De film The Fifth Estate, over de begindagen van de klokkenluiderssite WikiLeaks, komt in de Belgische zalen.

Birgitta Jónsdóttir (IJslands parlementslid en vrouw achter WikiLeaks): Ik had nooit de bedoeling om zo betrokken te raken bij WikiLeaks. Maar ik werd erin gezogen. Tot in de kern. En ik dacht: wow, dit is het grootste lek ooit in de geschiedenis.

U bent een personage geworden in een Amerikaanse Hollywoodproductie.

Jónsdóttir: Het is heel onwerkelijk.

Hebt u de film gezien?

Jónsdóttir: Ik heb gevraagd of ik met mijn kinderen naar de première mocht komen, maar krijg geen reactie. Het is zielig. Het is lomp,echt. Ik heb ze geadviseerd over het script. Carice (van Houten, die Jónsdóttir speelt, nvdr.) is hier geweest om met me te praten. Ze hebben gefilmd op IJsland, ze waren er allemaal: Benedict (Cumberbatch, die Julian Assange speelt, nvdr.), Daniel (Brühl, die Daniel Domscheit-Berg speelt, nvdr.), Bill (Condon, de regisseur, nvdr.) en Josh (Singer, de scenarist, nvdr.). We zijn na afloop in de stad gaan dansen; allemaal leuke mensen, heel betrokken. Maar me uitnodigen… Ze gebruiken mijn personage en mijn advies en wimpelen me dan af. Geen idee waarom.

U was heel kritisch, misschien daarom.

Jónsdóttir: De film mocht alleen gaan over goed en fout. Hij is gebaseerd op twee heel bevooroordeelde boeken. Ik heb het daar met scenarist Josh Singer veel over gehad. Ik ben scène voor scène door het script gegaan en heb ze voor grote fouten behoed. Maar alle scènes over mij zijn onrealistisch.

Zo werkt fictie.

Jónsdóttir: Alsjeblief, als je de film gaat zien: het is niet de waarheid. Ik ben niet dol op Julian, maar hij heeft deze film niet verdiend. Hij is geen crimineel. Hij is… weet je… hij is… Julian.

U zegt dat WikiLeaks dood is. Waarom ging het mis?

Jónsdóttir: Vanwege Julian. Niemand anders dan Julian heeft WikiLeaks vermoord. Hij jaagt zijn vrijwilligers weg. Hij compromitteert zijn eigen mensen, met zijn dramatische Juliantaal. Hij wil de hoogste tsaar zijn. Ik probeer hem te eren als een moedig mens, maar als je andere mensen beschadigt, maakt het niet meer uit welke goede dingen je hebt gedaan.

Is de WikiLeaksrevolutie mislukt?

Jónsdóttir: Er is een informatierevolutie aan de gang. Die begon al vóór WikiLeaks, en die gaat door. Niet meer zo sterk als het was, maar anders. Het onderwerp is van de techpagina’s in de kranten verschoven naar de voorpagina’s, klokkenluiders zijn een begrip geworden – dat hebben we mooi bereikt.

Uw hoop is nu op klokkenluider Edward Snowden gevestigd, maar ook hij zit min of meer gevangen, in Rusland. Hebben de veiligheidsdiensten gewonnen?

Jónsdóttir: (fel) Nee. Ze falen. Dingen veranderen sneller dan we denken. We moeten deze risico’s blijven nemen, omdat er nooit veranderingen in de maatschappij zullen zijn als we geen toegang krijgen tot de waarheid. De sleutel tot een moderne democratische wereld is toegang tot informatie en digitale privacy.

In heel wat Europese landen is nauwelijks ophef over de methoden van de NSA. Mensen leveren hun privacy graag in voor veiligheid.

Jónsdóttir: Mensen begrijpen het niet. Tot je ze vertelt wat de Amerikaanse overheid met mij heeft gedaan. Ze zijn in mijn huis geweest. Ze hebben alles doorzocht: mijn brieven, mijn medische gegevens, mijn schoolgegevens, bankrekeningen. Ze kwamen niet door de voordeur, ze kwamen door de internetdeur. Ze weten met wie ik gisteren heb gepraat en met wie mijn vrienden hebben gepraat.

Dat doen ze om hun land veilig te houden.

Jónsdóttir: Veilig voor wat? Zijn straten veilig, zijn auto’s veilig? Hoeveel mensen zijn gedood door terrorisme? Het is een krankzinnige redenering. Dit is de retoriek van angst en overheidscontrole. Stel je eens voor dat de nazi’s toegang hadden gehad tot al die informatie. De overheid en de grote bedrijven weten van alle groepen in de samenleving precies waar ze te vinden zijn. Alles is gecategoriseerd. Dat is levensgevaarlijk.

Is dat geen paranoia?

Jónsdóttir: Nee. Iedereen die Orwells boek 1984 had gekocht bij Amazon, om op hun e-reader te lezen, werd op een ochtend wakker en het boek was weg. Verdwenen. Er was iets met de copyrights of zo. Dat is geen paranoia, dat is werkelijkheid. Onlineboekwinkels hebben controle over wat wij met boeken doen, wat we lezen en wat niet. De tijd waarin we leven, is er één op het kruispunt van Big Brother en de roman Brave New World.

U hebt geprobeerd om Edward Snowden naar IJsland te halen.

Jónsdóttir: Ik wist precies wat hij moest doen, maar hij wilde niet naar me luisteren. Het was gênant, want we hadden al een wet voorbereid in het parlement, zodat hij IJslander kon worden.

U begon destijds ook de petitie voor schaker Bobby Fischer, toen hij op de vlucht was voor de Amerikaanse autoriteiten. Hij kreeg in 2005 een heenkomen op IJsland. Het parlement gaf hem unaniem de IJslandse nationaliteit.

Jónsdóttir: We wilden hetzelfde voor Snowden doen. De brief die hij nodig had, was klaar. Het is niet gebeurd. Hij vroeg om hulp en toen we onze hand uitstaken, sloeg hij ze. Ik heb geleerd: hoe geweldig die mensen ook zijn, ze blijven mensen.

Snowden is heel belangrijk. Hij is de jongere uitvoering van Daniel Ellsberg, de man die in de jaren zeventig de ‘Pentagon Papers’ doorspeelde aan The New York Times. Ellsberg werd op dezelfde manier gedemoniseerd, maar nu is hij een engel. De geschiedenis zal leren dat Snowden hetzelfde overkomt. Ik heb af en toe contact met hem, hij stelt het goed. Hij is omringd door goede mensen. ©Toine Heijmans/de Volkskrant

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content