De jumping van Monaco is in vele opzichten anders dan klassieke springwedstrijden. Het gaat immers niet in de eerste plaats om paarden.

Jean-François Melun is een van de meer dan twintig fotografen die tijdens de zevende Jumping International de Monte Carlo nauwelijks een paard gezien hebben. Om tien uur ’s morgens, als het startsein voor de eerste wedstrijd wordt gegeven, is hij present. Wanneer de prinselijke familie op de eretribune gaat zitten, moet hij aan de slag. De lens wijkt geen moment meer van het adellijke doelwit. De indrukwekkende Canon EOS IV registreert elke beweging, elk gebaar van prinses Caroline. Als haar vijftienjarige dochter, Charlotte Casiraghi, met de elegante merrie Tempête du Midi de arena binnenrijdt en Caroline haar jongste telg Alexandra omhooghoudt om haar het parcours van haar halfzusje te laten volgen, wordt de camera een doelgerichte mitrailleur.

Dat Charlotte één foutje maakt en op een gedeelde zevende plaats eindigt, is compleet onbelangrijk – laat staan het feit dat de Nederlandse ponyruiter Maikel Van de Vleuten wint. Toch zwenkt de camera bij een volgende wedstrijd naar de gebeurtenissen in de ring van de Chapiteau Espace Fontvieille. Athina Roussel heeft met haar fraaie merrie Lara immers een spectaculaire tuimeling gemaakt en ligt even roerloos in het zand. Athina is de kleindochter van Aristoteles Onassis, en de dochter van Christina Onassis en Thierry Roussel. Ze eindigt als laatste. Erger is, aldus de fotograaf, dat hij net het juiste beeld gemist heeft.

’s Avonds dienen zich onverwacht nieuwe kansen aan. Prins Rainier en zijn zoon, prins Albert, zijn er dan immers ook. Maar de camera is vooral gericht op Ernst-August von Hanover, de man van Caroline, die geen moment zwijgt en rookt als een Turk. Naast Albert zit een dame in een rode jurk, die niemand kan identificeren.

De aanwezigheid van de Grimaldi’s maakt deze jumping tot een merkwaardige gebeurtenis. Voor hen is het duidelijk geen verplicht nummertje. Urenlang blijven ze het verloop van de springwedstrijden met belangstelling volgen. Ze applaudisseren net als de rest van het beleefde publiek als de omroeper dat vraagt, en ze zetten zich schrap als de beslissende barrage eraan komt en de spanning voelbaar stijgt. Het feit dat de oogappel van de familie deelneemt, speelt natuurlijk mee.

Charlotte is het paardrijden bij wijlen Eric Wauters komen leren. Twee keer kwam ze voor een stage naar Putte-Peulis, waar ze een uitstekende leermeester vond én bevriend raakte met diens dochters. Ver van pottenkijkers en opdringerige fotografen.

VAN ANDORRA NAAR MONTE CARLO

Zelf was Wauters zowat de grondlegger van het springconcours in Monte Carlo. De manier waarop dat gebeurde, typeert hem. Na het enorme succes van de Internationale Kerstjumping in Mechelen zocht de rusteloze geest van Wauters nieuwe uitdagingen. Zo liep hij na een kort verblijf in Andorra rond met het idee om er een springwedstrijd te organiseren. Er waren echter praktische bezwaren. Zo bleek het al te heuvelachtige landschap geen geschikt terrein voor springende paarden. En om de befaamde ijsbaan van Andorra in een arena om te toveren, was ook al een ware kunstgreep nodig.

Wauters liet het daar echter niet bij. Als Andorra niet kon, waarom dan niet Monte Carlo ? Na wat verkennend werk vond hij een luisterend oor bij Diane Fissore, een dame die werkelijk door de ruitersport geboeid is. Maar in het volgebouwde Monte Carlo was, net als in Andorra, nauwelijks nog een plaatsje vrij. De Country Club, waar elk jaar de Tennis Masters zijn beslag krijgt, bleek onbruikbaar, net als de aanlokkelijke strook bij de jachthaven waar de Formule 1-wedstrijd begint en aankomt.

Uiteindelijk belandden ze in Fontvieille, naast de jachthaven van Cap d’Ail en het Stade Louis II van AS Monaco, de locatie van het gerenommeerde Internationale Circus Festival. Geen weidse springpiste, maar met wat goede wil en een dosis inventiviteit toch een aanvaardbare oplossing. Fissore kreeg het fiat van de regering, al was daarmee de laatste hindernis niet genomen. Monaco had immers geen ruitersportfederatie en dat is een absolute voorwaarde om erkend te worden door de FEI, de Fédération Equestre Internationale. Die werd dus inderhaast opgericht, en zo werd Eric Wauters ook nog secretaris-generaal van de Fédération Equestre de la Principauté de Monaco. BCM-Holland, gespecialiseerd in paardensportmanifestaties, haakte maar al te graag zijn wagentje bij het prestigieuze initiatief van Wauters aan.

