand Pien meer uitleg over de gevaren van de zee, en een deskundige van Smit-Tak demonstreerde hoe een gekapseisde boot weer wordt rechtgetrokken.

Tuur Van Wallendael zag groene olifanten paren met oranje giraffen, toen Bavo hem iets over halfnegen eindelijk aankondigde: ‘Als het goed is, heb ik nu contact met collega Wim Van Zutendaal in Zeebrugge, waar zopas is bekendgemaakt dat er vaten met vergif in het ruim van de Herald waren opgeborgen.’ Op datzelfde ogenblik viel in Zeebrugge de stroom uit.

Beste Bavo, mede namens Tuur en de andere Knacklezers wensen wij je het beste in je nieuwe leven. En pas op dat je je been niet breekt.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content