In Wetteren ontspoort een goederentrein die een gevaarlijke lading acrylonitril vervoert. Balans: een dode en een honderdtal mensen in het ziekenhuis.

Margot Moerman (woont vlak bij het ongeval): Aanvankelijk was ik niet echt ongerust. Mijn vriend was wakker geworden van de sirenes en kwam me vertellen dat tweehonderd meter verder een trein ontspoord was. Ik ben weer gaan slapen, omdat ik de dag erna moest werken. Ik ben eigenlijk pas wakker geworden toen de brandstoftank scheurde en er een metershoge steekvlam de lucht in schoot. De politie maande ons aan om binnen te blijven. Pas na anderhalf uur moesten we plotseling zo snel mogelijk ons huis verlaten. We zijn pas na negen dagen kunnen terugkeren.

Is de treinramp naar uw aanvoelen goed aangepakt?

Moerman: Over de aanpak van de ramp zelf kan ik eigenlijk geen slecht woord zeggen. Brandweer, politie, Rode Kruis: die mensen hebben echt hun best gedaan. Alleen de communicatie was gebrekkig. Ik had dan nog het geluk dat mijn moeder op het crisiscentrum werkte en ik via haar ook het een en ander te weten kwam, maar voor de rest was er veel onduidelijkheid. We kregen heel weinig informatie over waarom en hoe lang we van huis moesten wegblijven. Aanvankelijk zouden de huizen hier twee weken leeg blijven, maar dan bleken de buren verderop wél terug te mogen. Veel mensen kregen enkel een bericht op hun vaste telefoonlijn, maar die konden ze niet beluisteren omdat ze geëvacueerd waren.

Is de giframp nog steeds een gespreksthema?

Moerman: Eigenlijk wordt er niet zoveel meer over gesproken. Tijdens de ramp was dat natuurlijk anders: iedereen praatte met iedereen. Achteraf heb ik wel de indruk dat die solidariteit vooral uit eigenbelang was: dat mensen vooral met je spraken omdat ze op zoek waren naar informatie. Ik heb niet de indruk dat de ramp de Wetteraars dichter bij elkaar heeft gebracht.

Maakt u zich zorgen over de gevolgen van de blootstelling?

Moerman: Ik denk er toch vaak aan. Sommige stoffen in de trein waren kankerverwekkend. Maar als ik over veertig jaar kanker krijg, zal ik nooit kunnen bewijzen dat het daarvan komt. Ik heb ook nooit een bloedtest laten afnemen, omdat de artsen ons vertelden dat er geen gevaar was als we geen symptomen vertoonden. Toen we terug naar huis konden, had ik wel het gevoel dat alles besmet was, en ik begon overal te poetsen. Ik durfde onze hond eerst niet in de tuin te laten, omdat ik vreesde dat het gras vergiftigd was. Maar ja, als je eenmaal terug in je eigen bed slaapt, verdwijnt dat onaangename gevoel toch vanzelf. En de hond is nog altijd kerngezond.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content