Opvallend – maar dus niet verbazend – is de grote Belgische inbreng in de organisatie, met Erics vrouw Yolande als leading lady. Zij is show director en verantwoordelijke voor het wedstrijdsecretariaat. Peter Bollen is manager, François Michielsens juryvoorzitter en Lucien Somers parcoursbouwer. Zelfs de zorg voor de springbodem, het protocol, de aankleding en de bloemendecoratie zijn aan Belgische medewerkers toevertrouwd.

Toch blijft de stijl Monegaskisch. Naar deze juming ga je niet, je glijdt erheen in een meterslange limousine, je laat je opmerken tijdens cocktailparty’s op de meest uitgelezen plekjes van het prinsdom, en natuurlijk laat je het Grand Gala in het mooie Sporting d’ Eté niet links liggen. De sport lijkt slechts een alibi. Maar dat is niet helemaal waar. Want hoewel deze jumping bij geen enkele competitie aansluit, komen grote namen uit de springsport er toch op af. En dat is uitzonderlijk.

HERINNERING AAN ERIC WAUTERS

De olympische kampioen uit Nederland, Jeroen Dubbeldam, is present in het gezelschap van andere blikvangers als de Zwitser Willy Melliger, de Brit Michael Whitaker, de Nederlander Piet Raymakers en de Fransman Philippe Rozier. Die laatste leidt Charlotte Casiraghi nu verder op in Fontainebleau. En natuurlijk is er ook een uitgebreide Belgische delegatie, aangevoerd door de Limburgse Kristof Cleeren en vijfvoudig Belgisch kampioen Ludo Philippaerts. Het is voor hen niet louter een acte de présence. Dat blijkt duidelijk tijdens de afsluitende Grand Prix du Prince de Monaco.

Lucien Somers levert uitstekend werk. Van de 32 combinaties aan de start gaan er tien, dankzij een foutloze omloop, naar de barrage. Dat betekent dat hij bij de planning en de opbouw de kwaliteit van paarden en ruiters juist heeft ingeschat. Drie Belgen zijn overeind gebleven : James Peeters, Kristof Cleeren en Ludo Philippaerts.

Het duurt een poos voor de barrage goed op dreef komt. In de kleine arena is het kort draaien en wenden, en behoorlijk lastig om snelheid te maken. Michael Whitaker slaagt er als eerste in om zonder averij de streep te halen. Daar is wat geluk bij nodig, want tot drie keer toe wiebelt een aangereden balk vervaarlijk in de lepels. Maar op de tabellen verschijnt een snelle tijd en het wordt duidelijk dat de ruiter die het beter wil doen van goeden huize zal moeten zijn. Zo iemand is René Tebbel, de beste Duitse ruiter van het ogenblik. Met de nodige risico’s neemt hij de leiding over.

Dan is het de beurt aan Ludo Philippaerts. Na het slopende werk tijdens de wereldbekerfinale in Göteborg van twee weken geleden heeft hij zijn toppaarden Verelst Otterongo en Parco op stal gelaten. Maar Göteborg bracht ook de revelatie van de pas achtjarige Quebec. In niet minder dan drie nevenwedstrijden was dat jonge Belgische warmbloedpaard de beste. Philippaerts is vol lof over zijn nieuwste ontdekking, die hij voorzichtig en geleidelijk naar de top wil brengen.

Zelf is Philippaerts een vechter en een winnaar. En na de ontgoochelende negende plaats in Göteborg heeft hij iets recht te zetten. Gedreven als altijd jaagt hij de sierlijk klauwende Quebec over de monumentale hindernissen. Op weg naar het laatste obstakel barst het publiek al los in enthousiaste juichkreten. Dat is hem ooit, in het begin van zijn carrière tijdens de Jumping van Antwerpen, zuur opgebroken. Maar Quebec laat zich niet van de wijs brengen. Zevenentwintig honderdste van een seconde gaat de volbloed Belgische combinatie sneller dan Tebbel.

Prins Rainier staat de winnaar op te wachten met een indrukwekkende beker, en nodigt hem uit voor een uitgebreide babbel in zijn loge. Een mooi moment voor de Belgische ruitersport en beslist ook voor Philippaerts die er nog 800.000 frank (20.000 euro) bovenop krijgt als beste internationale ruiter van het toernooi. Je zou voor minder tot in de vroege uurtjes uit de bol gaan op het avondgala. Bij jumping is het immers vooral belangrijk dat het paard tijdig op stal staat.

De sport zorgt voor meer mooie momenten. De herinnering aan de man die door zijn tomeloze karakter de Jumping van Monte Carlo van de grond kreeg, wordt er levend gehouden in de Prijs Eric Wauters. Vierenveertig deelnemers maakten er een ongemeen boeiende wedstrijd van, zes haalden de barrage en de overwinning ging naar Wendy Wauters.

Leo De Vos

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content