De concurrentie onder acteurs is moordend. Op café gaan en netwerken opbouwen is de boodschap. Maar waar gaat ondertussen al dat subsidiegeld naartoe?

De situatie van de Vlaamse acteurs is niet rooskleurig. Vooral oudere acteurs en actrices komen moeilijk aan de bak. Een ophefmakende reeks in De Morgen in 2001 leidde tot een heuse Staten Generaal van de acteurs. Toen bleek dat het Vlaams Theater Instituut (VTi), het steunpunt voor de sector, niet over voldoende cijfermateriaal beschikte om de klachten van Jef Demedts, Chris Lomme, Bert André en Nolle Versyp en andere theatercoryfeeën te staven. Nu, vier jaar later, is er meer duidelijkheid. In opdracht van het VTi ondervroegen onderzoeksters Lieve Moermans en Catty Hoste 212 acteurs en theatermakers. Vijftig procent van de starters (pas afgestudeerden) en 56 procent van de oudere acteurs sprak van een overaanbod van acteurs. Dat hangt samen met het verdwijnen van producties met een grote bezetting, de beperkte budgetten (!) en de instroom van amateurs (vooral in tv-drama). Vooral vrouwen tussen 40 en 55 zijn daarvan de dupe. Er zijn nu eenmaal meer mannen- dan vrouwenrollen, maar er studeren meer meisjes dan jongens af aan de toneelscholen. Televisie houdt bovendien niet van oudere vrouwen, en regisseurs vinden het vaak ook geen probleem dat twintigers in de huid van een grootmoeder kropen, zoals Ann Miller in De Broers Geboers van Arne Sierens.

De concurrentiestrijd noopt het gros (75 procent) van de acteurs om werk te zoeken in de commerciële sector, en dat terwijl het aantal voorstellingen sinds 2000, toen cultuurminister Bert Anciaux (Spirit) 11,5 miljoen extra in de sector pompte, enorm gestegen is. Opmerkelijk is wel dat heel wat acteurs ‘sociale vaardigheden’ belangrijker achten dan ‘creativiteit’ om het te maken in het theater. Moermans en Hoste bevelen werkloze acteurs ook aan om meer… op café te gaan. Netwerken wordt beschouwd als ‘dé succesformule’.

Tijdens een salongesprek over deze studie, dat op 12 december plaatsvond in het VTi, zei Dirk De Corte, zakelijk leider van het NTGent, dat slechts 25 procent van de totale subsidie van zijn (stads)gezelschap naar acteurslonen gaat. In De Morgen (31/12) deed Bert Anciaux in dit verband een belangrijke politieke uitspraak. Hij vindt het vreemd dat een toptalent als Jan Decleir om den brode reclame moet maken voor frituurolie. ‘Er is nog nooit zoveel geld naar de theatersector gevloeid als vandaag. Ook al is een deel van de acteurs niet actief in gesubsidieerde huizen, dan nog zou die investering minstens een marktcorrigerende werking moeten hebben.’ Als dat niet zo is, dan moet er meer geïnvesteerd worden in kunstenaars en minder in instellingen. Anciaux heeft nu opnieuw een studie besteld naar de sociaaleconomische situatie van acteurs, tussen 1999 en 2005. Een studie die hij al in 2001, na de Staten-Generaal beloofde…

K.v.d.B.

meer info www.vti.be.

KARL VAN DEN BROECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content